c) Schakelschema voor het aansluiten
TAMPER
N.C.
EG
IN
( + ) ( – )
12V DC
( + ) ( – )
DOOR LOCK
CATHODE
1N4004
N.O.
1 2 3 4
5 6 7 8
D
A
B
B
N.O.
C
A Stroombron (bijv. netspanningsadapter
12 V/DC)
B Deuropener-knop (als meer dan 1 knop nodig
is, kunnen deze parallel worden geschakeld)
(in het schakelvoorbeeld is de aansluiting
voor het tweede knop met een gestippelde lijn
weergegeven)
C Deuropener
D Beveiligingsdiode (met het codeslot
meegeleverd)
• Om te voorkomen dat ESD (elektrostatische ontladingen) interferenties die de functie van het
codeslot beïnvloeden, dient u altijd een aarde aan te sluiten.
• De meegeleverde diode dient zo dicht mogelijk met de sluitcontacten te worden verbonden
om te voorkomen dat een door wederkerige inductie in de sluiterspoel gegenereerde stroom
het codeslot kan beschadigen.
• Controleer of de jumper “DAP” in de stand “OFF” staat.
• Plaats de frontplaat op de plastic behuizing als de aansluiting is afgesloten. Let erop dat de
kabels niet bekneld raken of losraken van de schroefklemmen.
• Gebruik evt. kabelbinders voor het bevestigen en rangschikken van de kabels.
• Fixeer de frontplaat met de beide bevestigingsschroeven (1) op de behuizing.
• Schakel de bedrijfsspanning in. De kleurige achtergrondverlichting van de knoppen moet nu
branden. Bovendien knippert de gele led langzaam (stand-by).
d) Model van de deuropener
Het codeslot kan met fail-secure of fail-safe deuropeners worden gebruikt. De bedrijfsmodus
van het relais moet conform de constructie van de aangesloten deuropener worden
geprogrammeerd.
Afhankelijk van model van de deuropener moet of de gebruiksmodus “Fail-secure” of “Fail-safe”
van het codeslot worden gebruikt.
- “Fail-Secure”-deuropener: Deze geeft de vergrendeling alleen dan vrij wanneer er
bedrijfsspanning op staat (gebruikelijke constructie).
133