Portofino America
rev. 5 - 08/2004
29
In werking stellen
Plaats de knop van de schakelaar op positie 1. Als het apparaat voorzien is van een automatisch bijvulsysteem, zal het reservoir vanzelf bijgevuld
worden (de groene verklikker gaat uit als het reservoir vol is).
Als integendeel het apparaat niet voorzien is van een automatisch bijvulsysteem, moet men manueel water toevoegen (det. 14). Controleer het
niveau van het water in het reservoir op de gegradueerde niveaumeter, die voorzien is van de indicaties ‘minimum’ en ‘maximum’. Voeg water
toe wanneer het niveau naar het ‘minimum’ zakt. Wanneer het water in het reservoir het juiste niveau bereikt, plaats dan de knop van de
schakelaar op positie 2, waardoor u de weerstand aanzet. Wacht tot het apparaat de vereiste spanning heeft opgebouwd (rode verklikker gaat
uit); draai de stoomkraan enkele seconden open en nadien weer toe: controleer dat de druk in het reservoir ca. 0,9/1 bar is. Het is mogelijk de druk
in het reservoir te regelen met behulp van de pressostaat (zie pag. 29 voor de afstelling). Zet nu een koffie en controleer de doorloopdruk op de
manometer. De druk moet 9 bar zijn. Het is mogelijk de doorloopdruk te regelen met behulp van de schroef die u op de bypass van de pomp vindt
(zie pag. 29).
Voor de modellen AmericaPlus en MaxiAmerica, drukt u, na aan de hoofdschakelaar te hebben gedraaid om het apparaat aan te zetten, ook de
schakelaar in (gele knop) die het doseer-en maaltoestel voedt: het apparaat zal automatisch beginnen en ophouden met malen om het doseertoestel
altijd vol te houden. Controleer steeds of de houder van het toestel genoeg koffiebonen bevat.
Werking van de Halfautomatische P Versie
U verkrijgt de drank door op de schakelaar te drukken die zich boven de gebruikte groep bevindt. Wanneer u voldoende drank hebt verkregen,
drukt u de schakelaar opnieuw in om de cyclus stop te zetten.
Fig. 2
Programmering van de dosis bij de automatische Digital versie: 1
group
Om toegang tot de programmering te verkrijgen gaat u als volgt te werk:
1) Druk op de STOPknop van de groep die u wil programmeren en druk nadien, zonder de
STOPknop los te laten, op CONT (det. 1 fig.2).
U kan nu beginnen programmeren: dit wordt aangegeven door de 4 doseerLEDs (det. 2
fig.2) en de LED (det.3 fig.2) die gelijktijdig beginnen knipperen op het bedieningspaneel
van de te programmeren groep.
2) Druk nu op de knop waarvan u de dosis wil programmeren. Alleen de groen doseerLED
die u aan het programmeren bent, zal nu branden en de geel LED (det.3 fig.2) beginnen te
knipperen.
3) Wanneer u de gewenste hoeveelheid koffie hebt bereikt, drukt u op de STOPknop van
de groep: de dosis wordt zo gememoriseerd.
U gaat analoog te werk om de andere dosissen te programmeren; u drukt alleen de andere
doseerknoppen in.
Om de programmering stop te zetten, drukt u nogmaals op STOP.
Programmering van de dosis bij de automatische Digital versie: 2 group
1) Het is noodzakelijk de richtlijnen van § 1-3 van de programmering van de 1-groep versie te volgen. De geel LED (det.3 fig.2) zal nu knipperen.
2) Druk op de STOPknop van devolgende te programmeren groep en druk nadien, zonder de STOPknop los te laten, op CONT (det. 1 fig.2). Druk
nu op CONT (det.1 fig.2) en de groen doseerLEDs voor de selectie van 1 LANG KOFFIE en 2 LANG KOFFIES (det.2 fig.2), en de geel LED (det.3
fig.2) zal nu knipperen. Druk op de 2 LANFG KOFFIES knop; alleen de groen doseerLED zal nu branden.
3) Keert terug tot het 1° groep en druk op de STOPknop. De programmeringtransfer wordt aangegeven door de rode STOP-LED (det.4 fig.2) van
de 1° groep, en de uitschakeling van de anderen LEDs.
Plaatsing en verbindingsstukken
Vooraleer het apparaat te installeren, raden wij aan de efficiëntie te controleren van de waterleiding (det. 10 fig.1), van de elektriciteitsleidingen
(det. 1 fig.1) en van het gasnet (voor gasverwarmde apparaten).
Om het apparaat correct aan te sluiten is het nodig in een elektrische schakelaar (det. 2 fig.1) te voorzien met zekeringen die aangepast zijn aan
het verbruik van het apparaat. Opgelet: de aarding (geel-groene draad) is verplicht.
Het is ook nodig de hoofdafvoerbuis te controleren alvorens de afvoerbuis van het apparaat (det. 7 fig.1) ermee te verbinden.
Hydraulische verbindingsstukken: - Watertoevoer: verbinding 3/8 buis int.ø mm. 10/12
- Afvoer: buis int.ø mm.16/17
Plaats het apparaat op de werkbank en zoek een geschikte plaats voor de waterverzachter (det. 12 fig.1). Verbind de waterverzachter aan de
kraan (det. 9) door middel van de buis (det. 11 fig.1). Verbind de buis (det. 13) aan het verbindingsstuk voor de watertoevoer (det. 5). Verbind
de buis (det. 7) aan de overloopschaal (det. 6) en nadien aan de hoofdafvoerbuis (det. 8). Plaats een recipiënt onder het afvoerkraantje van de
waterverzachter. (zie richtlijnen voor de regeneratie van de waterverzachter pag.32). Draai de kraan (9) open en laat gedurende ongeveer een
minuut het water lopen om de waterverzachter te reinigen.
Schakel het apparaat aan door de elektrische voedingskabel (det. 3) aan de schakelaar te verbinden (det. 2).
Als het apparaat voorzien is van een gasinstallatie, verbindt u deze door middel van de buis (det. 16 fig.1) aan de kraan (det. 17). Stel de installatie
nadien af door de instructies nauwgezet te volgen.