110
11. Instelmogelijkheden van het voertuig
a) Wielvlucht instellen
De wielvlucht geeft de hoek van de wielen met de verticale as aan.
Negatieve
wielvlucht
Positieve
wielvlucht
(Wielen aan de bovenkant naar binnen gericht)
(Wielen aan de bovenkant naar buiten gericht)
De instelling van de wielen op de beide afbeeldingen boven is overdreven weergegeven, om het verschil
tussen negatieve en positieve wielvlucht te tonen. Voor de instelling van het modelvoertuig mag een der-
gelijke extreme instelling natuurlijk niet plaats vinden!
•
Een negatieve wielvlucht van de voorwielen verhoogt de zijdelingse krachten van de wielen bij het nemen van
bochten, de sturing reageert sneller, de stuurkrachten worden kleiner. Tegelijkertijd wordt het wiel in de asrichting
op de wielas gedrukt. Daarmee wordt de axiale lagerspeling gecompenseerd, het rijgedrag wordt rustiger.
•
Een negatieve wielvlucht op de achterwielen vermindert de neiging om met de achterkant van het voertuig uit de
bocht te vliegen.
•
De instelling van een positieve wielvlucht daarentegen vermindert de zijdelingse krachten op de banden en moet
normaal gesproken niet worden gebruikt.
De wielvlucht op de voor- of achteras instellen:
De wielvlucht kan worden ingesteld door het verdraaien
van de schroef (A) in de bovenste draagarm.
Gebruik een geschikte steeksleutel voor het draaien (niet
inbegrepen).
Aangezien deze schroef een linkse en rechtse schroef-
draad heeft, hoeft u de draagarm voor het veranderen van
de wielvlucht niet te demonteren.
Summary of Contents for 2330830
Page 118: ...118 ...
Page 119: ...119 ...