NL - 24
viscount
Handleiding
7.5 WAT IS MIDI?
Het MIDI interface (Musical Instrument Digital Interface, ofwel digitale koppeling van
muziekinstrumenten) is een standaard die het mogelijk maakt dat instrumenten van verschillende modellen
en merken met elkaar communiceren waarbij speciale afspraken over de te gebruiken codes zijn gemaakt.
MIDI communicatie maakt het dus mogelijk om twee (of meer) instrumenten tegelijk te bespelen,
waardoor het “volle” effect van een ensemble van instrumenten ontstaat. MIDI instrumenten kunnen als
een eenheid samenwerken, waardoor veel meer veelzijdige mogelijkheden ontstaan dan bij losse
instrumenten. Om deze communicatie mogelijk te maken zijn alle MIDI instrumenten uitgerust met twee
of drie 5-pens DIN-connectors, die als volgt worden onderscheiden:
-
MIDI IN:
de aansluiting waarmee het instrument MIDI data ontvangt die door andere MIDI
instrumenten zijn verzonden.
-
MIDI OUT:
de aansluiting waarmee het instrument zelf geproduceerde MIDI data verzendt naar
andere MIDI instrumenten.
-
MIDI THRU:
deze aansluiting, die overigens niet op alle MIDI instrumenten aanwezig is, wordt
gebruik om meerdere MIDI instrumenten onderling door te verbinden (‘door te lussen’). De
verzonden MIDI data zijn volledig gelijk aan de via de betreffende MIDI IN aansluiting ontvangen
data.
De meeste instrumenten die uitgerust zijn met een MIDI interface, verzenden MIDI boodschappen via de
MIDI OUT connector die, bij voorbeeld, specificeren welke noot werd gespeeld en met welke
aanslagdynamiek. Wanneer deze connector is verbonden met de MIDI IN connector van een ander MIDI
instrument, zoals een expander, dan zal dit instrument op dezelfde wijze de noten spelen als gebeurt op
het instrument dat de MIDI data verzond. Deze informatieoverdracht kan ook worden gebruikt om de
gespeelde noten als een reeks van MIDI boodschappen op te slaan. Een “Sequencer” is een apparaat dat
hiervoor wordt gebruikt (sequence = volgorde, reeks). Ook een bespeling van de instrument kan via MIDI
permanent opgeslagen worden in zo’n Sequencer en op elk moment weer op precies dezelfde wijze ten
gehore worden gebracht.
De MIDI procedure maakt het mogelijk om door slechts één verbindingskabel een grote hoeveelheid
digitale data worden door te gegeven. Hiertoe worden meerdere MIDI kanalen gebruikt. Er zijn in totaal
16 MIDI kanalen beschikbaar en net als bij radio-communicatie kunnen twee stations alleen met elkaar
‘praten’ wanneer zij op dezelfde golflengte of op hetzelfde kanaal zijn afgestemd. Op dezelfde wijze
kunnen twee onderling verbonden MIDI instrumenten alleen maar informatie uitwisselen als het zend-
instrument (transmitter) en het ontvang-instrument (receiver) op hetzelfde MIDI kanaal zijn afgesteld.
MIDI boodschappen kunnen in twee hoofdgroepen worden verdeeld: de Kanaalboodschappen (Channel
messages) en de Systeemboodschappen (System messages). Hieronder volgt een korte beschrijving ervan:
KANAALBOODSCHAPPEN (CHANNEL MESSAGES)
De
NOTE ON
boodschap wordt onmiddellijk verstuurd na het indrukken van een toets en bevat de
volgende informatie:
Note On
[Noot Aan]: informatie over wanneer werd een toets ingedrukt;
Note Number
[Nootnummer]: code van de ingedrukte toets en dus van de gespeelde noot;
Velocity
[Snelheid]: een maat voor de kracht, de snelheid waarmee de toets werd ingedrukt.
De nummers voor de toetsen lopen van 0 tot 127, waarbij de centrale C wordt gerepresenteerd met het
nummer 60.
De
NOTE OFF
boodschap, die wordt verstuurd na het loslaten van en toets en als effect heeft dat de
klinkende toon wordt beëindigd, bevat de volgende informatie.
Note Off
[Noot Uit]: informatie over het moment dat een toets wordt losgelaten;
Note Number
[Nootnummer]: code van de losgelaten toets;
Velocity
[Snelheid]: een maat voor de snelheid waarmee de toets werd losgelaten
N.B.:
Een Note On boodschap met Velocity=0 wordt geïnterpreteerd als een Note Off boodschap.