37
36
Handmatige configuratie van de router
37
36
3.
Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) om te eindigen.
De encryptie in de router is nu ingesteld. Iedere computer binnen uw
draadloze netwerk moet nu worden geconfigureerd met dezelfde beveili
gingsinstellingen.
WAARSCHUWING
: Als u de draadloze router of het draadloze accesspoint
vanaf een computer met een draadloze cliënt configureert, dient u ervoor te
zorgen dat de beveiliging voor die draadloze cliënt is INgeschakeld. Als dat
niet zo is, zal de draadloze verbinding namelijk verbroken worden.
Instellingen voor beveiliging van uw draadloze netwerk
wijzigen
Uw router is uitgerust met WPA/WPA2 (Wi-Fi Protected Access), de nieuwste
beveiligingsstandaard voor draadloos netwerkverkeer. Tevens wordt WEP (Wired
Equivalent Privacy)-beveiliging ondersteund. Beveiliging van uw draadloze netwerk
is standaard uitgeschakeld. Om beveiliging mogelijk te maken, dient u eerst te
bepalen welke standaardinstelling u wilt gebruiken. Om de beveilingingsinstellingen
te wijzigen, klikt u op “Security” (Beveiliging) op het tabblad “Wireless” (Draadloos).
WPA-setup
Opmerking:
Om WPA-beveiliging te kunnen gebruiken moeten al uw cliënten
geüpgradet zijn naar stuurprogramma’s en software die WPA ondersteunen. U
kunt ook gratis een beveiligingspatch van Microsoft downloaden. Deze patch werkt
alleen onder het Windows XP-besturingssysteem. U dient tevens van de website
van Belkin het nieuwste stuurprogramma te downloaden voor uw draadloze G
desktop- of notebooknetwerkkaart. Andere besturingssystemen worden op dit
moment nog niet ondersteund. De patch van Microsoft ondersteunt uitsluitend
apparaten zoals 802.11g-producten van Belkin met stuurprogramma’s die WPA
ondersteunen.
Er zijn twee soorten WPA-beveiliging: WPA-PSK (zonder server) en WPA
(met radiusserver). WPA-PSK (zonder server) gebruikt een zogenaamde
“Pre-Shared Key” als beveiligingssleutel. Een Pre-Shared Key is een
wachtwoord dat tussen de 8 en 63 tekens lang is. Dit wachtwoord kan zijn
opgebouwd uit een combinatie van letters, cijfers en andere tekens. Elke
cliënt maakt gebruik van dezelfde sleutel om toegang te krijgen tot het
netwerk. Deze modus wordt doorgaans in een woonomgeving gebruikt.
WPA (met radiusserver) is een configuratie waarin een radiusserver
automatisch de sleutels aan de cliënten toekent. Van deze modus
wordt doorgaans in bedrijfsomgevingen gebruik gemaakt.
WPA2 is de tweede generatie WPA die gebruik maakt van
een complexere encryptietechniek dan WPA.