103
c) Besturingsstangen afstellen
Alle roerkleppen zijn reeds gereed aangeslagen. De beweeglijkheid van de roerkleppen is uit de
verpakking omwille productieredenen eerder moeilijk. Daarom raden wij u aan om elke afzonderlijke
roerklep voor de montage van de besturingsstangen eerst een paar keer voorzichtig in de einduitslagen te
brengen. Hierdoor worden de roerkleppen flexibeler.
Stel voor de eerste vlucht bij ingeschakelde afstandsbediening en neutrale trimmingen alle roeren door het
uitlengen van de besturingsstangen zo in dat alle roerkleppen zich met de vleugels/hoogte- en richtingsro-
eren precies op een hoogte bevinden.
De besturingsstangen van richtings- en rolroer en de welvingskleppen worden in de servo‘s met een „gebogen L“ in
de servoroerhoorns gehaakt (1). Om de stangen vast te maken moeten bovendien een zekeringsclip (2) en borgring
(3) worden gemonteerd.
Aan het andere uiteinde van de schuifstangen zijn kogelkoppen (4) aangebracht die door draaien in de lengte
kunnen worden versteld. Klip de kogelkoppen in de roerhoorns. Let hierbij op dat de kogelkoppen slechts aan een
zijde makkelijk kunnen worden ingeklikt.
Monteer en stel de besturingsstangen analoog met de werkwijze bij het richtingsroer (afbeelding 4) aan de rolroeren
en welvingskleppen van beide vleugels.
Om de hoogteroerbesturing te verlengen moet u de schroef van de stangaansluiting (sie afbeelding 3, pos. 5)
losmaken, de stang afstellen en de instelling vastmaken door de schroef vast te schroeven.
Afbeelding 4
Содержание 1086466
Страница 20: ...20 Bild 11...
Страница 50: ...50 Figure 11...
Страница 80: ...80 Figure 11...
Страница 110: ...110 Afbeelding 11...
Страница 122: ...122...
Страница 123: ...123...