/ PM6
���
���
���
m
2
e
2
d
2
d
1
e
1
m
1
f
1
r
f
2
d
2
e
2
m
2
t
n
p
u
q
w
f
2
TR 20 DVV (20), TR 81 DVV (33), (34)
20
81
dB(A)
50 Hz
73
79
60 Hz
74
80
kg
3 ~
23
79
1 ~
24
mm
360
661
mm
293
401
mm
3 ~
202
357
1 ~
226
2.2001
Geluidsniveau (max.)
Gewicht (max.)
Lengte (max.)
Breedt
Hoogte
Storingen en oplossingen
1.
De druk- vacuümpomp wordt door motorbeveiligingsschakelaar uitgeschakeld:
1.1 Netspanning/Frequentie komt niet overeen met motorgegevens.
1.2 Aansluiting aan motorklemmenstrook in niet juist.
1.3 Motorbeveiligingsschakelaar is niet juist afgesteld.
1.4 Motorbeveiligingsschakelaar valt te snel uit.
Oplossing: Gebruik van een motobeveiligingsschakelaar met vertraagde overbelasting uitschakeling, die de kortstondige overbelasting bij
starten toestaat. ( uitvoering met kortsluit- en overbelastingschakeling vlgs. VDE 0660 Deel 2 resp. IEC 947-4).
1.5 Het filterpatroon van het uitblaasfilter is vervuild.
1.6 De regelventielen zijn vervuild, waardoor de toelaatbare druk- en vacuümwaarde wordt overschreden.
2.
Zuig- of blaascapaciteit is onvoldoende:
2.1 Aanzuigfilter en/of uilaatfilter is vervuild.
2.2 Leidingen te lang of te klein in diameter.
2.3 Lekkage aan de pomp of in systeem.
2.4 Beschadigde lamellen.
3.
De druk- vacuümpomp wordt te heet.
3.1 Omgeving- of aanzuigtemperatuur is te hoog.
3.2 Koelluchtstroom wordt verstoord.
3.3 Als onder 1.5 en 1.6.
4.
De druk- vacuümpomp maakt abnormaal lawaai:
4.1 Het pompenhuis is versleten. (wasbord effect).
Oplossing: Reparatie door fabriek of vertegenwoordiger daarvan.
4.2 Het regelventiel vibreert.
Oplossing: Ventiel vervangen.
4.3 Lamellen zijn beschadigd.
Noot:
Reparatie werkzaamheden: Bij reparatie ter plaatse moet de motor door een erkende installateur van het net losgekoppeld worden, zodat geen
onverwachte start plaatsvinden kan.
Voor reparatie adviseren wij de fabrikant, zijn dochtermaatschappijen of vertegenwoordigingen in de arm te nemen, in het bijzonder wanneer het
eventuele garantie reparaties betreft. Het adres van de betreffende service afdeling kan bij de fabrikant opgevraagd worden (zie adres fabrikant).
Na een reparatie resp. voor de weer inbedrijfsname zijn de onder ” Installatie ” gegeven maatregelen voor de eerste inbedrijfsname uit te voeren.
Intern transport: Voor het hijsen en transporteren kan de TR 81 DVV aan
het hijsoog opgepakt worden.
Gewichten volgens tabel.
Opslag: De TR...DVV moet in een droge ruimte met normale vochtig-
heidsgraad opgeslagen worden. Bij een relatieve vochtigheid van meer
dan 80% adviseren wij de opslag in een gesloten verpakking met
bijgevoegde droogmiddel.
Afvoer: De slijtdelen ( als zodanig in de onderdelenlijst aangegeven) zijn
geen normaal afval en dient volgens de geldende regels te worden
afgevoerd.
Onderdelenlijst:
E 421
➝
TR 20 DVV (20)
E 428
➝
TR 61 DVV - TR 101 DVV (33), (34)