5 WERKEN MET DE ROTERRA
®
Overtuig u ervan dat er zich niemand in de omgeving van
de machine bevindt als de koppelingsas wordt inge-
schakeld.
Laat tijdens het werk niemand toe binnen een straal van
50 m van de machine.
Stop de trekkermotor voordat u de trekkercabine verlaat.
De instelrol, rotorbescherming en de grondgeleiders zijn
essentiele onderdelen van de beveiliging van de machine.
Werk daarom alleen met de ROTERRA rotorkopeg als
deze hiermee is uitgerust.
Voer als de ROTERRA rotorkopeg voor de eerste maal wordt
ingezet, eerst de controle- en onderhoudspunten uit die in
“7.3 Periodiek onderhoud” worden vermeld, voordat met het
werk wordt begonnen.
- Klap de grondgeleiders naar beneden (fig. 12).
- Laat de ROTERRA rotorkopeg zakken en schakel de
aftakas bij een zo laag mogelijk motortoerental in wanneer
de tanden zich net boven de grond bevinden.
- Voer het aftakastoerental vervolgens op tot 540 of 1000
omw/min.
- Werk met een rijsnelheid van maximaal 7 km/u. Bij hogere
snelheden kan de kwaliteit van het werk minder worden.
- Schakel, wanneer de ROTERRA rotorkopeg wordt ge-
heven, de aftakas uit op het moment dat de tanden zich een
paar centimeter boven de grond bevinden.
Laat de machine
nooit
in geheven stand draaien.
Let op!
De tandwielkast zal een hoge temperatuur krijgen
wanneer langdurig en met grote belasting wordt gewerkt.
Raak de tandwielkast daarom niet zonder beschermende
handschoenen aan voordat deze voldoende is afgekoeld.
- Houd de tandwielkast vrij van grond en andere vervuiling.
Alleen dan is de koelwerking van de koelribben optimaal.
13
12