85
Inst
allatie v
an de int
erne eenheid
ARIANE
X
T
PL
US
Let op
Om vervuiling van het water van de installatie en het tapwater te
voorkomen, en om een vroegtijdige vulling van de installatie en de
hieruit voortvloeiende corrosie van onderdelen van de installatie
te voorkomen, wordt aanbevolen om een terugslagklep te instal-
leren met twee kranen (bovenstrooms en benedenstrooms).
2. Afvoer van de veiligheidsklep
3. Het vullen van de installatie
De maximale druk van de verwarmings-/koelinstallatie moet 3 bar
bedragen. De toegestane vuldruk is 1 bar.
Zodra de installatie gevuld is moet u de watertoevoer loskoppelen.
Vermijd om de installatie vaak bij te vullen (enkele keren per maand)
om mogelijke corrosie van het systeem te beperken.
Expansievat
Het systeem is voorzien van een expansievat voor verwarmingsins-
tallaties (8 l). Controleer of het expansievat een passende capaciteit
heeft voor de hoeveelheid water die in de installatie aanwezig is.
Controleer voorafgaand aan het vullen of de vuldruk 1 bar is.
4. Voorbereiding voor de ingebruikname van het
verwarmings-/koelcircuit.
Open de kranen van de aanvoer- en retourleidingen naar de verwar-
mings-/koelinstallatie.
Open de kranen voor het vullen van het verwarmingscircuit.
Sluit de kleppen wanneer de drukmeter de gewenste druk aangeeft.
Ontlucht het systeem, bepaal opnieuw de druk en controleer of alle
afdichtingen stevig vastzitten.
INTERNE UNIT
Reiniging van de installatie
Bij de eerste installatie moet een voorbereidende reiniging van het
systeem uitgevoerd worden.
Om een correcte werking van het product te kunnen garanderen na
iedere reiniging, verversen van het water van de installatie of toevoe-
gen van glycol, controleren hoe de vloeistof van de installatie eruit
ziet: deze vloeistof moet helder en zonder zichtbare verontreinigingen
zijn, en controleren of de hardheid van het water onder de 20° C is.
Keuze van de plaats
De interne eenheid MGP moet geplaatst worden in de buurt van een
ruimte met een woonfunctie, teneinde de best mogelijke prestaties te
kunnen garanderen.
Mininumafstanden voor de installatie
Om correct onderhoud van het systeem mogelijk te maken, moeten
de minimumafstanden voor installatie zoals in de onderstaande fi gu-
ren aangegeven aangehouden worden.
Gebruik voor het plaatsen van het systeem het meegeleverde sja-
bloon en een waterpas.
50 50
500
350 MIN
1. Verwijderen van het voorpaneel
Verwijder de drie schroeven (fi g. 1), verwijder de condensaatafvoer-
bak. Duw de voorste frame omhoog en dan naar voren (fi g.2).
1
2
(Fig. 1)
(Fig. 2)
Afvoer veiligheidsklep
Valve 3 bar