
22
7. Gebruik van de trauma-lus:
Wanneer de gebruiker door een val in het
systeem of door andere omstandigheden in
de gordel hangt kan ter ontlasting van de
beenlussen de in de gordel geïntegreerde trau-
ma-lus gebruikt worden.
De lus wordt daartoe uit de afdekking aan de
rechter kant van het schouderkussen getrokken
(afb. 10) en vervolgens op de betreffende lengte
ingesteld.
Afb. 10, page 11
Afb.11, page 11
Wanneer de gebruiker aan het voorste opvan-
goog (op de borst) hangt wordt de opgenaaide
lus van de trauma-lus van achteren door het
voorste opvangoog (stalen ring) gevoerd (afb.
11) en vervolgens het vrije einde van de voetlus
door de lus gevoerd (afb. 12+13). Vervolgens
wordt eveneens de betreffende lengte van de
trauma-lus ingesteld.
Vervolgens kan de gebruiker in deze lus gaan
staan en daarmee de beenlussen ontlasten
(daardoor kan de bloedcirculatie verlicht worden
en is het iets langer mogelijk in de gordel te
hangen)
Afb. 12, page 12
Afb. 13, page 12
8. Zo kiest u een bevestigingspunt.
Het bevestigingspunt (bevestigingsinrichting)
voor de persoonlijke opvangsysteem moet vol-
gens EN 795 een kracht van 12 kN weerstaan
resp. aan de eisen van de handleiding van het
gebruikte opvangsysteem voldoen. Het beves-
tigingspunt dient zich altijd loodrecht boven de
gebruiker te bevinden.
De verbinding tussen gordel en bevestigings-
punt moet geschikt en getest zijn volgens de
norm voor de respectievelijke toepassing:
�
opvangsysteem (bijv. valdemper volgens EN
355, meelopend opvangapparaat volgens
EN 353-1/2, valbeveiligers met automatische
lijnspanners volgens EN 360)
�
terughoudsysteem (bijv. verbindingsmiddel
volgens EN 354 of EN 358)
�
systeem voor werkplekpositionering (bijv.
verbin dingsmiddel volgens EN 354 of EN
358)
�
systeem voor touwondersteunde toegang
(bijv. touwinstellingsinrichting volgens EN
12841, touw volgens EN 1891)
Het is voor de veiligheid essentieel de positie
van de bevestigingsinrichting en de manier
waarop het werk uitgevoerd wordt zo te kiezen,
dat de vrije val en
de hoogte van de val tot een
minimum beperkt
worden. Het is voor de veilig-
heid essentieel voor ieder gebruik de benodigde
vrije ruimte onder de werkpositie van de gebrui-
ker te garanderen (
vermijding van een contact
met de grond of een obstakel).
Als positioneringssysteem
in een opvangsys-
teem mag uitsluitend een opvanggordel ge-
bruikt worden.
Verbindingsmiddelen mogen niet over scherpe
randen lopen!
Pendelbewegingen bij vallen
dienen door de keuze van het bevestigingspunt
vermeden
te worden.
HANGTRAUMA:
Door te lang onbeweeglijk hangen in de gordel
(bijv.: bij bewusteloosheid) kan tot een beper
-
king van de bloedcirculatie voeren en als gevolg
daarvan kan een zogenaamd „hang-trauma“ ont-
staan – LET OP LEVENSGEVAAR – onmiddellijk
een NOODROEP afgeven!
Mogelijke tekens zijn o.a. bleke kleur, zweten,
kortademigheid, waarnemingsstoringen, dui-
zeligheid, misselijkheid. (lijst is niet uitputtend,
symptomen kunnen individueel zeer verschillend
zijn). De betroffen persoon dient derhalve, indien
nog mogelijk, geschikte maatregelen tegen de
bloedstuwing in de benen te treffen (o.a. door
de benen te bewegen of ontlasting van de been-
lussen door ondersteunen met de benen – bijv.
door in voetlussen te staan).
Wanneer dat niet mogelijk is, moet deze persoon
persé zo snel als mogelijk uit de hangende po-
sitie gered te worden en de adequate medische
eerste hulp georganiseerd worden.
LET OP - NIET ONMIDDELIJK PLAT NEER
-
LEGGEN of in SCHOCKPOSITIE brengen ->
LEVENSGEVAAR!
De verongelukte persoon moet of zitten of hur-
ken of, wanneer deze buiten bewustzijn is, in de
stabiele zijligging gebracht worden, waarbij het
bovenlichaam zo hoog mogelijk dient te liggen
(vermijding van hartfalen doordat het bloed te
snel uit het onderlichaam terugvloeit)
GEBRUIK
Summary of Contents for PROWORK ITS
Page 74: ...74 NOTES...
Page 75: ...75 NOTES...