24
Het toestel is voorzien van een standaard RS232-uitgang om het met een
computer, printer of andere R300's te verbinden. De gegevens worden
doorgestuurd in ASCII kode met een programmeerbare snelheid van
150...4800 b/s (8 bit, no parity, 1 start and 2 stopbits, automatic line feed
ON, data transfer protocol Xon/Xoff).
TxD, transmit data aan klem (+) van (IN)(RS232).
TxD, signal ground aan klem (-) van (IN)(RS232).
RxD, receive data aan klem (+) van (OUT)(RS232).
RxD, signal ground aan klem (-) van (OUT)(RS232).
Digitale uitgang
Verbinden met
computer
Verbinden met een computer:
Elk gewenst bevel kan in een computerprogramma worden ingeschakeld
om met het toestel gegevens uit te wisselen. Volg hiertoe nauwkeurig
dezelfde meet- of ijkprocedures zoals in de handleiding beschreven. Het
toestel kan op 2 manieren een bevel herkennen:
Eenvoudig
: de eenvoudige methode kan enkel gebruikt worden wanneer
slechts 1 regelaar aan de computer gekoppeld is (identificatie-nummer
moet op nul staan). Stuur een enkelvoudig karakter naar het toestel en het
voert onmiddellijk het overeenkomstig bevel als volgt uit:
1 = druk op
SET
.
2 = druk
¿
.
3 = druk
À
.
4 = druk op
CAL
.
? = stuur aflezing naar computer.
+ = toetsenbord aan (manuele werking blijft mogelijk).
-
= toetsenbord af (manuele werking onmogelijk).
V = geef een waarde in (enkel geldig in sommige routines).
Volgend voorbeeld toont hoe de computer op
SET
kan drukken volgens
de eenvoudige methode:
10 OPEN "COM1:2400,N,8,2" AS #1
'bereidt communicatiepoort voor
20 PRINT #1,"1"
'
SET
-toets ingedrukt
Uitgebreid
: deze methode wordt bij elke vorm van communicatie gebruikt
zoals voor een netwerk van meerdere R300's gekoppeld aan een
computer. De bevelen dienen altijd te worden voorafgegaan door het
identificatienummer van de regelaar in kwestie (zie Instelling).
#xxx = "#" + identificatienummer (xxx) in ASCII-kode. Alle spaties
(ASCII-32) of CR (ASCII-13) karakters volgend op het
identificatienummer worden genegeerd!
C1
= druk op
SET
.
C2
= druk
¿
.
C3
= druk
À
.
C4
= druk op
CAL
.
C?
= stuur aflezing naar computer.
C+
= toetsenbord aan (manuele werking blijft mogelijk).
C
= toetsenbord af (manuele werking onmogelijk).
V
= geef een waarde in (enkel geldig in sommige routines).
LF
= linefeed (ASCII-10), beëindigt een bevel of ingave en laat het
toestel toe een volgend bevel te ontvangen.