21
VFLPG/VFL/VTL/VRA
Montage
1. Als de verwarmer niet binnen drie maanden in gebruik wordt genomen, moet deze in een droge ruimte (max. 40%
RV) worden bewaard.
2. Verwarmer VFLPG/VFL/VTL is afgestemd op montage in een kanaalsysteem. De verwarmer VRA is afgestemd
op montage in een ventilatieaggregaat.
3. De luchtrichting door de verwarmer moet conform het pijltje voor de luchtrichting op de verwarmer zijn.
4. De verwarmer kan in een horizontaal of een verticaal kanaal worden gemonteerd met het aansluitkastje opzij.
Montage met het aansluitkastje omhoog of omlaag is NIET toegestaan.
5. Een opening naar een kamer moet worden voorzien van een goed vastgezet rooster of een inlaatluchtvoorziening
als beveiliging tegen aanraking van de verwarmingselementen in die gevallen waarin er geen veiligheidsrooster op de
verwarmer is gemonteerd.
6. In de directe nabijheid van de uitblaasopening moet er een tekst worden aangebracht die waarschuwt tegen afdekken.
7. De afstand van of tot bochten in een kanaal, kleppen, filters en dergelijke, moet ten minste de afstand zijn die
correspondeert met de diagonale afmetingen van de verwarmer, d.w.z. van hoek tot hoek in het kanaaldeel van
de verwarmer. Anders bestaat het risico van een ongelijkmatige luchtstroom door de verwarmer, met het risico dat de
oververhittingsbeveiligingen worden geactiveerd.
8. De verwarmer moet worden geïsoleerd volgens geldende bepalingen voor ventilatiekanalen/ventilatieaggregaten.
De isolatie moet bestaan uit onbrandbaar isolatiemateriaal. De isolatie mag het deksel niet verbergen, aangezien het
type- en waarschuwingsplaatje zichtbaar moeten zijn en het deksel geopend moet kunnen worden. De verwarmer
moet toegankelijk zijn voor vervanging en inspectie.
9. De afstand van het plaatomhulsel van de verwarmer tot hout of ander brandbaar materiaal mag NIET kleiner zijn
dan 100 mm.
Onderhoud
1. Onder normale omstandigheden is geen onderhoud nodig. Minimaal een keer per jaar moeten de functies perio diek
worden gecontroleerd en moeten de aansluitingen van de voeding opnieuw worden aangedraaid.
2. Om de isolatie in het verwarmingselement te behouden, moet de voedingsfase minimaal elke 3 maanden worden
aangesloten en 24 uur actief zijn.
Oververhitting
De verwarmer is voorzien van ten minste twee oververhittingsbeveiligingen (waarvan minimaal een handmatig wordt
gereset). Als de handmatig resetbare oververhittingsbeveiliging is geactiveerd, moet met het volgende rekening worden
gehouden:
1. Schakel de stroom uit.
2. Het deksel van de verwarmer mag alleen worden geopend door gekwalificeerd en bevoegd personeel.
3. Ga zorgvuldig na wat de oorzaak is van de activering van de oververhittingsbeveiliging.
4. Wanneer de storing is verholpen, kan de oververhittingsbeveiliging worden gereset.
Summary of Contents for MQC
Page 29: ...29 VFLPG VFL VTL VRA 1 40 2 VFLPG VFL VTL VRA 3 4 5 6 7 8 9 100 1 2 24 3 1 2 3...
Page 35: ...MQEM MQEML 35 VFLPG VFL VTL VRA...
Page 44: ...44 VFLPG VFL VTL VRA MQX MQXL MQY MQYL...
Page 48: ...48 VFLPG VFL VTL VRA MQC MQCL...
Page 53: ...53 VFLPG VFL VTL VRA MQP MQPL...
Page 54: ...54 VFLPG VFL VTL VRA...
Page 55: ...55 VFLPG VFL VTL VRA...