N
eder
lands
16
deze worden gebruikt. De aanbevolen plaats voor de tip is op of in het rechteratrium, of het
verbindingspunt van de vena cava superior/rechteratrium (SVC/RA).
1
Controleer het lumen en de extensies voor en na elke behandeling op tekenen van schade of
slijtage.
Maak de katheterconnectoren niet te stevig vast. Hierdoor kunnen de connectoren breken.
Volg altijd de juiste steriele technieken wanneer u deze katheter en alle steriele items gebruikt.
Gebruik de katheter of de onderdelen van de set niet als het steriele zegel is verbroken.
Gebruik geen beschadigde katheter (bijvoorbeeld een geplette, gekrompen of ingesneden
katheter) of beschadigde onderdelen van de set, zoals connectoren met gestripte draden.
Om luchtembolie te voorkomen moet de katheter altijd zijn vastgeklemd, behalve wanneer
een aansluiting met een bloedlijn is gemaakt of tijdens een behandeling met een spuit.
Klem de katheterlumina niet vast. U moet de klemmen alleen vastmaken aan de slangex-
tensies.
Gebruik alleen zachte forceps of forceps met klauwen wanneer u de bijgeleverde katheter-
klemmen niet gebruikt. Wissel de plaats van de klem af om te voorkomen dat de presta-
ties van de slang afnemen en om de levensduur te verlengen. Plaats de klemmen niet nabij de
adapters en het katheterlichaam.
Wees voorzichtig wanneer u scherpe instrumenten in de buurt van de katheter gebruikt.
Gebruik geen scherpe instrumenten of een schaar om gaas te verwijderen.
Tape injectiedoppen tussen de behandelingen om ongewenste verwijdering te voorkomen.
Bedoeld voor eenmalig gebruik. NIET OPNIEUW GEBRUIKEN. Opnieuw gebruiken en/of
opnieuw verpakken kan het risico op infectie van de patiënt of de gebruiker creëren, de struc-
turele integriteit en/of essentieel materiaal en ontwerpkarakteristieken van het instrument
in gevaar brengen, wat kan leiden tot storing van het instrument, en/of tot letsel, ziekte of de
dood van de patiënt.
Steriliseer de accessoires in de katheterset niet opnieuw. De fabrikant kan niet aansprakelijk
worden gehouden voor schade die veroorzaakt is door het opnieuw steriliseren van de ka-
theter of de onderdelen van de set.
Forceer de geleidedraad, de dilatators, of “peel away”-introducer tijdens de insertie niet omdat
de mogelijkheid tot vaatperforatie en schade bestaat.
Voorkom te lange blootstelling aan ultraviolet licht om schade aan de katheter te voorkomen.
Plaats de “peel away”-introducer niet verder dan nodig. Het is misschien niet nodig om de
introducer volledig in te brengen vanwege de grootte van de patiënt en de toegangssite.
Gebruik het apparaat om de geleidedraad recht te houden om de J-geleidedraad in de intro-
ducernaald in te brengen. Forceer de J-geleidedraad niet tijdens het inbrengen of verwijderen
omdat de draad kan breken.
Gebruik alleen bedrade luer-lock-connectoren (waaronder spuiten, bloedlijnen en injectiedop-
pen) met de katheteradapters.
Bekerf of doorprik de katheterlumina of extensies niet tijdens het hechten.
Maak de hechtingen niet te vast.
Irrigeer de katheter met een zoutoplossing en klem vervolgens de extensies vast.
Wanneer u met heparine infuseert, flusht u snel en maakt u de klemmen onmiddellijk vast
zodat de heparine het distale uiteinde van het lumen bereikt. Infuseer niet met een gesloten
klem of infuseer niet met kracht een geblokkeerde katheter. Wanneer u met kracht een geblok-
keerde katheter infuseert, kan er achterdruk ontstaan en kan de adapter uit de slang komen.
Gebruik voor geen enkel onderdeel van de katheterlijn een aceton- of jodiumoplossing. Dit
kan schade aan de katheter veroorzaken.
Содержание retrO
Страница 107: ......