
109
b) Uitbouw van de mechaniek
Om de mechaniek uit de romp uit te kunnen bouwen is
het wenselijk eerste de cabinekap te verwijderen en
telkens rechts en links op de romp de
bevestigingsschroef (1) te verwijderen.
Aangezien beide rompschalen vooraan de rotoras (2)
niet aan elkaar zijn vastgekleegd, kan de romp hier
gemakkelijk uit elkaar naar achter van de mechaniek
worden afgetrokken.
Tip uit de praktijk:
Wanneer u later bij het monteren eerst de beide voorste
schroeven zonder cabinekap indraait, bevinden de
romp en de mechaniek zich precies in dezelfde richting.
Aansluitend is het dan wezenlijk eenvoudiger de acht-
erste bevestigingsschroef in de voorziene boring in te
draaien.
c) Rotorbladaansturing instellen
De besturing van de bovenste rotor wordt via de paddel-
stang met de vlieggewichten gerealiseerd. De onderste
rotorbladen worden via twee aparte servomotoren
aangestuurd. De (in vliegrichting gezien) linker servo-
motor (1) is voor de rolfunctie (zie ook afb. 8 C)
verantwoordelijk. De (in vliegrichting gezien) rechter
servomotor (2) is voor de nickfunctie (zie ook afb. 8 D)
verantwoordelijk.
Heeft de helikopter een sterke neiging voor het vliegen
in een bepaalde richting en het trimmen bij de zender
voor een correctie niet voldoende is, dan kunt door het
gerichte veranderen van de montagepunten op de
stuurschijven het vlieggedrag van de helicopter in de
gewenste richting beïnvloeden.
Gewoonlijk moeten de bevestigingspunten zo gekozen
worden, dat de rotoras in het midden door het centrale
stuk (3) loopt. De trimhendel bij de zender moet hierbij
dan in de middenpositie staan.
Afb. 16
Afb. 17