1 695 655 163
2010-07-17
|
Robert Bosch GmbH
208 | WBE 4510 | Storingen
nl
13.
Storingen
i
Andere mogelijke bedrijfsstoringen zijn voornamelijk van technische aard en moeten door gekwalificeerd tech-
nisch personeel worden gecontroleerd en eventueel worden verholpen. Neem in ieder geval contact op met de
technische dienst van de geautoriseerde dealer voor Bosch-uitrustingen.
i
Om snel in te kunnen grijpen is het belangrijk, om tijdens uw telefoongesprek met de technische dienst de ge-
gevens op het typeplaatje (etiket op de flenszijde van de WBE 4510) en de aard van de storing te vermelden.
Storingen
Oorzaken
Oplossing
Bij het inschakelen
brandt het
beeldscherm niet.
1. Defecte zekering of
ontbreken van een fase.
2. Beschadiging van de zekering
in het elektrische systeem.
3. Beschadiging van de zekering
van de functie- en bedieningstoetsen.
1. Controle van de voedingskabel.
2. Vervangen van de zekering in het elektrische sys-
teem.
3. Vervangen van de zekering.
Let op:
Een opnieuw optredende beschadiging van de
zekering duidt op een bedrijfsstoring! Neem contact
op met de technische dienst.
1
1. Het geheugen van het moederbord heeft de
ijk- en configuratiegegevens verloren.
2. Een of meerdere kalibratiefases
(configuratie, kalibratie van de elektronische
schuifmaat / meetarm) is / zijn niet uitgevoerd.
1. Alle kalibratie- en configuratie
fases herhalen.
2. Ontbrekende programmeringen of
kalibraties uitvoeren.
2
De wielbeschermkap werd opgetild voordat de meting
afgesloten was.
Het einde van de meting afwachten, voordat de wiel-
beschermkap opgetild wordt.
3
1. Bij de start draait het wiel achteruit.
2. Motorwikkelingen omgewisseld.
1. Controleren, dat het wiel tijdens de start stilstaat
en voorkomen, dat het bij het starten achteruit dra-
ait.
2. De correcte aansluiting van de motor controleren.
4
1. De motor draait niet.
2. De motor bereikt niet het vereiste toerental.
3. Bedrijfsstoring in het elektrische systeem.
4. Storing van de elektronische kaart.
1.+ 2. De netspanning controleren (waarschijnlijk te
laag).
3. Vervangen van het elektrische onderdeel of van de
netsnoer.
4. Vervangen van de elektronische kaart.
5
3. Het 1e uitlijngewicht werd niet op het wiel aange-
bracht.
4. De meetsensoren zijn niet correct aangesloten.
1. De kalibratie van het begin af aan herhalen en het
kalibratiegewicht aanbrengen, wanneer de procedure
dit aangeeft (zie 14.4).
2. De aansluiting van de meetsensoren controleren.
6
1. De wielbeschermkap werd niet omlaag gebracht.
2. Beschadiging van de veiligheidsschakelaar
van de wielbeschermkap.
1. De wielbeschermkap bij een aangebracht
wiel omlaag brengen.
2. Vervangen van de schakelaar voor de wielbe-
schermkap.
7
Het faseverschil tussen
de 2 meetsensoren is te groot.
1. Controleren, of het ijkgewicht correct aangebracht
werd;
2. bovendien de aansluiting van het apparaat contro-
leren: waarschijnlijk staat het niet stevig en trilt te
veel;
3. indien het probleem ook na een correcte opstelling
van het apparaat aanduurt, moet het contact tus-
sen meetsensor en printplaat worden gecontrole-
erd);
4. de meetsensor vervangen;
5. indien het probleem na het vervangen van de meet-
sensor niet opgelost is, de printplaat vervangen.
8
De meetsensor aan de binnenkant is niet correct aang-
esloten, is defect of de leiding is onderbroken.
De aansluiting van de linker meetsensor controleren
en deze eventueel vervangen.
9
De meetsensor aan de buitenkant is niet correct aang-
esloten, is defect of de leiding is onderbroken.
De aansluiting van de rechter meetsensor controleren
en deze eventueel vervangen.
10
1. De meetsensor voor de positieherkenning is
defect.
2. De motor draait niet.
1. De aansluiting van de printplaat controleren;
2. zich ervan verzekeren, dat de printplaat voor de
fotocel tegen licht beschermd is en deze eventue-
el afdekken;
3. indien het defect blijft bestaan, de printplaat van
de fotocel controleren en eventueel vervangen.
4. Het elektrische systeem controleren.
Содержание WBE 4510
Страница 2: ......