26
FOUTENONDERZOEK
Verbinden met
een printer
Verbinden met een printer:
Volg de instellingsprocedure voor automatisch drukken op vastgestelde
tijdsintervallen tijdens de procesregeling. Het resultaat ziet er b.v. als volgt
uit:
#005
705 µS1/cm, 21.4 °C (/H) (/P)
(H=hoog-alarm, P=proportioneel)
853 µS2/cm, 54.3 °C (/L) (/O)
(L=laag-alarm, O=aan/uit)
#006
361 µS1/cm, 30.9 °C (/H) (/W)
(H=hoog-alarm, W=wachtfase)
578 µS2/cm, 15.0 °C (/L) (/A)
(L=laag-alarm, A=algemeen alarm)
Deze procedure herzet het toestel in zijn originele fabrieksinstelling.
Herzetten
1.
Zet het toestel AAN terwijl
SET
ingedrukt blijft.
2.
De aflezing toont [Ec=----] terwijl [=] knippert. Geef de ingenieurskode
in (
SET
,
CAL
,
À
,
SET
) om alle parameters in het geheugen te
herzetten naar hun oorspronkelijke fabrieksinstelling.
3.
De aflezing toont even [rESEt] en keert dan terug naar de metingen.