Axor Uno 38119 Series, Руководство по установке

Страница: 12 / 80

1 2 NL
V E I L I G H E I D S I N S T R U C T I E S
Bij de montage moeten ter voorkoming van knel- en snijwonden handschoenen
worden gedragen.
Het product mag alleen voor het wassen, hygiënische doeleinden en voor de
lichaamreiniging worden gebruikt.
Kinderen mogen het product alleen zonder toezicht gebruiken wanneer zij
voldoende instructies hebben gekregen om het product op een veilige manier te
gebruiken en de gevaren van een verkeerde bediening begrijpen.
Grote drukverschillen tussen de koud- en warmwatertoevoer dienen vermeden te
worden.
E L E K T R I S C H E A A N S L U I T I N G
Bij de elektrische installatie moeten de overeenkomstige VDE-, nationale en EVU-
voorschriften in de geldige versie in acht genomen worden.
De installatie- en controlewerkzaamheden moeten uitgevoerd worden door een
erkende electricien die rekening houdt met DIN VDE 0100 Deel 701 ⁄
IEC 60364-7-701.
De volledige stroomtoevoer gebeurt via een 240V⁄N⁄PE ⁄50Hz
wisselstroomaansluiting.
Deze moet middels een 2-polige FI-schakelaar met 30mA afgezekerd worden.
De veiligheidsinrichting moet regelmatig op functionaliteit gecontroleerd worden.
De omgevingstemperatuur mag niet hoger zijn dan 50 ºC.
Er moet gegarandeerd zijn dat het product gescheiden kan worden van het
stroomnet, bv. door een alpolige schakelaar conform EN 60335-1 § 24.3.
T R A F O
De spanningsvoorziening van 2 V DC SELV mag enkel plaatsvinden via de
meegeleverde transformator type 19769620. De transformator moet buiten de
zones 0, 1 en 2 in een verzonken contactdoos van het gebouw aanrakingsveilig
ingebouwd worden. (zie blz. 63)
De netspanning van 100 - 240 V AC 50 - 60 Hz moet via een ontkoppelinrichitng
(schakelaar) en via een verliesstroomschakelaar (RCD ⁄ FI) met een toegekende
verschilstroom ≤ 30 mA gebeuren.
De transformator type 19769620 is enkel geschikt voor de spanningsvoorziening
van de producten 38119XXX / 38120XXX geeignet.
Aan een transformator van de kant-en-klare set kunnen maximum vier armaturen
aangesloten worden.
M O N T A G E - I N S T R U C T I E S
⁄ Vóór de montage moet het product gecontroleerd worden op transportschade. Na
de inbouw wordt geen transport- of oppervlakteschade meer aanvaard.
⁄ De leidingen en armaturen moeten gemonteerd, gespoeld en gecontroleerd
worden volgens de geldige normen. Installatie naar EN 1717.
⁄ De in de overeenkomstige landen geldende installatierichtlijnen moeten nageleefd
worden.
⁄ Alle werkzaamheden mogen alleen uitgevoerd worden in de spanningsvrije
toestand.
⁄ Eerst moet de basisset met bestelnummer 16180180 geïnstalleerd zijn.
⁄ Verbindingsleiding armatuur ⁄ transformator met behulp van een kabeltrekker in de
lege buis (EN 20) trekken.
⁄ Voor de montage mag enkel materiaal gebruikt worden dat aan de normen
voldoet.
⁄ Alle componenten moeten toegankelijk blijven.
⁄ Na een geslaagde montage moet de uitlaattemperatuur van de armatuur
gecontroleerd en op de gewenste temperatuur van de klant ingesteld worden.
⁄ Het product is uitsluitend ontworpen voor drinkwater!
T E C H N I S C H E G E G E V E N S
Armatuur standaard met EcoSmart
®
(doorstroombegrenzer)
Werkdruk: max. max. 1 MPa
Aanbevolen werkdruk: 0,1 - 0,5 MPa
Getest bij: 1,6 MPa
(1 MPa = 10 bar = 147 PSI)
Temperatuur warm water: max. 60°C
Thermische desinfectie: 70°C ⁄ 4 min
T R A F O
Ingang (IN):
100 - 240 V ⁄ 50 - 60 Hz ⁄ 70 - 170 mA
Uitgang (OUT): 6 V DC ⁄ 500 mA
Beveiligingsklasse: IPX1
Serienummer: 19769620 (zie typeplaatje)
Afmetingen: zie blz. 62
Gewicht: 81 g
⁄ De transformator mag niet in veiligheidszone 0, 1 of 2 ingebouwd worden.
⁄ De transformator moet aanrakingsveilig in een verzonken schakeldoos van het
gebouw ingebouwd worden. Die verzonken schakeldoos is via een lege buis
EN 20 verbonden met de armatuur.
V E R B I N D I N G S L E I D I N G A R M A T U U R ⁄ T R A N S F O R M A T O R
Kabellengte:
7 m
Aderdiameter: ca. 0,25 mm²
- Aderkleur: Zwart (GND)
+ Aderkleur Rood
Aansluiting aan transformator: Klemverbinding
Lege buis voor kabel: EN 20
Indien de verbindingsleiding wordt verkort, moet deze voorzien worden van
adereindhulzen 0,25 mm² en een contactlengte van 8 mm.
M O D U S 1 (Fabrieksinstelling)
lang bereik (Waterafgifte alleen wanneer hand binnen detectiegedeelte)
Naloop tijdec:
1 - 2 sec
Automatisch uitschakelen: 10 sec
M O D U S 2
kort bereik (ca. 50 mm gereduceerd, waterafgifte alleen wanneer hand binnen
detectiegedeelte, sensor-LED en LED aan het besturingsapparaat knippert 1 x bij het
sluiten van de magneetklep)
Naloop tijdec:
1 - 2 sec
Automatisch uitschakelen: 10 sec
M O D U S 3
Na activering detectiegedeelte continue werking met timeout:
8 sec
Bereik = Modus 1
R E I N I G I N G S M O D U S
alleen bij normale werking activeerbaar:
60 sec
C O N T I N U E S P O E L I N G
alleen bij normale werking activeerbaar:
200 sec
H Y G I Ë N E S P O E L I N G
Armatuur activeert zich 24 h na het laatste gebruik vanzelf (Fabrieksinstelling =
gedeactiveerd):
10 sec
N E T R E S E T
Na een nieuwe start van het systeem blijft de als laatste ingestelde bedrijfsmodus
behouden, omschakelen naar normale werking na ca.:
10 sec
N O R M A A L G E B R U I K
⁄ Fabrieksinstelling = Modus 1 (lang bereik)
⁄ De reikwijdte van het detectiegedeelte is afhankelijk van de optische omgevings-
omstandigheden als oppervlakken, vormen van de wastafels, verlichting, weerspie-
gelingen enz.
⁄ Bij zelfstandige activering moet er omgeschakeld worden naar modus 2 (korte
reikwijdte). Als dat geen oplossing is moet de storingsbron opgespoord en
verwijderd worden!
⁄ Door waterdruppels of condenswater op het sensorvenster kan de kraan
onbedoeld aangaan.
⁄ Bij normale werking kunnen de reinigingsmodus en de continue spoeling geacti-
veerd worden.
M O D U S W I S S E L I N G
⁄ Een moduswisseling is alleen na een nieuwe start van het systeem gedurende de
10 s waarin de weergave-LED brandt via de folietoets aan het besturingsapparaat
mogelijk. Er kan telkens slechts de v´volgende modus van 1 - 3 worden gekozen.
Na modus 3 begint de verstelling opnieuw met modus 1.
⁄ Na het indrukken van de folietoets tijdens de 10 seconden waarin de weergave
-LED brandt wordt door knipperen (1, 2 of 3 keer) telkens de ingestelde modus
aangegeven. Daarna brandt de diode weer continu 10 s en er kan opnieuw
worden omgeschakeld!
⁄ Als gedurende deze tijd de folietoets niet meer wordt ingedrukt schakelt de
besturing met de actueel ingestelde modus na ca. 50 s om naar normale werking!