19
Alle relais kunnen geprogrammeerd worden om eender welk hoog of
laag niveau te controleren of voor verbinding in een algemeen alarm
systeem (ALrM) zoals b.v. bij een defecte elektrode. De mogelijkheden
zijn afhankelijk van de kanaalinstellingen (geleidbaarheid of °C).
Relais
1.
Druk op
SET
.
2.
Druk op
¿
of
À
tot het toestel [SEt reL] toont en druk op
CAL
om
verder te gaan en op
SET
om te eindigen.
3.
Op de aflezing verschijnt b.v. [r1=EC1(H)], [r1=EC1(L)], [r1=EC2(H)],
[r1=EC2(L)], of [r1=ALrM]. Kies de gewenste instelling voor relais-1
met
¿
of
À
en druk op
CAL
om verder te gaan met alle volgende
relais (r2...r3) of druk op
SET
om te eindigen.
Hiermee kunnen afwijkingen van de aangesloten cel t.o.v. een ideale cel
worden nagegaan.
Celtest
1.
Druk op
SET
.
2.
Druk op
¿
of
À
tot op de aflezing [SEtuP] verschijnt en druk op
CAL
om verder te gaan of op
SET
om te eindigen.
3.
Druk op
CAL
tot op de aflezing [teSt EC] verschijnt. Druk op
SET
indien u uw cel volgens de vergelijking van Ohm wil testen.
4.
De ideale geleidbaarheid wordt getoond terwijl een knipperende [i]
verschijnt. Vergelijk de prestatie van uw cel met de theorie (cm
-1
= 1).
5.
Druk op
CAL
om verder te gaan of op
SET
om te eindigen.
RS232
Indien moeilijkheden bij het tot stand komen van digitale verbindingen
worden ondervonden, is het geraadzaam een lagere baud-rate in te
stellen.
1.
Druk op
SET
.
2.
Druk op
¿
of
À
tot op de aflezing [SEtuP] verschijnt en druk op
CAL
om verder te gaan of op
SET
om te eindigen.
3.
Druk op
CAL
tot op de aflezing b.v. [br=2400] verschijnt. Kies de
gewenste baud-rate (150...4800 b/s) met
¿
of
À
en druk op
CAL
.
4.
Op de aflezing verschijnt b.v. [rS=60] wat betekent dat er om de 60
s gegevens worden doorgestuurd gedurende een normale meetfase
(ingestelde niveaus worden niet overschreden). Stel het gewenste
tijdinterval (0...9999 s) in met
¿
of
À
. Bij niet gebruik, stel in op nul.
5.
Op de aflezing verschijnt b.v. [rS=15], terwijl de (H) & (L) indicators
knipperen, wat betekent dat er om de 15 s gegevens worden
doorgestuurd wanneer een ingesteld niveau wordt overschreden. Stel
het gewenste tijdinterval (0...9999 s) in met
¿
of
À
. Bij niet gebruik,
stel in op nul.
6.
Druk op
CAL
om verder te gaan of op
SET
om te eindigen.