27
26
Handmatige configuratie van de router
27
26
2. Subnetmasker
- Vul het door uw ISP verstrekte subnetmasker in.
3. Standaard router
-
Voer een standaard gateway IP-adres in. Indien de router binnen
het lokale netwerk geen bestemmingsadres kan vinden, zal hij de
pakketten doorsturen naar de standaard gateway die uw ISP heeft
toegekend.
4. VPI/VCI
- Voer de parameters voor de Virtual Path Identifier (VPI) en
de Virtual Circuit Identifier
(VCI) in. Deze gegevens worden verstrekt door uw ISP.
5. Encapsulation (Encapsulatie)
- Selecteer LLC of VC MUX
afhankelijk van wat uw ISP gebruikt.
Het verbindingstype instellen op Modem Only (Disable
Internet Sharing) (“Internet delen” uitschakelen).
In deze modus fungeert de router uitsluitend als een bridge (brug) voor de
overdracht van pakketten via de DSL-poort. Om een verbinding met het Internet
tot stand te kunnen brengen, moet echter wel extra software op uw computer
worden geïnstalleerd.
1. VPI/VCI
- Voer de parameters voor de Virtual Path Identifier (VPI) en
de Virtual Circuit Identifier (VCI) in. (Toegekend door uw ISP).
2. Encapsulation (Encapsulatie)
- Selecteer LLC of VC MUX.
(Toegekend door uw ISP).
Instellingen DNS (Domain Name Server)
Een “Domain Name Server” is een server op het Internet die URL’s
(Universal Resource Links) als “www.belkin.com” vertaalt naar IP-adressen.
De meeste ISP’s verlangen niet van u dat u deze informatie in de router
invoert. De optie “Automatic from ISP” (Automatisch van ISP) (1) moet zijn