23
NL
2.
Definities en pictogrammen
2.1.
Definities
“
Gebruiker
”: Persoon of afdeling verantwoordelijk voor
het beheer en de gebruiksveiligheid van het in deze
handleiding beschreven product.
“
Technicus
”:
Bevoegd persoon, belast met de
beschreven onderhoudswerkzaamheden en
werkzaamheden die door de handleiding toegestaan
worden aan de gebruiker, die vakbekwaam en bekend
is met het product.
“
Operator
”: Persoon die gebruik maakt van het product
volgens de gebruiksnormen ervan.
“
PBM
”:
Persoonlijke beschermingsmiddelen tegen
vallen van op een bepaalde hoogte.
“
Connector
”: Verbindingsstuk tussen de onderdelen
van een valbeveiligingssysteem. Dit element is conform
de norm EN 362.
“
Harnasgordel
”: Valbeveiligingsuitrusting
ter
bescherming van het lichaam bestaande uit riemen
en gespen. Het omvat antivalbevestigingspunten
gemarkeerd met een A indien ze alleen gebruikt mogen
worden, of met een A/2 indien ze in combinatie met een
ander A/2-bevestigingspunt gebruikt dienen te worden.
Dit element is conform de norm EN 361.
“
Energieabsorber
”: Element of onderdeel van een
valbeveiligingssysteem ontworpen om de kinetische
energie af te voeren die ontstaat door een val op
hoogte.
“
Leiriem
”: Bevestigingselement of -onderdeel tussen
onderdelen van een valbeveiligingssysteem. Een
leiriem kan bestaan uit een touw in kunstvezels, een
metalen kabel of een riem.
“
Maximale gebruiksbelasting
”: Maximale massa
van de bediener die aangekleed is, uitgerust is met
zijn persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM), zijn
werkkleding, zijn gereedschap en de onderdelen die
hij of zij nodig heeft om zijn reparatie of installatie uit
te voeren.
“
Valbeveiligingssysteem
”: Een geheel dat uit de
volgende elementen bestaat:
– Harnasgordel.
– Valbeveiliging met automatische lijnspanner of
energieabsorber of meelopende valbeveiliging met
een starre ankerlijn of meelopende valbeveiliging
met een flexibele ankerlijn.
– Verankering.
– Verbindingselement.
“
Element van het valbeveiligingssysteem
”: Algemene
term die één van de volgende elementen aanduidt:
– Harnasgordel.
– Valbeveiliging met automatische lijnspanner of
energieabsorber of meelopende valbeveiliging met
een starre ankerlijn of meelopende valbeveiliging
met een flexibele ankerlijn.
– Verankering.
– Verbindingselement.
2.2.
Pictogrammen
GEVAAR
: Geplaatst aan het begin van een regel,
geeft instructies om schade aan personen, en in het
bijzonder dodelijke, ernstige of lichte verwondingen, en
milieuschade te voorkomen.
BELANGRIJK
: Geplaatst aan het begin van een
regel, geeft instructies om defecten en schade aan
uitrusting te voorkomen, die echter geen rechtstreeks
gevaar inhouden voor het leven of de gezondheid van
de operator of van andere personen en/of die geen
milieuschade kunnen veroorzaken.
OPMERKING
: Geplaatst aan het begin van een
regel, geeft instructies over het verzekeren van de
doeltreffendheid of het gebruiksgemak van een
installatie, een gebruik of onderhoudswerkzaamheden.
3.
Gebruiksvoorwaarden
Controles voor gebruik
:
• Controleer de staat van de leiriem over de volledige
lengte:
– de riem, de lijn met kernmantel en/of de draden van
de kunstvezel mogen geen sporen van schuren,
uitrafelen, verbrandingen of breuken presenteren.
• Controleer de staat en werking van de connectors:
geen zichtbare vervorming, openen, sluiten en
blokkeren is mogelijk.
• Controleer de staat van de samenstellende
onderdelen, harnas en connectors. De specifieke
handleidingen van elk van de producten raadplegen.
• Controleer het volledig valbeveiligingssysteem.
4.
Functies en omschrijving
Gebruiksaanbevelingen
:
• LSA: leiriem met energieabsorber. De operator is
verbonden met een verankeringspunt. Hij is beveiligd
tijdens zijn werkzaamheden.
• LDA: leiriem met kernmantel met energieabsorber
• LSEA: elastische leiriem met energieabsorber. De
elasticiteit zorgt voor een kleinere lengte van de
leiriem en voorkomt hinder voor de operator tijdens
zijn werkzaamheden.