DISPLAY
A
B
C
D E F
G
H
I
A Symbool voor modus „MAX/MIN“
B Meetwaarde van de temperatuur
C Symbool voor modus „SCAN“
D Symbool voor de functie „HOLD“
E Lasersymbool
F Emissiefactorsymbool
G Temperatuureenheid
H Batterijvervangingssymbool
I Waarde van de maximale/minimale
temperatuur
BATTERIJEN PLAATSEN
1. Vervang de batterij, zodra op het uitleesvenster het batterijvervangingssymbool verschijnt.
2. Open het deksel van het batterijcompartiment.
3. Sluit de 9 V-blokbatterij aan op de aansluitstrip. De 9 V-blokbatterij is zodanig uitgevoerd dat
deze alleen in één stand kan worden aangesloten om ompolen te voorkomen. Oefen geen
grote krachten uit bij het inleggen van de batterij.
4. Sluit het deksel van het batterijcompartiment.
INGEBRUIKNAME
a) Werkwijze
Infraroodthermometers meten de oppervlaktetemperatuur van een object. De sensor van de
thermometer registreert de uitgestraalde, gereflecteerde en doorgelaten warmtestraling van
het object en zet deze informatie om in een temperatuurwaarde. De emissiefactor is een
waarde die de karakteristiek van de energiestraling van een materiaal uitdrukt. Hoe hoger
deze waarde, des te hoger is de capaciteit van het materiaal om stralingen uit te zenden.
Veel organische materialen en oppervlakken hebben een emissiefactor van ca. 0,95. Metalen
oppervlakken of glanzende materialen hebben een lagere emissiefactor.
b) Verhouding meetafstand/meetoppervlak (D/S)
• Het doelobject moet groter zijn dan het meetoppervlak van de thermometer om een
nauwkeurige meting te verkrijgen. De geregistreerde temperatuur is de gemiddelde
temperatuur van het gemeten oppervlak.
• Hoe kleiner het doelobject is, des te kleiner moet de meetafstand tussen thermometer en
doelobject zijn.
• De verhouding tussen de afstand tot het doelobject en de grootte van de infrarood-brandvlek
bedraagt 8:1. Bij een afstand van 8 cm tot het doelobject bedraagt de grootte van de
infrarood-brandvlek dienovereenkomstig 1 cm.
ø25, 200
8
D =
1
S
ø50, 400
ø100, 800
Bundelgrootte
(mm)
Legenda
Laser
Infrarood
Meetafstand (mm)
c) Meting
1. Richt de infraroodsensor van de thermometer voor de beste meetresultaten zo loodrecht
mogelijk op het doelobject.
2. Houd de startknop ingedrukt om met de meting te beginnen. Op het uitleesvenster verschijnt
de melding „SCAN“.
3. De gemeten temperatuur wordt op het uitleesvenster getoond.
4. Druk tijdens het ingedrukt houden van de startknop
- eenmaal op de knop „LCD/laser“ om de doellaser te activeren (het lasersymbool verschijnt
op het uitleesvenster),
- druk tweemaal om daarnaast ook de achtergrondverlichting van het LCD in te schakelen,
- driemaal om de doellaser uit te schakelen,
- viermaal om de LCD-achtergrondverlichting weer uit te schakelen.
5. Na het loslaten van de startknop wordt de meetwaarde gedurende circa acht
seconden vastgehouden. Op het uitleesvenster verschijnt „HOLD“.
6. De thermometer wordt na acht seconden inactief te zijn automatisch afgeschakeld.
• Druk op de knop „ºC / ºF“ om tussen de beide eenheden om te schakelen.
• Het apparaat slaat tijdens de actuele meetperiode de maximale en minimale
gemeten temperatuur op. Druk op de knop „MAX/MIN“ om deze waarden onderin het
uitleesvenster weer te geven.
Colofon
Deze gebruiksaanwijzing is een publicatie van de firma Voltcraft®, Lindenweg 15, D-92242 Hirschau/Duitsland, Tel. +49 180/586 582 7
(www.voltcraft.de).
Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Reproducties van welke aard dan ook, bijvoorbeeld fotokopie, microverfilming of de registratie
in elektronische gegevensverwerkingsapparatuur, vereisen de schriftelijke toestemming van de uitgever. Nadruk, ook van uittreksels, verboden.
Deze gebruiksaanwijzing voldoet aan de technische stand bij het in druk bezorgen. Wijziging van techniek en uitrusting voorbehouden.
© Copyright 2012 by Voltcraft®
ONDERHOUD EN REINIGING
Schoonmaken van de lens: Maak gebruik van perslucht om losse deeltjes weg te blazen en
borstel vervolgens het resterende vuil weg met een zachte lensborstel. Reinig het oppervlak met
een lensreinigingsdoekje of een schone, zachte, pluisvrije doek.Mochten er vingerafdrukken of
andere vettige verontreinigingen aanwezig zijn, dan mag het doekje worden bevochtigd met
water of lensreinigingsvloeistof. Gebruik geen zuur, alcohol of andere oplosmiddelen of ruwe,
pluizige doekjes om de lens te reinigen. Voorkom overmatige druk.
Schoonmaken van de buitenkant: Om de behuizing schoon te maken, kan zeep en water of
een mild schoonmaakmiddel worden gebruikt. Gebruik geen schuur- of oplosmiddelen!
VERWIJDERING
a) Product
Elektronische apparaten zijn recyclebare stoffen en horen niet bij het huisvuil.
Als het product niet meer werkt, moet u het volgens de geldende wettelijke bepalingen
voor afvalverwerking inleveren.
Verwijder de geplaatste batterijen/accu’s en gooi deze afzonderlijk van het product
weg.
b) Batterijen / Accu’s
U bent als eindverbruiker volgens de KCA-voorschriften wettelijk verplicht alle lege batterijen
en accu’s in te leveren; verwijdering via het huisvuil is niet toegestaan.
Batterijen/accu´s die schadelijke stoffen bevatten, zijn gemarkeerd met nevenstaand
symbool. Deze mogen niet via het huisvuil worden afgevoerd. De aanduidingen
voor irriterend werkende, zware metalen zijn: Cd = cadmium, Hg = kwik, Pb =
lood (de aanduiding staat op de batterijen/accu’s, bijv. onder de links afgebeelde
vuilnisbaksymbool).
U kunt verbruikte batterijen/accu’s gratis bij de verzamelpunten van uw gemeente,
onze filialen of overal waar batterijen/accu’s worden verkocht, afgeven.
Zo vervult u uw wettelijke verplichtingen en draagt u bij tot de bescherming van het milieu.
TECHNISCHE GEGEVENS
Stroombron:
9 V blokbatterij
Emissionsgrad:
0,95 (niet instelbaar)
Golflengte laser:
630 - 670 nm
Stralingsvermogen laser:
< 1 mW
Laserklasse:
II
Werktemperatuurbereik:
-30 tot +260 ºC (-22 tot +500 ºF)
Opslagtemperatuur:
0 tot +50 ºC (32 tot +122 ºF)
Relatieve luchtvochtigheid:
-20 tot +60 ºC (-4 tot +140 ºF)
Relatieve vochtigheid:
10 – 90 % (Bedrijf)
< 80 % (Opslag)
Afmetingen (B x H x D):
41,5 x 160 x 82 mm
Gewicht:
180 g
Meetbereik
Resolutie
Nauwkeurigheid
-30 tot 0 °C (-22 tot +32 °F)
0,1 ºC/ºF
± 4,5 °C (± 8 °F)
0 tot +260 °C (+32 tot +500 °F)
± 2,5 % rdg ± 2 °C (± 4 °F)
Emissieniveau van verschillende oppervlaktes
De in de bovenstaande tabel vermelde emissieniveaus zijn benaderende waarden.
Verschillende parameters zoals geometrie en oppervlaktekwaliteit kunnen de
emissiegraad van een object beïnvloeden.
Oppervlak
Emissieniveau
Oppervlak
Emissieniveau
Asfalt
0,90 – 0,98
Lak (mat)
0,97
Beton
0,94
Menselijke huid
0,98
IJs
0,96 – 0.98
Mortel
0,89 – 0,91
IJzeroxide
0,78 – 0,82
Papier
0,70 – 0,94
Aarde. Humus
0.92 – 0,96
Plastic
0,85 – 0,95
Gips
0,80 – 0,90
Zand
0,90
Glas/keramiek
0,90 – 0,95
Textiel
0,90
Rubber (zwart)
0,94
Water
0,92 – 0,96
Lak
0,80 – 0,95
Baksteen
0,93 – 0,96