22
WAARSCHUWING
Verander de instelling van de IMPEDANCE SELECTOR
schakelaar niet als het apparaat aan staat, aangezien dit
schade kan veroorzaken aan het apparaat.
ALS HET APPARAAT NIET INGESCHAKELD WORDT
BIJ INDRUKKEN VAN DE STANDBY/ON SCHAKELAAR:
Het is mogelijk dat de IMPEDANCE SELECTOR
schakelaar niet correct in een van beide standen gezet is.
Zet in dat geval de schakelaar correct in een van beide
standen wanneer het apparaat zich in de standby functie
bevindt.
Kies de stand overeenkomstig de eisen van uw
luidsprekersysteem.
(Bovenste stand)
Midden: De impedantie van de luidspreker moet 4
Ω
of hoger
zijn.
Voorste effect:
De impedantie van elk van de luidsprekers moet 6
Ω
of hoger zijn.
Achter: De impedantie van elk van de luidsprekers moet 6
Ω
of hoger zijn.
Hoofd: Als u gebruik maakt van één paar hoofdluidsprekers,
moet de impedantie van elk van de luidsprekers 4
Ω
of
hoger zijn.
Als u gebruik maakt van twee paar hoofdluidsprekers,
moet de impedantie van elk van de luidsprekers 8
Ω
of
hoger zijn.
(Onderste stand)
Midden: De impedantie van de luidspreker moet 8
Ω
of hoger
zijn.
Voorste effect:
De impedantie van elk van de luidsprekers moet 8
Ω
of hoger zijn.
Achter: De impedantie van elk van de luidsprekers moet 8
Ω
of hoger zijn.
Hoofd: Als u gebruik maakt van één paar hoofdluidsprekers,
moet de impedantie van elk van de luidsprekers 8
Ω
of
hoger zijn.
Als u gebruik maakt van twee paar hoofdluidsprekers,
moet de impedantie van elk van de luidsprekers 16
Ω
of hoger zijn.
m
IMPEDANCE SELECTOR schakelaar
SEE INSTRUCTION MANUAL FOR CORRECT SETTING.
CAUTION
SPEAKERS
A
B
A
B
REAR
MAIN
SWITCHED
AC OUTLETS
IMPEDANCE SELECTOR
CENTER
: 4
Ω
MIN. / SPEAKER
FRONT
: 6
Ω
MIN. / SPEAKER
REAR
: 6
Ω
MIN. / SPEAKER
MAIN A OR B: 4
Ω
MIN. / SPEAKER
A B : 8
Ω
MIN. / SPEAKER
CENTER : 8
Ω
MIN. / SPEAKER
FRONT
: 8
Ω
MIN. / SPEAKER
REAR
: 8
Ω
MIN. / SPEAKER
MAIN A OR B: 8
Ω
MIN. / SPEAKER
A B : I 6
Ω
MIN. / SPEAKER
( SURROUND )
SET BEFORE POWER ON
I00W MAX.
TOTAL
(Modellen voor Europa)
IMPEDANCE SELECTOR
Opmerking betreffende de aansluitingen voor de
hoofdluidspreker:
Op dit apparaat kunnen een of twee luidsprekersystemen
aangesloten worden. Indien u slechts een luidsprekersysteem
aansluit, dient dit aangesloten te worden op de SPEAKERS A
of B aansluitingen.
Opmerking betreffende het aansluiten van een
subwoofer:
Voor het weergeven van discrete signalen kunt u een
subwoofer toevoegen voor het benadrukken van de lage
frekwenties of voor het uitvoeren van de lage tonen van het
subwooferkanaal.
Sluit bij gebruik van een subwoofer de SUBWOOFER
aansluiting van dit apparaat aan op de INPUT aansluiting van
de subwoofer versterker en sluit de luidspreker-aansluitingen
van de subwoofer versterker aan op de subwoofer.
Bij bepaalde subwoofers, zoals bij de Yamaha Active Servo
Processing Subwoofer Systeem, is de versterker en de
subwoofer in hetzelfde component ingebouwd. Voor en
dergelijke subwoofer is alleen de verbinding nodig tussen de
SUBWOOFER aansluiting van dit apparaat en de INPUT
aansluiting van de subwoofer.
(Zie pagina 23 voor bijzonderheden betreffende de
SUBWOOFER aansluiting.)
VOORBEREIDING