0 + [nieuwe mastercode] + #
Om te programmeren, drukt u op de knopen in de links op de afbeelding weergegeven volgorde.
Raadpleeg hiertoe de uitleg aan de rechterkant.
0 0 0 0
*
Ga met de mastercode naar de programmeermodus. Voer hiervoor de
huidige mastercode in (in het voorbeeld wordt de basisinstelling af fabriek
“0000” gebruikt). Bevestig de invoer met de *-knop. De gele led brandt
continu om de programmeermodus weer te geven.
0
3 2 8 9
#
Voer eerst het nummer van de geheugenpositie “0” in. Programmeer de
nieuwe mastercode “3289”. Bevestig de invoer met de #-knop.
*
Beëindig de programmering met de *-knop. De gele led knippert weer.
Als u de bestaande mastercode vergeten heeft, kunt u het codeslot zonder het
invoeren van de mastercode alleen door het omsteken van de “DAP”-jumper
rechtstreeks in de programmeermodus instellen. Lees hiervoor het hoofdstuk “12. De
“DAP”-jumper”. Programmeer dan, zoals boven beschreven, een nieuwe mastercode.
De oude mastercode wordt gewist.
e) Gebruikerscode programmeren
Gebruikerscodes zijn bedoeld voor het bedienen van het relais voor een deuropener. Er kunnen
maximaal 100 codes voor verschillende gebruikers met dit codeslot worden gebruikt. Hiervoor
zijn de gebruiker-ID's bestemd, die van 00 tot 99 kunnen worden toegekend. Geheugenpositie 1
slaat de gebruikerscodes op. Programmeer gebruikerscodes zoals beschreven in de volgende
paragraaf.
1 + [gebruiker-ID 0 tot 99] + [gebruikercode] + # = gebruikercode voor het openen
Druk op de knoppen in de in links in de afbeelding weergegeven volgorde, om een
gebruikerscode te programmeren. Raadpleeg hiertoe de uitleg aan de rechterkant.
3 2 8 9
*
Ga met de mastercode naar de programmeermodus. Voer hiervoor de
huidige mastercode in (in het voorbeeld wordt de geprogrammeerde
instelling “3289” gebruikt). Bevestig de invoer met de *-knop. Een dubbel
akoestisch signaal geeft het omschakelen aan. De gele led brandt continu
om de geactiveerde programmeermodus weer te geven.
141