I
NL
WAT U MOET WETEN
Deze compressor is gebouwd om met intermitterend bedrijf te werken, zoals aangegeven op het plaatje met technische
gegevens (zo betekent bijvoorbeeld S3-50 5 minuten bedrijf en 5 minuten rust), om overmatige oververhitting van de
elektromotor te voorkomen. Als dat mocht gebeuren, grijpt de thermische beveiliging van de motor in door automatisch de
spanning te onderbreken wanneer de temperatuur te hoog is vanwege een overmatige stroomabsorptie.
Bij de
eenfase
versies moet men met de hand op de reset-knop op de klemmendoos van de motor drukken
(fig. 1).
Om het opnieuw opstarten van de machine te vereenvoudigen,
moeten niet alleen de beschreven handelingen
worden uitgevoerd
, maar ook de drukknop op de pressostaat worden bediend: deze moet eerst in de uitgeschakelde
stand en vervolgens in de ingeschakelde stand worden gebracht
(fig. 2a - 2b)
.
Bij de
driefasen
versies hoeft men slechts met de hand de drukknop van de pressostaat te bedienen door deze in de
ingeschakelde stand te brengen, of de drukknop op de thermische beveiliging in de schakelkast te bedienen
(fig. 3a - 3b)
.
De eenfaseversies zijn voorzien van een pressostaat met een luchtafblaasklep met vertraagde sluiting (of van een klep
gesitueerd op de afsluitklep) die het starten van de motor vereenvoudigt: het is dan ook normaal dat bij lege ketel gedurende
enkele seconden nog lucht door deze klep wordt afgeblazen.
Alle compressoren zijn voorzien van een veiligheidsklep die ingrijpt in geval van onregelmatige werking van de pressostaat,
zodat de veiligheid van de machine is gegarandeerd
(fig. 4)
.
Alle tweetrapscompressoren zijn voorzien van veiligheidskleppen op het spruitstuk voor luchttoevoer naar de ketel en op de
verbindingsbuis tussen de lage en de hoge druk op de kop. Deze grijpen in geval van slechte werking in
(fig. 5)
.
Tijdens het aansluiten van een pneumatisch gereedschap op een buis met perslucht die door de compressor wordt geleverd,
moet de luchtstroom die uit deze buis komt absoluut afgesloten zijn.
Het gebruik van perslucht voor de verschillende toepassingen die mogelijk zijn (opblazen, pneumatische gereedschappen,
lakspuiten, wassen met reinigingsmiddelen uitsluitend op waterbasis enz.) veronderstelt kennis en inachtneming van de
voorschriften die voor de afzonderlijke gevallen gelden.
STARTEN EN GEBRUIK
Monteer de wielen en het pootje (of het zwenkwiel, afhankelijk van het model) volgens de aanwijzingen die in de verpakking
zijn bijgesloten. Monteer voor de versies met vaste poten de kit bestaande uit de voorste beugel of de trillingsdempers indien
voorzien.
Controleer of de werkelijke kenmerken van de installatie (voltage en wattage) overeenkomen met de elektrische gegevens
op het typeplaatje.
Steek de stekker van de stroomkabel in een geschikt stopcontact en controleer of de drukknop van de pressostaat op de
compressor in de uitgeschakelde stand «O» (OFF) staat
(fig. 6a - 6b)
.
Sluit bij de driefasenversies de stekker aan op een schakelkast beveiligd door passende zekeringen.
Laat, bij versies uitgerust met een schakelkast (“Tandem” units of sterdriehoekaanzetters), de installatie en de aansluitingen
(op de motor, de pressostaat en de magneetklep daar waar aanwezig) door gekwalificeerd personeel uitvoeren.
Controleer het oliepeil via de kijkopening en vul eventueel bij door de ontluchtingsplug los te schroeven (
fig. 7a - 7b)
.
Nu is de compressor klaar voor gebruik.
Bedien de schakelaar van de pressostaat (of de keuzeschakelaar bij versies met schakelkast, (
fig. 6a – 6b - 8
): de compressor
start, begint lucht te pompen en voert deze via de toevoerbuis naar de ketel.
Bij de tweetrapsversies wordt de lucht in de lagedruk-cilinderbus gezogen en voorgecomprimeerd. Vervolgens wordt de lucht
via de recirculatiebuis naar de hogedruk-cilinderbus en daarna naar de ketel gevoerd. Deze bedrijfscyclus zorgt voor hogere
drukken en de beschikbaarheid van lucht met 11 bar (15 bar voor speciale machines).
Zodra de maximale waarde van de bedrijfsdruk wordt bereikt (ingesteld door de constructeur tijdens de keuringsfase), stopt
de compressor en blaast de overmaat aan lucht die in de kop en toevoerbuis aanwezig is via een klep onder de pressostaat af
(bij de ster-driehoek versies via een magneetklep die bij het stoppen van de motor wordt geactiveerd).
Dit afblazen vereenvoudigt het opnieuw opstarten van de compressor, aangezien er geen druk meer in de kop aanwezig is. Bij gebruik van
lucht start de compressor automatisch op wanneer de onderste afstelwaarde wordt bereikt (2 bar tussen bovenste en onderste waarde).
Het is mogelijk om de druk in de ketel te controleren door de bijgeleverde manometer af te lezen
(fig. 4)
.
De compressor blijft met deze automatische cyclus werken totdat de schakelaar van de pressostaat (of de keuzeschakelaar
van de schakelkast,
fig. 2a – 9a – 9b)
wordt afgezet.
Als men de compressor opnieuw wil gebruiken, dient men minstens 10 seconden na het uitschakelen te wachten alvorens de
compressor opnieuw te starten.
Bij de versies met schakelkast moet de pressostaat altijd in lijn staan met de ingeschakelde stand I (ON).
Bij de tandemversies staat de bijgeleverde unit het gebruik van één van beide compressorgroepen toe (indien gewenst
met afwisselend gebruik) of van beide gelijktijdig, afhankelijk van de behoeften. In het laatste geval zal het starten op
gedifferentieerde wijze verlopen, om een overmatige absorptie van stroom bij het starten te voorkomen (getimede start).
Содержание 556182 - 62
Страница 2: ...3b 2a 1 2b 3a 6a 4 5 ...
Страница 3: ...7a 7b 8 6b 9b 9a 11 10 ...
Страница 4: ...12 15 13 14a 14b 17 16 18a ...
Страница 5: ...20b 21 19 18b 20c 20a ...