![Enerpac SLVS-8 Скачать руководство пользователя страница 80](http://html1.mh-extra.com/html/enerpac/slvs-8/slvs-8_instruction-sheet_2411239080.webp)
80
3.
Selecteer met de muis de modus MANUAL. Deze bevindt zich
in het scherm MODE. Alle cilinders zijn direct geselecteerd en
dit wordt in het gedeelte ACTIVATE CIRCUITS aangegeven
met een groen vakje naast het nummer van de cilinder.
Deselecteer de cilinders door met de muis op het vakje te
klikken. De kleur van het vakje verandert in rood.
4.
Activeer cilinder #1 door met de muis op het vakje te klikken.
De andere cilinders mogen niet worden geactiveerd.
5.
Klik op de knop ALL UP. Controleer of de geselecteerde
cilinder verplaatst. Als u geen beweging ziet, controleer dan of
bij een andere cilinder een verplaatsing heeft plaatsgevonden.
Als een andere cilinder is verplaatst, dan wijst dit op een
verkeerde elektrische of hydraulische aansluiting.
OPMERKING: Wanneer een systeem voor de eerste keer is
gemonteerd, dan kan verplaatsing van de cilinders optreden
zonder dat de klep op het spruitstuk is bediend. Dit betekent
dat er lucht in het systeem aanwezig is. Zie nr. 7. Controleer
alle elektrische en hydraulische circuits om zeker te zijn dat
kabels en slangen goed zijn aangesloten. Als de cilinder in
omgekeerde richting werkt, controleer dan of de slangen van
het spruitstuk naar de cilinder en van de pomp naar het
spruitstuk goed zijn aangesloten.
6.
Wanneer de besturing van de cilinder is gecontroleerd,
deselecteert u de cilinder door op het vakje te klikken. Ga door
met het testen van alle overige cilinders.
7.
Het hydraulische systeem moet zijn ontlucht om de last
gelijkmatig te kunnen verplaatsen. Gebruik de klep op de
pomp om alle slangen gelijktijdig te vullen. Gebruik de modus
MANUAL om elke cilinder te ontluchten door deze een aantal
volledige slagen te laten maken. Indien mogelijk moeten de
cilinders horizontaal liggen en met de koppelstukken omhoog
gericht. De voorkeurmethode voor het ontluchten is wanneer
de hydraulische pomp zich op een hoger punt bevindt dan de
cilinders, zodat de lucht naar het pompreservoir kan stijgen.
Vermijd tijdens deze procedure drukopbouw in de cilinder om
zo beschadiging te voorkomen.
8.
Nadat het systeem volledig is ontlucht, stelt u de
ontlastkleppen in.
Draai de hendels van de
DRUKONTLASTKLEP linksom tot een minimale
veerweerstand wordt gevoeld om de ingestelde initiële druk te
reduceren. Laat de cilinders handmatig een volle uitslag
maken terwijl u de V-152 drukontlastklep in het aanvoercircuit
naar de gewenste druk brengt door de hendel rechtsom te
draaien.
OVERSCHRIJD NOOIT DE AANBEVOLEN
LIMIETEN 8.800–9.200 psi (607-634 bar). Zet de cilinder
handmatig een volle slag terug en ga door met het aanpassen
van de V-152 drukontlastklep in het uitvoercircuit. Breng deze
naar de gewenste druk door de hendel rechtsom te draaien.
OVERSCHRIJD NOOIT DE AANBEVOLEN LIMIETEN 1.800-
2.000 psi (124 - 138 bar).
9.
Plaats alle cilinders onder de last. De cilinders dienen op een
stevige ondergrond te worden geplaatst en de zuigerzadels
moeten volledig contact maken met de last.
VOORZICHTIG:
De onderdelen van het systeem zijn ontworpen voor
10.000 psi (700 bar). Een hogere druk kan
systeemfouten veroorzaken en kan de onderdelen van het
systeem beschadigen.
De inschuifdruk moet beperkt zijn tot 1.800-2.000 psi (124 –
138 bar). Een hogere druk kan systeemfouten veroorzaken
en/of de onderdelen van het systeem beschadigen.
Zorg voor een veilige geleiding van kabels en slangen. Stap
nooit op kabels. Zorg dat kabels droog blijven en beschermd
zijn tegen slijtage en directe blootstelling aan vocht.
10.5 Controle Interface Cilindersensor
1.
De sensoren bij elk hefpunt dienen bij de cilinder te zijn
geplaatst zodat een nauwkeurig meting van de
lastverplaatsing mogelijk is.
2.
Trek de sensorkabel handmatig uit om te controleren of de
afgelezen wijziging overeenkomt met het hefpunt dat u test.
Als de cilinder en sensor niet goed samenwerken, dan moet
deze situatie worden gecorrigeerd alvorens het systeem te
gebruiken.
VOORZICHTIG:
Verkeerde gegevens over de
verplaatsing van de last kunnen het resultaat zijn van
SENSOREN die niet op een stevige fundering zijn
geplaatst. Het display kan aangeven dat de sensoren een
verplaatsing signalen, maar de last is wellicht niet verplaatst.
Met als gevolg dat het draagpunt van de cilinder is
verschoven of ingedrukt en dat de sensorpositie als gevolg
daarvan is gewijzigd.
10.6 Klepinstelling Stromingsregeling
Aan de aanvoerzijde van de CILINDERREGELKLEP is een V-8F
STROMINGREGELKLEP geplaatst. Deze klep wordt gebruikt om
het debiet in in- en uitvoerrichting te regelen en kan worden
aangepast om de nauwkeurigheid van het systeem te vergroten
(Raadpleeg "Oplossen van problemen".) Voor de hoogste
nauwkeurigheid in de Hef modus dient het debiet te zijn beperkt tot
maximaal 91 inch
3
/min. [1,5 liter/min.]). Hoe hoger het debiet
tijdens heffen, des te lager de nauwkeurigheid bij het positioneren.
OPMERKING:
In de Handmatig (Manual) modus kunt u elke
cilinder uitschuiven tot deze contact maakt met de last. Als het
systeem is voorzien van een drukomzetter, dan kan de druk van
elke cilinder worden afgelezen op het drukweergavescherm. Zodra
de waarde gaat wijzigen, maakt de cilinder contact met de last.
Zorg dat u telkens slechts één cilinder tegelijk in contact brengt
met de last.
11.0 HEFVOLGORDE
11.1 Handmatig Modus (Manual)
Om met de verplaatsing van de cilinder te starten, moet de meting
beginnen door op de knop START te drukken. Daarna kunnen
enkelvoudige circuits of alle circuits die zijn ingeschakeld, worden
uitgeschoven of ingetrokken. Wanneer alle cilinders gelijktijdig in
de Handmatig modus (MANUAL) worden aangestuurd, is geen
gesynchroniseerde besturing mogelijk. De verplaatsing is te
stoppen door op de knop STOP te klikken of door een toets op het
toetsenbord in te drukken (met uitzondering van Return en de
spatiebalk).
Het vakje Info in het bovenste gedeelte van het programmavenster
geeft aan welke functie wordt gebruikt.
Het scherm Slagwaarde (STROKE VALUE) geeft de verplaatsing
van elk hefpunt aan. Het scherm Verschil (DIVERGENCE) toont
het verschil tussen de maximum en minimum slagwaarde van alle
ingeschakelde circuits.
Het systeem is tevens voorzien van drukopnemers. De druk van
elk circuit kan op het scherm worden afgelezen. Wanneer de
weergegeven waarde begint te veranderen, is er contact met de
last. Zorg dat slechts één cilinder tegelijk is uitgeschoven. Voer bij
elk hefpunt een visuele inspectie uit om zeker te zijn dat elke
cilinder contact maakt met de last.
Door op de knop RESET te klikken, worden de slagwaarden
teruggezet naar nul. De weergave van de absolute sensorwaarde
zal niet wijzigen.
Содержание SLVS-8
Страница 99: ...99 L2543 O 08 01...
Страница 100: ...100...
Страница 101: ...101...
Страница 102: ...102...
Страница 103: ...103...
Страница 104: ...104...
Страница 105: ...105...
Страница 106: ...106 F E A C B D G...
Страница 107: ...107...
Страница 108: ...108...
Страница 109: ...109...
Страница 110: ...110...
Страница 111: ...111...
Страница 112: ...112...