58
6.1 OPSLAG
Bij opslag moet men de motorpomp op een gesloten plaats opslaan; indien de pomp in open lucht blijft staan moet men die
afdekken met een ondoordringbaar zeil. Vermijd vorming van vochtophoping rond de pomp.
Laat het pomphuis niet vol met vloeistof vanbinnen. maak leeg via het speciale deurtje (1 Fig. 3) dat hiervoor is voorzien, door de
handgrepen die het deurtje blokkeren los te schroeven. Inde wintermaanden kan de vloeistof bevriezen en ernstige schade aan
de pomp veroorzaken. Wanneer de vloeistof gevaarlijk is, moet men alle voorzorgsmaatregelen nemen om schade en ongevallen
te voorkomen vooraleer het pomphuis leeg te maken. Laat de as regelmatig draaien om aanslag binnenin de pomp te vermijden.
7
INSTALLATIE
Wanneer de motorpomp in de versie niet op wagen wordt geleverd, moet het onderstel van de motorpompgroep worden verankerd
op een stevige sokkel van genivelleerd beton waarin de funderingsbouten verzonken zijn volgens het schema dat op aanvraag
wordt geleverd. De sokkel moet robuust zijn om elke trilling te absorberen, en sterk genoeg om de uitlijning van de groep pomp/
motor te behouden. De motorpompen op wagens moeten zo horizontaal mogelijk worden geplaatst.
7.1 MONTAGE
Tijdens het verankeren van het onderstel op de sokkel, is het aanbevolen om de vlakheid te controleren met behulp van een
ZDWHUSDVGLHRSGHÁHQVYDQGHWRHYRHURSHQLQJYDQGHSRPSZRUGWJHSODDWVW
Wanneer er aanpassingen nodig mochten zijn, moet men het vlak van de sokkel aan het onderstel aanpassen, nooit het onderstel
aan de sokkel aanpassen.
7.2 LEIDINGEN
Maak de leidingen zorgvuldig schoon vooraleer ze op de pomp aan te sluiten.
de aanzuigleiding moet een diameter hebben, gelijk aan die van de aanzuigopening van de pomp (voor grotere diameters moet
men VARISCO SpA raadplegen). Vermijd indien mogelijk bochten, elleboogstukken of vernauwingen, die de toestroom van
vloeistof naar de pomp kunnen beperken.
Installeer de pomp zo dicht mogelijk bij de vloeistof die gepompt moet worden, (Fig. 6) probeer waar mogelijk de aanzuighoogte
te verminderen (Fig. 7).
De verbindingen van de leidingen voor het aanzuigen moeten perfect luchtdicht zijn: controleer de schroefdraadverbindingen,
GHSDNNLQJHQYDQGHÁHQ]HQGHVQHONRSSHOLQJHQHQ]
De leidingen voor aanzuigen en toevoer moeten gemonteerd worden zodat ze geen spanningen in het pomphuis genereren.
De motorpomp enkel optillen aan de bovenkant van de roll-bar (11 Fig. 1).
'UDDJZHUNNOHGLMHQLVROHUHQGHVFKRHQHQGLHYHUYDDUGLJG]LMQPHWVSHFLÀHNHYHLOLJKHLGVYRRU]LHQLQJHQ
Draag een veiligheidsbril.
Draag beschermende handschoenen.
Draag gehoorbeschermers.
Draag een veiligheidshelm.
Oververhitte oppervlakken (motor en drukregelaar) niet benaderen.
Blijf uit de buurt van bewegende elementen (riemen, enz.).
GEVAAR
Wanneer men in de buurt van de motorpomp werkt:
INSTRUCTIES VOOR HET GEBRUIK EN ONDERHOUD -
DUO JD
Summary of Contents for DUO JD
Page 4: ...4 Fig 6 Fig 7 Fig 8 Fig 9 OK Fig 11 Fig 10 DUO JD...
Page 57: ......
Page 60: ......
Page 64: ......