48
49
hartslagniveau te beginnen. Tijdens de training kunt u het
hartslagniveau met de pijltoetsen veranderen.
7. Om de minuut verschijnen op het profieldisplay de
snelheidsgegevens van de training. Na verloop van 20
minuten verdwijnt het displaybeeld van de monitor naar
links en kunt u de snelheidsgegevens van de afgelopen
20 minuten aflezen. Als u tijdens de training op het
DRAAI-wiel drukt, komen op het monitor de cumulatieve
snelheids-, hellings-, hartslag- en atletiekbaanprofiel te
staan (T80).
8. Door tijdens de training de STOP-toets 1 x in te druk-
ken, staat de mat stil en gaat in een vijf minuten durende
pauzetijd over. Gedurende deze tijd kunt u de onderbro
-
ken training voortzetten door de START-toets te drukken. In
de wachtmodus kunt u ook de training in het geheugen
opslaan (zie bij Geheugenfunctie). Door twee keer op het
Draai-wiel te drukken, beëindigt u het trainingsprogram-
ma; het display toont de gegevens over de geleverde
prestatie en gaat terug in de startmodus.
CONDITIETEST
Met de loopmat zijn twee verschillende conditietests mo
-
gelijk. De lichte conditietest is een wandeltest van 2 km,
die u snel wandelend moet afleggen. Voor personen met
een goede conditie is de Cooper-hardlooptest geschikter,
deze duurt 12 minuten.
1. Druk de DRAAI-toetsl in, totdat het signaallampje naast
de TEST-tekst brandt. Met de DRAAI-toets bevestigt u de
instelling.
2. Druk op de DRAAI-toets, hiermee kunt u kiezen voor de
wandeltest van 2 km of de Coopertest. Met de DRAAI-
toets bevestigt u de instelling.
2 KM LOOPTEST
Bij de wandeltest moet de hartslagmeter worden gebruikt:
de conditie wordt beoordeeld aan de hand van de hart-
slag tijdens het lopen en de tijd die u voor het wandelen
van 2 km nodig had. Aan de test gaat een opwarmfase
van 3 min vooraf. Wij adviseren dan ook aan, om na de
test rustig te blijven door lopen totdat uw hartslagniveau
weer de normale waarde bereikt heeft. Op basis van de
resultaten geeft de console een schatting van uw maxi-
male zuurstofopnamecapaciteit.
BEGin Van DE WanDELtESt:
1. In het tekstveld van de console wordt de lengte van de
deelnemer aan de test gevraagd (HEIGHT): stel deze in
met de pijltoetsen. Bevestig met ENTER. van de deelnemer
gevraagd (SEX): stel dit in met de pijltoetsen. Bevestig met
DRAAI-toets.
3. In het tekstveld van de console wordt het gewicht van
de deelnemer gevraagd (WEIGHT): stel uw gewicht in
met de pijltoetsen. Bevestig met DRAAI-toets.
4. In het tekstveld van de console wordt de leeftijd van de
deelnemer gevraagd (AGE): stel deze in met de pijltoet
-
sen. Bevestig met DRAAI-toets.
5. In het tekstveld van de console wordt gemeld, dat de
opwarmfase van 3 min (WARM UP) kan beginnen. Druk op
START om te beginnen.
6. De helling van de mat wordt automatisch op 1
% gezet; dit simuleert de luchtweerstand. U kunt de snel
-
heid regelen met de snelheidsknoppen. Wij adviseren
voor de opwarmfase een iets hoger wandeltempo dan
gemiddeld.
7. Tijdens het opwarmen telt de klok drie minuten terug.
Wanneer de klok op 0:00 komt, klinkt een geluidssignaal
en begint de eigenlijke test (TEST STARTED!).
UitVoErinG Van DE WanDELtESt:
1. Het is de bedoeling de afstand van 2 km zo snel mo
-
gelijk wandelend af te leggen. U kunt uw loopsnelheid
zelf regelen met de snelheidsknoppen. Let op: u mag niet
hardlopen!
2. Als de hartslagmeting niet werkt, wordt dat in het tekst-
veld van de console aangegeven met de mededeling
CHECK TRANSMITTER. Controleert u in dat geval of u de
gegeven aanwijzingen over het gebruik van de hartslag
-
gordel op de juiste manier hebt opgevolgd.
3. Na 2 km geeft de console een geluidssignaal. Dan be-
gint de automatische afkoelfase van 5 minuten, waarna
de loopmat stopt. In het tekstveld van de console wordt
het testresultaat gegeven in de vorm van uw maximale
zuurstofopnamecapaciteit en een schatting van de con
-
ditie. U kunt dat vergelijken met de bijgaande tabel met
conditieniveaus van diverse leeftijdsgroepen.
COOPERTEST
Bij de Coopertest wordt uw conditie berekend op basis
van de afstand die u in 12 minuten heeft gerend. Hoe
verder u bent gekomen, hoe beter uw conditie is. Aan de
test gaat een opwarmfase van 3 min vooraf. Wij advi-
seren dan ook aan, om na de test rustig te blijven door
lopen totdat uw hartslagniveau weer de normale waarde
bereikt heeft. Op basis van de resultaten geeft de console
een schatting van uw maximale zuurstofopnamecapaci
-
teit.
BEGin Van DE CoopErtESt:
1. In het tekstveld van de console wordt gemeld COOPER
SELECTED. Met de START-toets bevestigt u de instelling.
2. In het tekstveld van de console wordt het geslacht van
de deelnemer gevraagd (SEX): stel dit in met de pijltoet-
sen. Bevestig met DRAAI-toets.
3. In het tekstveld van de console wordt de leeftijd van de
deelnemer gevraagd (AGE): stel deze in met de pijltoet
-
sen. Bevestig met DRAAI-toets.
4. In het tekstveld van de console wordt gemeld, dat de
opwarmfase van 3 min (WARM UP) kan beginnen. Druk op
START om te beginnen.
5. De helling van de mat wordt automatisch op 1 % gezet;
dit simuleert de luchtweerstand. U kunt de snelheid rege-
len met de snelheidsknoppen. Wij adviseren voor de op-
warmfase een iets hoger wandeltempo dan gemiddeld.
6. Tijdens het opwarmen telt de klok drie minuten terug.
Wanneer de klok op 0:00 komt, klinkt een geluidssignaal
en begint de eigenlijke test (TEST STARTED!).
UitVoErinG Van DE CoopErtESt:
1. Het is de bedoeling dat u in 12 minuten een zo groot
mogelijke afstand rennend aflegt. U kunt de snelheid
regelen met de snelheidstoetsen of de SPEED-toets.
2. In het tekstveld van het display staat een schatting van
het testresultaat bij de gebruikte snelheid.
3. Na 12 minuten geeft de console een geluidssignaal.
Dan begint de automatische afkoelfase van 5 minuten,
waarna de loopmat stopt. In het tekstveld van de console
wordt het testresultaat gegeven in de vorm van uw maxi-
male zuurstofopnamecapaciteit en een schatting van de
conditie. U kunt dat vergelijken met de bijgaande tabel
met conditieniveaus van diverse leeftijdsgroepen.
T70 & T80 -
GEBRUIKSAANWIJZING
NEDERLANDS