71
Setup van uw computers
71
H
oo
fd
st
u
k
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
4.
Schrijf het IP-adres en subnetmasker over van het
tabblad “IP Address” (IP-adres) (3).
5.
Selecteer het tabblad “Gateway” (2). Vul het gatewayadres in het diagram in.
6.
Selecteer het tabblad “DNS Configuration” (DNS-configuratie) (1). Schrijf het
DNS-adres/de DNS-adressen in het diagram.
7.
Als dit niet al is geselecteerd, selecteert u op het tabblad voor IP-adressen
“Obtain IP address automatically” (IP-adres automatisch ophalen). Klik op
“OK”.
Start de computer opnieuw. Wanneer de computer opnieuw is opgestart, zijn
uw netwerkadapters geconfigureerd voor gebruik met de router.
Installeer EERST de computer die is verbonden met het kabel- of DSL-modem.
Volg daarbij de volgende stappen. U kunt deze stappen ook gebruiken om
computers aan uw router toe te voegen nadat de router geconfigureerd is voor
aansluiting op het Internet.