![background image](http://html.mh-extra.com/html/sabo/54-a-economy/54-a-economy_operators-manual_795055080.webp)
15
NL
Onderhoud van de achterwielaandrijving (Afbeelding R )
– De aangedreven wielen na het verwijderen van de wielmoeren van de assen trekken.
– Vuil en vetresten van de wielafdekking, van het vrijlooprondsel op de aandrijfas en van het aandrijfrondsel aan de
wielbinnenkant verwijderen.
AANWIJZING
Vrijlooprondsel niet van de as aftrekken!
– Het rondselpaar (vrijlooprondsel en aandrijfrondsel in het wiel) met de rollagervet „KAJO-langetermijnvet LZR 2“,
rondom zodanig invetten, dat de tussenruimtes tussen de tanden volledig zijn gevuld.
– Bij het opschuiven van het aandrijfrondsel moeten de rondsels in elkaar grijpen; eventueel het wiel op de as een beetje
draaien.
Onderhoud van de aandrijving
– Voor een onberispelijke functie van de riemaandrijving is in ieder geval vereist, dat de bowdenkabel voor het in- en
uitschakelen van de rijaandrijving makkelijk beweeglijk is.
– De bowdenkabel is door de fabriek ingesteld en hoeft niet te worden bijgeregeld.
Vervangen van aandrijf-V-riem
Laat devervanging van de aandrijf-V-riem alleen door erkend vakpersoneel uitvoeren.
16
ONDERHOUD VAN DE MOTOR
Veiligheidsinstructie!
Verklaring van de symbolen zie tabel pagina 3
WAARSCHUWING
Verwondingen vermijden! Motoruitlaatgassen bevatten koolmonoxide en kunnen ernstige aandoeningen of dood tot
gevolg hebben.
De motor niet in gesloten ruimten, zoals garages, inschakelen, ook niet als deuren en vensters geopend zijn. De
machine naar buiten bewegen voordat de motor wordt gestart.
BELANGRIJK
Voor de reinigings- en onderhoudswerkzaamheden de motor en/of de maaier op de linker zijde leggen (in
rijrichting), omdat anders startmoeilijkheden kunnen optreden.
OPGELET
Bij het omhoog kantelen of op de zijkant leggen erop letten dat er geen olie of benzine uitloopt. Brandgevaar!
Het regelmatig uitvoeren van de voorgeschreven service- en onderhoudswerkzaamheden vormt de voorwaarde voor een
duurzame en storingvrije functie van de motor en bovendien een basisvoorwaarde voor garantieaanspraken.
De motor vooral uitwendig altijd schoonhouden, vooral de omgeving van geluiddemper en cilinder moet altijd vrij van
vreemde voorwerpen zijn (bijv. grasresten). Uitlaat en motor bereiken tijdens het bedrijf zeer hoge temperaturen. Brandbare
vreemde voorwerpen zoals loof, gras enz. kunnen ontbranden.
Ook een foutloze koeling is alleen gegarandeerd als de cilinderribben steeds schoon zijn.
BELANGRIJK
De motor nooit met een hogedrukreiniger of een normale waterstraal reinigen. Beschadigingen resp. dure reparaties
kunnen het gevolg zijn.
Olie wisselen
AANWIJZING
Om het milieu te beschermen adviseren wij de olieverversing door een vakwerkplaats te laten uitvoeren.
Bij een nieuwe motor moet de olie voor de eerste keer na 5 bedrijfsuren worden gewisseld, later om de 50 bedrijfsuren of
minstens 1 keer per seizoen.
– De olie wisselen, zolang de motor warm is.
– Voor de motor of de machine op het toestel wordt gekanteld om olie af te tappen, de benzinetank leegmaken en de
motor zolang laten lopen, tot hij wegens brandstoftekort stil valt.
– Schakel de motor uit en trek de bougiestekker los.
– Voor het verversen van de olie, de oliepeilstok uit de vulpijp halen en de maaier zodanig kantelen dat de oude olie in
een opvangbak vloeit.
Summary of Contents for 54-A ECONOMY
Page 5: ......
Page 6: ...A1 E1 B1 D L1 R1 ...
Page 7: ...S1 I Y1 E F G ...
Page 12: ...M U2 J K L O ...
Page 13: ...N Q R W Y ...
Page 14: ......