NL - 25
viscount
Handleiding
PROGRAM CHANGE
Program Change (Programma Verandering) is de verzamelnaam van MIDI boodschappen om
programma’s te selecteren. Hiermede kunnen ook klankkleuren worden gekozen op het ontvangende
instrument. Er bestaat een specifieke standaard, ‘General MIDI’, die omschrijft welke klank moet worden
weergegeven bij het ontvangen van een Program Change boodschap. Dit verband wordt meestal in
tabelvorm weergegeven en opgenomen in de handleiding van het instrument dat voldoet aan de ‘General
MIDI’ standaard.
Een Program Change boodschap bevat de volgende informatie:
Program Change:
klank- of prgrammaverandering;
Program Change Number:
het nummer van de klank of het programma dat moet worden geactiveerd.
CONTROL CHANGE
Control Change is de verzamelnaam voor besturingsboodschappen (vaak in relatie tot instelmogelijkheden
en pedalen) die worden gebruikt om meer expressie aan de bespeling toe te voegen. Control Change
boodschappen maken het mogelijk om klankeigenschappen in te stellen (en zonodig ook tijdens het
spelen, “real time”, te wijzigen). Daarbij gaat het om eigenschappen zoals geluidsvolume (CC n.7) of de
stand van de expressiepedalen (CC n.11), enz.
Control Change boodschappen bevatten de volgende informatie:
Control Change:
de bijstelling van een regelorgaan (‘controller’);
Controller Number:
welke ‘controller’ wordt bijgesteld;
Controller Position:
de positie of waarde van de ‘controller’.
SYSTEEM BOODSCHAPPEN
SYSTEM EXCLUSIVE
Deze klasse van MIDI boodschappen kan alleen worden geïnterpreteerd door een instrument dat door
dezelfde fabrikant is gemaakt als het instrument dat deze boodschappen verstuurt. (in sommige gevallen
moet het zelfs gaan om hetzelfde model). Deze boodschappen hebben voornamelijk betrekking op de
toonvorming en de programmeer-parameters.
De orgel gebruikt de ‘System Exclusive’ boodschappen om alle interne parameters te besturen en voor het
in- en uitschakelen van registers.
REAL TIME
Deze klasse van MIDI boodschappen worden gebruikt voor de directe (‘real-time’) besturing van
specifieke modules en functies van een aangesloten instrument. Tot deze klasse van boodschappen
behoren de Start, Stop, Pause/Continue (pauze/doorgaan) en Clock (klok) commando’s.
In de orgel kunnen de volgende boodschappen worden verzonden wanneer de ingebouwde Sequencer
wordt gebruikt:
START:
de Sequencer wordt gestart voor het opnemen (record) of afspelen (play) van een reeks MIDI
boodschappen.
STOP:
de Sequencer wordt gestopt.
PAUSE / CONTINUE:
de Sequencer komt in de ‘pauze’ toestand (deze functie wordt niet door de
orgel ondersteund).
CLOCK:
de snelheid van de Sequencer.
N.B.
De orgel zendt de hierboven beschreven boodschappen niet uit. Zij zijn alleen voor de volledigheid beschreven.
Tot de reeks ‘Real Time’ boodschappen behoort ook de ‘Active Sensing’ (actief waarnemen) code, die
wordt verstuurd om de dialoog tussen twee MIDI instrumenten gaande te houden. Wanneer het
ontvangende instrument na een tijdsinterval van ongeveer 0,3 seconde geen enkele MIDI boodschap of de
‘Active Sensing” code binnen krijgt, beschouwt deze de MIDI verbinding als gedeactiveerd (verbroken) en
zal alle nog klinkende tonen uitschakelen. Bedenk dat het verzenden en ontvangen van deze boodschap
optioneel is. Niet alle instrumenten hebben de mogelijkheid om dit toe te passen.