14
Let op: De stekker van dit apparaat en overige componenten pas insteken nadat alle
aansluitingen tot stand gebracht zijn.
Alle verbindingen moeten correct zijn, dit wil zeggen L (links) aan L, R (rechts) aan R, “+” aan “+” en “–” aan “–”. Raadpleeg ook de
handleiding van de betreffende aan te sluiten apparatuur.
Audio/video bron-componenten
●
Gebruik RCA type pinstekkerkabels voor audio/video apparatuur, behalve in de verderop beschreven gevallen.
●
De signaaluitgangen (of ingangen) van YAMAHA audio/video apparatuur die op het achterpaneel met de nummers
1
,
2
,
3
,
4
,
enz. worden aangegeven, moeten aangesloten worden op de ingangen met hetzelfde nummer op dit apparaat.
VIDEO
DVD/LD
TV/DBS
IN
VCR 1
OUT
IN
TUNER
VCR 2
OUT
VIDEO
S VIDEO
DVD/LD
TV/DBS
IN
VCR 1
OUT
IN
VCR 2
OUT
MONITOR
OUT
S VIDEO
AUDIO SIGNAL
VIDEO SIGNAL
EXTERNAL DECODER INPUT
2
MAIN
SUB WOOFER
CENTER
SURROUND
TV/DBS
CD
CD
DVD/LD
TAPE/MD
IN
(PLAY)
OUT
(REC)
DVD/LD
COAXIAL
OPTICAL
DIGITAL
RF SIGNAL
DIGITAL SIGNAL
GND
PHONO
1
CD
TAPE/MD
3
4
IN
( PLAY )
OUT
( REC )
AUDIO SIGNAL
OUTPUT
GND
OUTPUT
OUTPUT
LINE OUT
LINE IN
(Modellen voor Europa)
Platenspeler
MD recorder,
Tapedeck, enz.
Tuner
Compact disc speler
m
Basis aansluitingen van audio-apparatuur
(*1):
GND aansluiting
(voor gebruik met platenspeler)
Door de massakabel van de platenspeler te verbinden
met de GND aansluiting, kan het optreden van storende
bromgeluiden minimaal gehouden worden. In sommige
gevallen echter worden er betere resultaten verkregen
wanneer de massakabel niet is aangesloten.
: Geeft de richting van de signalen aan.
Aansluitingen
VOORBEREIDING
(*1)