17
Omdat het toestel rechtstreeks aangesloten is op het net, moet het
voorzien zijn van een externe schakelaar indien de lokale wetgeving dit
vereist. Mocht er een netstoring optreden, zal het toestel altijd auto-
matisch verdergaan met de regeling wanneer de spanning weerkeert.
Netspanning:
fase
aan klem (P).
neutraal
aan klem (N).
aarde
aan aardingsklem
Relais:
Er zijn drie relais (REL1...REL3) met spanningsvrije contacten die zo
geprogrammeerd kunnen worden dat zij in werking treden bij
overschrijding van de laag/hoog-niveaus of bij alarm. De aangesloten
belasting moet tussen 100...250 V~, max. 0,5 A, liggen.
Procedure om de verschillende kanalen en hun mogelijkheden in te
stellen volgens uw specifieke toepassingen.
Kanalen
INSTELLEN
1.
Druk op
SET
.
2.
Druk op
¿
of
À
tot het toestel [SEt CHAn] toont en druk op
CAL
om
verder te gaan of op
SET
om te eindigen.
3.
Op de aflezing verschijnt [CH1=EC], [CH1=°C], of [CH1=OFF]. Kies
het gewenste meetbereik voor kanaal-1 met
¿
of
À
en druk op
CAL
om verder te gaan of op
SET
om te eindigen.
4.
Het toestel toont [CH2=EC], [CH2=°C], of [CH2=OFF]. Kies het
gewenste meetbereik voor kanaal-2 met
¿
of
À
en druk op
CAL
om
verder te gaan of op
SET
om te eindigen.
5.
Deze stap
geldt enkel
tenzij kanaal-1 geprogrammeerd is voor
geleidbaarheidsmetingen. Het toestel toont [tc1=°C1] of [tc1=°C2].
Kies de gewenste temperatuurcompensatie-ingang voor kanaal-1
met
¿
of
À
. Druk
CAL
om verder te gaan of
SET
om te eindigen.
6.
Deze stap
geldt enkel
tenzij kanaal-2 geprogrammeerd is voor
geleidbaarheidsmetingen. Het toestel toont [tc2=°C1] of [tc2=°C2].
Kies de gewenste temperatuurcompensatie-ingang voor kanaal-2
met
¿
of
À
. Druk
CAL
om verder te gaan of
SET
om te eindigen.
7.
Deze stap
geldt enkel
tenzij kanaal-1 en kanaal-2 geprogrammeerd
zijn voor hetzelfde meetbereik. Op de aflezing verschijnt [CH.ind.],
[CH.diF.], [CH.And], of [CH.or]. Kies de gewenste funktie met
¿
of
À
en druk op
CAL
om verder te gaan of op
SET
om te eindigen. Funktie
[CH.ind.] betekent dat beide kanalen onafhankelijk van elkaar
werken. Funktie [CH.diF.] betekent dat de relais alleen in werking
treden wanneer een ingesteld verschil tussen beide kanalen wordt
overschreden. Funktie [CH.And.] betekent dat beide kanalen het
ingestelde niveau moeten overschreden hebben vooraleer de relais
worden geactiveerd. Funktie [CH.or] betekent dat de relais in werking
treden wanneer één van beide kanalen een ingesteld niveau
overschrijdt.
[CH1=EC]
: Geleidsbaarheidsmeting
[CH1=°C]
: °C-meting
[CH1=OFF]
: Kanaal is uitgeschakeld