9
NL
Opvangzak aan de maaier hangen (Afbeelding R1 + S1 )
– Het frame van de opvangzak met de beugel vooraan in het opvangdoek plaatsen. Erop letten dat de beschermhoeken
van het opvangdoek de achterste hoeken van het frame van de opvangzak omhullen. De bovenste naden van het
opvangdoek aan de beugel uitlijnen.
– De profielen van de opvangzak op de stangen van het frame drukken
R1
.
– De uitwerpklep van de maaier naar boven openen.
– Til de opvangzak op met de draaggreep, plaats de schans (1)
R1
aan de opening van de opvangzak en hang deze
met zijn beide zijdelingse haken boven in de maaierbehuizing
S1
.
– De uitwerpklep op de opvangzak klappen.
Instellen van de maaihoogte (Afbeelding I )
Veiligheidsinstructie!
Verklaring van de symbolen zie tabel pagina 3
– De maaihoogte wordt ingesteld aan de linkerzijde van de maaimachine.
– Druk met de duim de toets in (1) en druk de hefboom omhoog of omlaag in de gewenste positie (2).
– Zodra u de druktoets loslaat, klikt de pal in de gewenste maaihoogte in.
– De markering links op het huis geeft de maaihoogte aan.
BELANGRIJK
Het maaien op de laagste snijhoogte mag alleen gebeuren op vlakke en gladde grasmatten!
Gelieve er rekening mee te houden dat de onderste snijhoogte-instellingen alleen bij optimale omstandigheden
gebruikt mogen worden. Als u de snijhoogte te laag kiest, dan kan de grasnerf beschadigd en onder bepaalde
omstandigheden zelfs vernield worden.
De snijhoogte beïnvloedt het snijbeeld en vangresultaat. Snijhoogte aanpassen aan de hoogte van het te snijden het
gras.
8
VOOR DE EERSTE INGEBRUIKNEMING
Veiligheidsinstructie!
Verklaring van de symbolen zie tabel pagina 3
Alle boutverbindingen en de bougiestekker controleren op juiste montage. De bouten beter vastschroeven, indien nodig!
Hierbij vooral de bevestiging van de messenbalk controleren (zie hiervoor hoofdstuk „Onderhoud van de messenbalk“).
De bevestigingsschroef van de messen dient steeds door een vakwerkplaats te worden vastgeschroefd. Wanneer de
messenschroef te vast of te los wordt aangeschroefd, kunnen messenkoppeling en messenbalk beschadigd worden of
loskomen, wat tot zware letsels kan leiden.
Let u er op dat alle veiligheidsinrichtingen correct zijn bevestigd en dat zij niet beschadigd zijn.
Olie bijvullen (Afbeelding Y1 )
Veiligheidsinstructie!
Verklaring van de symbolen zie tabel pagina 3
BELANGRIJK
Schade vermijden! De motor wordt zonder olie geleverd. De motor moet voor het starten met olie worden gevuld.
Vóór de eerste start motorolie (hoeveelheid en kwaliteit zie technische gegevens) met een trechter na het losschroeven van
de oliepeilstok in deze opening vullen.
– De maaier op effen bodem parkeren.
– Olie langzaam tot aan de vulopening vullen. Niet te vol maken.
–
Olieniveau controleren.
Oliepeilstok verwijderen. De peilstok met een schone lap afvegen, weer insteken en vastdraaien. Daarna de peilstok er
weer uittrekken en het olieniveau aflezen. De olie moet zich tussen de markeringen "ADD" en "FULL"bevinden.
Eventueel olie navullen. Het olieniveau mag echter niet boven de FULL-markering liggen.
Oliepeilstok in de motor weer insteken en vastdraaien.
– Na het eerste vullen het bord „NO OIL“ (GEEN OLIE) boven aan de motor verwijderen.
Summary of Contents for 54-A ECONOMY
Page 5: ......
Page 6: ...A1 E1 B1 D L1 R1 ...
Page 7: ...S1 I Y1 E F G ...
Page 12: ...M U2 J K L O ...
Page 13: ...N Q R W Y ...
Page 14: ......