b) projectieklok
Bij gebruik met batterij wordt de geïntegreerde projector alleen dan geactiveerd (ca. 5
seconden), als u op de „SNOOZE/LIGHT“-toets (1) aan de bovenkant van de projectieklok
drukt.
Bij gebruik via de meegeleverde netvoedingadapter is de projector continu geactiveerd.
De batterijen dienen dan als ondersteuningsbatterijen bij bijv. stroomuitval.
-
Verbind de meegeleverde netvoedingadapter met de betreffende bus (12) van de projectieklok
en steek haar in een stopcontact.
-
Open het batterijvak (18) aan de achterzijde van de projectieklok, door de deksel van het bat-
terijvak naar onderen toe eruit te schuiven.
Plaats drie batterijen van het type mignon/AA in de juiste richting in het batterijvak (let op
plus/+ en min/-). In het batterijvak treft u een afbeelding van de polariteitsrichting aan.
Na het plaatsen van de batterijen geeft de projectieklok een kort geluidssignaal weer en de
display geeft alle displaysegmenten weer.
-
Mochten er nu rare tekens in de display verschijnen, druk dan kort op de „RESET“-toets (17)
in het batterijvak (bijv. met een tandenstoker) of verwijder de batterijen gedurende een paar
seconden resp. koppel de netvoedingadapter los van de projectieklok.
-
Sluit het batterijvak weer.
-
De projectieklok start nu de ontvangstpoging voor de herkenning van de beschikbare buiten-
sensoren, onder in de display knippert het sensornummer. Deze ontvangstpoging duurt enkele
minuten.
Plaats de projectieklok niet naast apparaten, metalen onderdelen, leidingen enz., omdat
dit de ontvangst verslechtert. Dit geldt ook voor de volgende DCF-ontvangst. Er is boven-
dien een slechte ontvangst mogelijk bij isolatieramen met een opgedampte metaallaag,
gewapend beton, speciaal gecoat behangpapier of in kelders.
-
Aansluitend start de projectieklok de ontvangstpoging voor het DCF-signaal, deze geeft een
knipperend radiotorensymbool weer rechts boven de secondeaanduiding.
-
Het waarnemen van het DCF-signaal en de evaluatie daarvan duurt ongeveer 5 minuten. Ver-
plaats de projectieklok in de tussentijd niet. Bedien geen toets.
-
Als de projectieklok het DCF-signaal foutloos heeft geëvalueerd, verschijnt de huidige tijd en
de datum in de display en het radiotorensymbool stopt met knipperen. Tijdens de zomertijd
verschijnt „DST“(= „Daylight Saving Time“ = zomertijd) boven het radiotorensymbool.
-
Bij een DCF-signaal gaat het om een signaal dat door een
zender in Mainflingen (in de buurt van Frankfurt am Main,
Duitsland) wordt uitgezonden.
Diens reikwijdte bedraagt tot en met 1.500 km, bij ideale
ontvangstomstandigheden zelfs tot en met 2.000 km.
Het DCF-signaal omvat onder andere de exacte tijd (af-
wijking theoretisch 1 seconde op een miljoen jaar!) en de
datum.
Hierdoor valt dus ook de omslachtige handmatige instel-
ling van de zomer- en wintertijd weg.
-
De synchronisatie van de projectieklok met het DCF-signaal vindt dagelijks om 08:00:00,
02:00, 14:00:00, 20:00:00 en 05:00 uur plaats. Zelfs één succesvolle ontvangst per dag
voldoet om de afwijking van de aanduiding onder een seconde te houden.
Het radiotorensymbool geeft aan hoe sterk het DCF-signaal wordt ontvangen. Des te
meer strepen, des te sterker is het signaal.
Als er na 10 minuten nog steeds geen actuele tijd in de display van de projectieklok wordt
weergegeven, zet de projectieklok dan op een andere plek.
Druk dan kort op de „RECEIVE“-toets in het batterijvak van de projectieklok om de DCF-
ontvangstpoging opnieuw te starten.
Optioneel kunnen de tijd en de datum handmatig op de projectieklok worden ingesteld.
opstelling / montage
-
De projectieklok en de netvoedingadapter mogen alleen in droge, gesloten binnenruimtes ge-
bruikt worden. Zet de projectieklok op een horizontaal, stabiel, voldoende groot oppervlak.
Bescherm waardevolle meubeloppervlakken met een geschikte onderlegger, anders kunnen er
krassen ontstaan.
-
De buitensensor is bestemd voor de montage in het beschutte buitenbereik, hang het via de
opening (F) aan een schroef of spijker op.
U moet de buitensensor tegen directe neerslag of directe zoninstraling beschermen, anders
kan de luchttemperatuur niet worden gemeten. Gebruik de buitensensor nooit in of onder
water, daardoor raakt hij beschadigd!
tijd/datum handmatig instellen
Wordt de tijd of de datum veranderd, dan wordt de DCF-ontvangst automatisch uitge-
schakeld.
-
Houd de „TIME“ -toets (4) gedurende ongeveer 2 seconden ingedrukt, tot de aanduiding van
het jaar knippert.
-
Met de „
▲
“-toets (6) resp. „
▼
/24“-toets (7) kunt u het jaar instellen.
Als de betreffende toets langer wordt ingedrukt, vindt een snelloopfunctie plaats. Dit
geldt ook bij de instelling van de maand, datum, uren en minuten.
Als u gedurende ongeveer 30 seconden geen toets indrukt, slaat de projectieklok alle
invoeren op en verlaat automatisch de instelmodus.
Houd, als u de instelmodus voortijdig wilt verlaten, de „TIME“-toets (4) gedurende onge-
veer 2 seconden ingedrukt.
-
Druk kort op de „TIME“-toets (4) en de maand knippert. Stel deze in met de „
▲
“ (6) resp.
„
▼
/24“-toets (7).
-
Druk kort op de „TIME“-toets (4) en de datum knippert. Stel deze in met de „
▲
“-toets (6) resp.
„
▼
/24“-toets (7).
-
Druk kort op de „TIME“-toets (4) en de aanduiding van de uren knippert. Stel deze in met de
„UP“ (6) resp. „
▼
/24“-toets (7).
-
Druk kort op de „TIME“-toets (4) en de aanduiding van de minuten knippert. Stel deze in met
de „
▲
“ (6) resp. „
▼
/24“-toets (7).
-
Druk kort op de „TIME“-toets (4) en de aanduiding van de seconden knippert. Als u de „
▲
“-to-
ets (6) resp. „
▼
/24“-toets (7) kort indrukt, worden de seconden op „00“ ingesteld.
-
Druk kort op de „TIME“-toets (4), rechtsboven in de display knippert de taal voor de aandui-
ding van de weekdag. Stel deze met de„
▲
“ (6) resp. „
▼
/24“ (7)-toets in („DE“= Duits, „GB“=
Engels, „FR“= Frans, „ES“= Spaans, „IT“= Italiaans).
-
Druk nogmaals kort op de „TIME“-toets (4), alle instellingen worden nu opgeslagen en de
instelmodus wordt verlaten.
U kunt ook eenvoudig 30 seconden wachten zonder op een toets te drukken, op die manier
slaat de projectieklok alle invoeren op en verlaat automatisch de instelmodus.
dCf-ontVangst handmatig starten
Druk kort op de „RECEIVE“-toets (13) in het batterijvak van de projectieklok. Het radiotorensym-
bool rechts naast de secondeaanduiding knippert.
De ontvangstpoging duurt ongeveer 5 minuten, verplaats de projectieklok gedurende deze tijd
niet en druk geen toets in.
Indien hierna nog steeds geen actuele tijdsaanduiding en datum verschijnen, kies dan een andere
plaats voor de projectieklok en doe een nieuwe ontvangstpoging.
Plaats de projectieklok niet naast elektronische apparaten, metaaldelen, kabels enz. Een
slechte ontvangst is bovendien te verwachten bij gemetalliseerde isolatieramen, staalbe-
tonconstructies, antistatisch speciaal behang of in kelderruimtes.
Vinden buitensensor handmatig starten
Houd de „
▼
/24“-toets (7) ongeveer 3 seconden ingedrukt, tot het kanaalnummer van de buiten-
sensor knippert. Het zoeken naar de sensor duurt enkele minuten. Verplaats de buitensensor en
de projectieklok gedurende deze tijd niet, druk geen toets in.
temperatuureenheid °C/°f omsChakelen
Druk in het batterijvak van de projectieklok kort op de „°C/°F“-toets (14), om tussen de tempera-
tuureenheid °C (graden Celsius) en °F (graden Fahrenheit) om te schakelen.
omsChakelen tussen modi 12u / 24u
-
Druk kort op de „
▼
/24“-toets (7) om tussen de 12u- en 24u-modus om te schakelen.
-
Bij de 12 uur-modus wordt bij de eerste helft van de dag het symbool „AM“ aangeduid en bij de
tweede helft van de dag „PM“.
projeCtorfunCtie
-
Bij batterijgebruik wordt de projector alleen dan gedurende enkele seconden geactiveerd, als
de „SNOOZE/LIGHT“-toets (1) kort wordt ingedrukt.
-
Bij gebruik via de meegeleverde netvoedingadapter is de projector continu actief.
-
Druk, om de projectie 180° te draaien, op toets (10) aan de bovenkant van de projectieklok.
-
Via het focusinstelwieltje (11) aan de achterkant kan de projectie scherp worden gesteld.
-
Zwenk de projector (9) naar voren of naar achteren, om de projectie op de gewenste positie
weer te geven.
-
De projectie geeft de tijd en de temperatuurwaarden weer (afwisselend binnen- en buitentem-
peratuur; bij de aanduiding van de buitentemperatuur wordt aanvullend „OUT“ weergegeven).
naChtliChtfunCtie
Via de schuifschakelaar (15) in het batterijvak kan een nachtlichtfunctie in- resp. uit worden ge-
schakeld.
Hierbij wordt de achtergrondverlichting van de display automatisch geactiveerd (in gedimde
lichtsterkte), indien door middel van de zonnecel (16) een gebrek aan licht in de ruimte wordt
vastgesteld.
Schakelstand „ON“:
Nachtlichtfunctie ingeschakeld
Schakelstand „OFF“:
Nachtlichtfunctie uitgeschakeld
wekfunCtie
a) wektijd 1 resp. 2 kiezen en instellen
-
Druk meerdere keren op de „TIME“-toets (4), om tussen de aanduiding van de datum, de wek-
tijd 1 (aanduiding „ALM1“) en de wektijd 2 (aanduiding „ALM2“) om te schakelen.
-
Nadat de wektijd 1 („ALM1“) of de wektijd 2 („ALM2“) wordt aangeduid, de „ALARM“-toets (5)
gedurende 2 seconden ingedrukt houden, zodat de uren van de wektijd gaan knipperen.
-
Stel de uren van de wektijd met de „
▲
“-toets (6) resp. „
▼
/24“-toets (7) in (betreffende toets
voor het snel veranderen langer ingedrukt houden).
-
Druk kort op de „ALARM“-toets (5), nu knippert de minutenaanduiding van de wektijd.
-
Stel de uren van de wektijd met de „
▲
“-toets (6) resp. „
▼
/24“-toets (7) in (betreffende toets
voor het snel veranderen langer ingedrukt houden).
-
Druk kort op de „ALARM“-toets (5), nu wordt de instelmodus verlaten (eventueel gedurende
30 seconden geen toets indrukken).
b) wekfunctie in-/uitschakelen
-
Linksonder in de display moet de datum worden aangeduid (normale aanduiding). Druk hier-
voor zo nodig meerdere keren op de „TIME“-toets (4), tot de datum verschijnt.
-
Druk meerdere keren kort op de „ALARM“-toets (5), om de gewenste wekfunctie in- of uit te
schakelen. De beide wekfuncties kunnen ook gelijktijdig worden ingeschakeld, mocht u deze
nodig hebben.
Boven de secondeaanduiding verschijnt dan een klein belsymbool, welke van de wektijden is
ingeschakeld:
„
1
“
Wektijd 1 ingeschakeld
„
2
“
Wektijd 2 ingeschakeld
„
1
“ en „
2
“
Wektijd 1 en 2 ingeschakeld
Geen symbool
Wekfunctie uitgeschakeld
c) temperatuur-voor-alarm in-/uitschakelen
Het temperatuur-voor-alarm wordt 30 minuten voor de normale wektijd geactiveerd, als
de buitentemperatuur op dit tijdstip lager is dan -3 °C (26 °F). Het temperatuur-voor-
alarm is natuurlijk alleen dan mogelijk, als de betreffende wekfunctie (wektijd 1 of 2) is
ingeschakeld.
U kunt het temperatuur-voor-alarm voor elk van de beide wektijden apart in- of uitscha-
kelen.
-
Kies vervolgens door het meerdere keren kort indrukken van de „TIME“-toets (4) de wektijd 1
(aanduiding „ALM1“) resp. de wektijd 2 (aanduiding „ALM2“).
-
Druk meerdere keren kort op de „ALARM“-toets (5), om tussen de volgende functies om te
schakelen:
„ “
Wekfunctie ingeschakeld
„ “ en „ “
wekfunctie ingeschakeld, temperatuur-voor-alarm ingeschakeld
Geen symbool
Wekfunctie uitgeschakeld
Als het temperatuur-voor-alarm is ingeschakeld, verschijnt het symbool „ “ ook bij de
datumaanduiding.