Dräger UCF 1600, Инструкция по эксплуатации

Страница: 144 / 376

144
Onderhoud
●
Reparaties van de warmtebeeldcamera mogen niet door de
eindgebruikers worden uitgevoerd, maar echter alleen door
vakbekwaam servicepersoneel.
●
Als het noodzakelijk is de warmtebeeldcamera te laten
onderhouden of te repareren, dan neem a.u.b. contact op met
Dräger Safety (VS: 800-922-5518) of uw plaatselijke Dräger
vestiging om een zogenaamde "Service Return Authorization
Number" (SRA nr.) te verkrijgen.
Wanneer u de warmtebeeldcamera terugstuurt, dient u dit SRA nr.
op alle verzenddocumenten en op de verpakking aan te geven.
Stuur de warmtebeeldcamera niet terug zonder SRA nr.!
● Omdat de wetgeving en verzendvoorschriften de verzending van
gevaarlijke stoffen en besmette materialen verbieden, dient u de
warmtebeeldcamera te desinfecteren en grondig schoon te
maken, voordat u deze terugstuurt naar Dräger Safety. Hierdoor is
gewaarborgd dat geen gevaarlijke stoffen aan de camera hechten.
Producten die tekens van besmetting tonen, worden voor het
onderhoud professioneel gedecontamineerd. De kosten worden aan
de klant in rekening gebracht.
Dräger biedt op aanvraag een volledige inspectie van de camera aan,
incl. een functietest. Raadpleeg Dräger Safety voor nadere informatie.
Opslag
Om een lange levensduur te waarborgen, is het aan te bevelen de
warmtebeeldcamera en de accessoires altijd bij matige temperatuur
(10
o
C tot 40
o
C; 50
o
F tot 104
o
F, lage luchtvochtigheid) op te slaan.
Wanneer de warmtebeeldcamera bij extreem hoge of lage
temperaturen wordt opgeslagen, kan dit tot storingen van de werking
of beeldoverdracht leiden. Normaal verdwijnen deze problemen,
zodra de warmtebeeldcamera weer de normale opslagtemperatuur
bereikt.
De camera niet blootstellen aan direct zonlicht.
Bij het volgende gebruik van de warmtebeeldcamera evt.
gecondenseerde vochtigheid met een zachte doek van de lens
afvegen.
OPMERKING
Wanneer u de camera langer dan drie uur wilt opslaan, is het aan te
raden de herlaadbare accu uit de warmtebeeldcamera te halen en
separat bij 5
o
C tot 10
o
C resp. 41
o
F tot 50
o
F (b.v. in de koelkast) te
bewaren om de capaciteit zo lang mogelijk te sparen.