17
De zitmaaier gebruiken
Figuur 5. Aanbevolen aanhangergewicht
A. Trekhaakpen
B. Klem
A
B
Figuur 4. Het maaidek omhoog brengen en laten zakken
A. Hendel van maaidekhefsysteem
A
De maaihooigte instellen
Met de hendel van het hefsysteem voor de maaihoogte (A,
figuur 4) regelt u de maaihoogte van het maaidek. De
maaihoogte kan op zeven verschillende standen tussen
ongeveer tussen ongeveer 3,2 en 10 cm worden ingesteld.
Een aanhanger bevestigen
De maximaal toegelaten horizontale trekkracht op de
koppelstand bedraagt 280 Newton. De maximaal toegelaten
verticale kracht op de koppelstand bedraagt 160 Newton. Dat
komt overeen met het trekken van een aanhangwagen van
113 kg op een helling van 10 graden. Bevestig de
aanhangwagen met een trekhaakpen (A, figuur 5) en klem (B)
van de correcte grootte.
Berging
Voor u de zitmaaier aan het einde van het seizoen voor lange
tijd opbergt, leest u de instructies voor onderhoud en berging in
het onderdeel Veiligheidsvoorschriften en voert u vervolgens de
volgende stappen uit:
• Schakel de PTO-koppeling uit, schakel de parkeerrem in en
verwijder de sleutel uit het contact.
• Voer de taken voor motoronderhoud en berging uit die in de
handleiding van de motorleverancier vermeld worden. Dat
omvat het aftappen van het brandstofsysteem of het
toevoegen van een stabilisator aan de brandstof (berg een
machine met brandstof niet op in een afgesloten ruimte - zie
waarschuwing).
• De levensduur van de batterij neemt toe als zij wordt
verwijderd, op een koele en droge plaats wordt bewaard en
ongeveer een keer per maand volledig wordt opgeladen.
Als u de batterij in de zitmaaier laat zitten, koppelt u de
negatieve kabel los.
Voor u de zitmaaier start nadat hij werd opgeborgen:
• Controleer het peil van alle vloeistoffen. Controleer alle
onderhoudspunten.
• Voer de aanbevolen controles en procedures uit die in de
handleiding van de motorleverancier vermeld worden.
• Laat de motor meerdere minuten warmlopen voor u de
maaier begint te gebruiken.
WAARSCHUWING
Berg de machine (met brandstof) nooit op in een
afgesloten, slecht geventileerde ruimte. De kans
bestaat dat benzinedampen in contact komen met een
ontstekingsbron (zoals een geiser, boiler, enz.) en een
explosie veroorzaken.
Brandstofdampen zijn ook giftig voor mens en dier.
Not
for
Reproduction
Summary of Contents for Regent Series
Page 2: ...N o t f o r R e p r o d u c t i o n ...
Page 28: ...N o t f o r R e p r o d u c t i o n ...
Page 54: ...N o t f o r R e p r o d u c t i o n ...
Page 80: ...N o t f o r R e p r o d u c t i o n ...
Page 106: ...N o t f o r R e p r o d u c t i o n ...
Page 132: ...N o t f o r R e p r o d u c t i o n ...
Page 158: ...N o t f o r R e p r o d u c t i o n ...