17
Nederlands
VOORBEREIDING
Opmerkingen
●
Bij aansluiting van audio/video-apparatuur op zowel de
digitale als de analoge aansluitingen van deze apparatuur,
er op letten de aansluitingen niet met elkaar te verwisselen.
●
Zorg er voor de kapjes op hun plaats aan te brengen
waneer de OPTICAL aansluitingen niet gebruikt worden, om
de aansluitingen tegen het binnendringen van stof te
beschermen.
●
Om dit apparaat succesvolle DTS-decodering te laten
uitvoeren, mag de DTS bitstroom tijdens het proces van het
versturen van de DTS bitstream vanaf de DIGITAL OUT
aansluiting van een extern apparaat naar een digitale
signaalingang van dit apparaat niet gewijzigd, omgevormd
of gestoord worden.
●
Op alle digitale audiosignaalaansluitingen is een
schakelfrekwentie van 32 kHz, 44,1 kHz en 48 kHz van
toepassing.
m
Aansluiting op de digitale (OPTICAL en COAXIAL) signaalaansluitingen
Indien uw CD speler, MD recorder, LD speler, DVD speler,
TV/Satelliet tuner, enz is uitgerust met coaxiale of optische
digitale audiosignaalaansluitingen, kunnen deze worden
aangesloten op de COAXIAL of OPTICAL, of beide
aansluitingen van deze apparatuur.
Digitale audiosignalen worden met minder verlies
overgedragen dan analoge audiosignalen. Bovendien zijn
digitale audiosignaalverbindingen noodzakelijk, vooral bij een
LD speler, een DVD speler of een CD speler om signalen die
gecodeerd zijn met Dolby Digital of DTS naar dit apparaat te
sturen.
Voor het maken van een optische digitale aansluiting, het kapje
van de optische aansluitingen verwijderen en deze vervolgens
met elkaar verbinden via het gebruik van een in de handel
verkrijgbare optische glasvezelkabel die voldoet aan de EIAJ
normen. De kans bestaat dat andere kabels niet goed
functioneren.
Ook als u audio/video-apparatuur op de OPTICAL (of
COAXIAL) aansluiting van deze apparatuur aansluit, dient de
apparatuur aangesloten te blijven op de gelijknamige analoge
audiosignaalaansluitingen van deze apparatuur, aangezien het
digitaal signaal niet kan worden opgenomen door een ander
tapedeck of videorecorder dat aangesloten is op enkel de
analoge audiosignaalaansluitingen van deze apparatuur. U
kunt de keuze van de ingangssignalen tussen “digitaal” en
“analoog” gemakkelijk overschakelen. (Zie pagina 35 voor
bijzonderheden.)
* Indien u echter een MD recorder of DAT op de OPTICAL
TAPE/MD IN en OUT aansluitingen van dit apparaat
aansluit, is het mogelijk ingangsbronnen op te nemen die
aangesloten zijn op de OPTICAL digitale signaalingangen
van dit apparaat.
VIDEO
DVD/LD
TV/DBS
IN
VCR 1
OUT
IN
TUNER
VCR 2
OUT
VIDEO
S VIDEO
DVD/LD
TV/DBS
IN
VCR 1
OUT
IN
VCR 2
OUT
MONITOR
OUT
S VIDEO
AUDIO SIGNAL
VIDEO SIGNAL
EXTERNAL DECODER INPUT
2
MAIN
SUB WOOFER
CENTER
SURROUND
TV/DBS
CD
CD
DVD/LD
TAPE/MD
IN
(PLAY)
OUT
(REC)
DVD/LD
COAXIAL
OPTICAL
DIGITAL
RF SIGNAL
DIGITAL SIGNAL
GND
PHONO
1
CD
TAPE/MD
3
4
IN
( PLAY )
OUT
( REC )
AUDIO SIGNAL
COAXIAL
DIGITAL OUT
OPTICAL
DIGITAL OUT
OPTICAL
DIGITAL OUT
OPTICAL
DIGITAL OUT
OPTICAL
DIGITAL OUT
OPTICAL
DIGITAL IN
MD recorder, DAT,
enz.
Compact disc speler
TV/Satelliet tuner
LD speler of DVD speler
(Modellen voor Europa)
: Optische vezelkabel
: Coaxiale kabel