87
Problemen oplossen
87
H
oo
fd
st
u
k
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
3.
Nadat u op “Advanced” (Geavanceerd) hebt geklikt, verschijnt de
Belkin Wireless LAN Utility. Met dit hulpprogramma kunt u alle
geavanceerde functies van de draadloze kaart van Belkin beheren.
4.
Op het tabblad “Wireless Networks Properties” (Eigenschappen
draadloze netwerken) selecteert u een netwerknaam uit de lijst
“Available networks” (Beschikbare netwerken) en vervolgens
klikt u op de knop “Properties” (Eigenschappen).
5.
Selecteer “WPA-PSK (no server)” (WPA-PSK (zonder server))
onder “Network Authentication” (Netwerkauthentificatie).
6.
Typ de WPA-sleutel in in het veld naast “Network Key” (Netwerksleutel).
Belangrijk:
WPA-PSK is opgebouwd uit een combinatie van cijfers
en letters van A tot Z en 0 tot 9. Voor WPA-PSK kunt u 8 tot 63
tekens invoeren. Deze netwerksleutel dient overeen te komen met
de sleutel die u toekent aan uw draadloze router of accesspoint.
7.
Klik op “OK” en vervolgens op “Apply” (Toepassen)
om de instellingen op te slaan.
Probleem:
Ik heb problemen bij het instellen van Wi-Fi Protected Access (WPA) beveiliging
voor een draadloze netwerkkaart van Belkin in een bedrijfsomgeving.
Oplossing:
1.
Dubbelklik op het signaalindicatorpictogram om het
venster “Wireless Network Utility” te laten verschijnen.
Met de knop “Advanced” (Geavanceerd) kunt u meer
opties van de kaart bekijken en deze configureren.
2.
Met de knop “Advanced” (Geavanceerd) kunt u meer
opties van de kaart bekijken en deze configureren.
3.
Nadat u op “Advanced” (Geavanceerd) hebt geklikt, verschijnt de
Wireless LAN Utility van Belkin. Met dit hulpprogramma kunt u alle
geavanceerde functies van de draadloze kaart van Belkin beheren
.
4.
Op het tabblad “Wireless Networks Properties” (Eigenschappen
draadloze netwerken) selecteert u een netwerknaam uit de lijst
“Available networks” (Beschikbare netwerken) en vervolgens
klikt u op de knop “Properties” (Eigenschappen).
5.
Selecteer “WPA” onder “Network Authentication” (Netwerkauthentificatie).
6.
Selecteer op het tabblad “Authentication” (Authentificatie) de
door uw netwerkbeheerder bepaalde vereiste instellingen.
7.
Klik op “OK” en vervolgens op “Apply” (Toepassen)
om de instellingen op te slaan.