98
b) Rotorbladhouders controleren
Opdat de 4 rotorbladen (1) zich tijdens het vliegen
vanzelf in een hoek van 180° t.o.v. elkaar kunnen
afstellen, mogen de 4 houderschroeven (2) niet te sterk
vastgedraaid zijn. Als u de helikopter 90° naar de zijkant
draait, moeten de rotorbladen zoals in de afbeelding
gemakkelijk naar beneden kunnen klappen.
c) Ontvangerantenne verplaatsen
Om voor de vlucht een optimale overdracht van de radiosignalen te bekomen, is het wenselijk een deel van de in de
cabinekap opgerolde ontvangerantenne buiten de romp in een leidingsbuis te verplaatsen.
Als dit af fabriek nog niet is gebeurd, verwijdert u
daartoe links en rechts de beide bevestigingsschroeven
van de cabinekap (1) en trekt u de kap naar voren af
(zie ook hoofdstuk 11. a, instellen van de rotatie-
werking).
Verwijder een deel van de opgerole antennedraad en
voer een stuk van ca. 40 cm lengte (2), zoals op de
afbeelding hiernaast, door een kunststofbuisje (3). Het
buisje kan daarna aan de linkerzijde van de skids wor-
den vastgeklipt.
Aansluitend bevestigt u de cabinekap opnieuw en
schroeft u de kap terug vast. Neem daarbij in acht dat
de antennedraad los uit de romp moet worden gevoerd.
Vermijd dat de draad gekneld raakt of strak langs
scherpe randen wordt gevoerd.
Afb. 5
Afb. 4