Ransomes VA Series, Safety And Operation Manual

Page: 55 / 160

NL F
GB-F-NL-53
RANSOMES T-PLEX 180
OPERATORS MANUAL
Snaarafstelling van Hoofdaandrijving (Afb. 27 &
27.1)
Voor de werking van de machine is het uitermate
belangrijk dat de snaarspanning van de
hoofdaandrijving tussen de motor en de blinde as
voortdurend juist is afgesteld.
WAARSCHUWING: Overtuig u ervan dat de uitlaat
is afgekoeld alvorens een riemafstelling te gaan
uitvoeren.
(a) Stel de begrenzers voor “over het midden” af
om de kantelstand van de instelbeugel (B) bij
de in- en uitschakelstand vast te stellen.
(b) Stel de lengte van de instelbeugel af om de
juiste snaarspanning te verkrijgen. De
snaarspanning is juist als de snaar in het
midden tussen de snaarschijfmiddelpunten
met een kracht van 3 kg 7 mm kan worden
ingedrukt.
(c) De bedieningsstang tussen de
cilinderaandrijving/hefbedieningshendel en de
hendel voor de blinde as moet zodanig worden
afgesteld dat als de aandrijving wordt
ingeschakeld de spoel naar zijn neutraalstand
terugkeert.
Aandrijfsnaar van Hydraulische Pomp (Afb. 28)
Het is belangrijk dat de aandrijfsnaar van de
hydraulische pomp zodanig onder spanning blijft dat
er geen overbrengingsvermogen verloren gaat.
(a)
Draai de schroef (A) los.
(b) Draai de schroef (B) zodanig vast (dit verhoogt
de snaarspanning van de aandrijving) dat de
snaar in het midden tussen de
snaarschijfmiddelpunten met een kracht van
5,8 kg 8 mm kan worden ingedrukt.
(c) Draai de schroef (A) na het afstellen weer vast.
Parkeerremafstelling (Afb.29)
Los de kabelborgmoeren (A) en draai de
kabelstelschroeven (B) gelijkelijk naar de voorkant
van de machine tot een op de rempedaal
uitgeoefende kracht van 50-60 kg is vereist om de
rem te vergrendelen. Zet de borgmoeren daarna
weer vast.
OPMERKING: Maximumdikte rembandmateriaal =
1,5 mm.
Réglage de la courroie d’entraînement principale
(Schéma 27 & 27.1)
Il faut que le réglage de tension de la courroie
d’entraînement principale, entre le moteur et l’arbre
de renvoi, soit toujours correct pour assurer le
fonctionnement optimal de la machine.
Avertissement: Il faut laisser l'échappement se
refroidir avant de procéder au réglage de la courroie.
(a)
Réglez les butées au-dessus du centre pour
que le régleur (B) puisse pivoter entre ses
positions enclenchée et déclenchée.
(b) Ajustez la longueur du régleur (B) pour obtenir
la tension de courroie correcte. La tension de la
courroie est adéquate quand une déflexion de
7 mm s’obtient en appliquant une force de 3 kg
à mi-chemin entre les deux centres des
poulies.
(c) La tige du vérin se trouvant entre les leviers de
commande des cylindres, de levage et de
l’arbre de renvoi, doit être réglée de façon à ce
que le rouleau retourne au point mort quand
l’entraînement est embrayé.
Courroie d’entraînement de la pompe
hydraulique (Schéma 28)
La tension de cette courroie doit être adéquate pour
éviter toute perte de puissance de la transmission.
(a)
Desserrez la vis (A).
(b) Serrez la vis (B) (la tension de la courroie
d’entraînement augmente) jusqu’à obtention
d’une déflexion de 8 mm pour une force de 5,8
kg à mi-chemin entre les centres des poulies.
(c) Resserrez la vis (A) après le réglage.
Réglage du frein de stationnement (Schéma 29)
Desserrez les contre-écrous du câble (A) et vissez,
d’une manière égale, les vis de réglage du câble (B)
vers l’avant de la machine jusqu’à obtention d’une
force appliquée sur la pédale de 50 à 60 kg soit
réalisée pour serrer le frein. Resserrez les contre-
écrous.
REMARQUE : Epaisseur maximum de la bande de
frein = 1,5 mm.