23
snelle °C -ijking
1.
Kies het gewenste kanaal met
¿
of
À
en druk op
CAL
.
2.
Meet de echte temperatuurwaarde van de vloeistofstroom met een
andere elektrode en meter.
3.
Druk op
¿
of
À
tot de aflezing [ShiFt] toont en druk vervolgens op
CAL
om de automatische ijkprocedure te starten.
4.
De aflezing toont b.v. [°C=22.3]. Stel de werkelijke waarde in met
¿
of
À
wanneer [=] stopt met knipperen en druk vervolgens op
CAL
om
terug te keren naar de metingen. Druk echter op
SET
indien u wenst
terug te keren naar de originele metingen. De aflezing toont [rESEt?].
Druk op
CAL
om de verschoven waarden te herzetten of druk op
SET
om te eindigen.
∗
Wanneer het gekozen kanaal geprogrammeerd werd om °C te
regelen, kan het niet geijkt worden, tenzij een Pt1000 (of Pt100) aan
de juiste ingang werd aangesloten.
∗
Zonder Pt1000 (of Pt100), verander de manuele temperatuur-
compensatie met
¿
of
À
en druk op
CAL
om terug te keren naar de
metingen.
GEGEVENS-UITWISSELING
Diagnose
Deze procedure laat toe om enkele belangrijke waarden, opgenomen
tijdens de meet- & ijkfase van de regelaar, op te roepen. Deze waarden
worden herzet na elke nieuwe ijking!
1.
Druk op
SET
.
2.
Druk op
¿
of
À
tot de aflezing [diAGn] toont en druk vervolgens op
CAL
om verder te gaan of op
SET
om te eindigen.
3.
De aflezing toont de celconstante van de geleidbaarheidscel
verbonden met kanaal-1, b.v. [cc1 = 1.056]. Druk op
CAL
om verder
te gaan of op
SET
om te eindigen.
4.
De aflezing toont de celconstante van de geleidbaarheidscel
verbonden met kanaal-2, b.v. [cc2 = 0.981]. Druk op
CAL
om verder
te gaan of op
SET
om te eindigen.
5.
De aflezing toont de door kanaal-1 laagst gemeten waarde, b.v.
[Mi=635]. Druk
CAL
om verder te gaan of
SET
om te eindigen.
6.
De aflezing toont de door kanaal-1 hoogst gemeten waarde, b.v.
[MA=807]. Druk
CAL
om verder te gaan of
SET
om te eindigen.
7.
De aflezing toont de door kanaal-2 laagst gemeten waarde, b.v.
[Mi=312]. Druk
CAL
om verder te gaan of
SET
om te eindigen.
8.
De aflezing toont de door kanaal-2 hoogst gemeten waarde, b.v.
[MA=381]. Druk
CAL
om verder te gaan of
SET
om te eindigen.
Analoge
uitgang
Twee schrijvers, één voor elk kanaal, kunnen aangesloten worden aan de
(+) en (-) klemmen (OUT1) en (OUT2). De 4 tot 20 mA uitgangsstroom
komt overeen met de vooraf ingestelde waarden (zie 'Schrijver' pag. 18).