Istruzioni per l’uso
PMB136
3 8
-
PMS2000 System
-
F)
Instelling van de
werkingsmodus van de toets microfoon
Het is mogelijk het gedrag van de drukknop [
5
] te wijzigen van
eenvoudige loslaatknop (fabrieksinstelling) in schakelaartoets
(blokkering in ingedrukte stand). Op deze manier kan de operator
spreken zonder de oproepknop ingedrukt te hoeven houden.
Om deze optie te activeren, dient u de toetsen 7 en
ALL ingedrukt te houden: de activeringsstatus van de
functie zal worden weergegeven (led 9 aan > functie
gedeactiveerd, loslaatknop; led 1 aan > functie
geactiveerd, toets met blokkering in ingedrukte
stand). Om de status van de optie te veranderen dient
u de toets 7 ingedrukt te houden terwijl u met de
t en - de optie activeert dan wel deactiveert.
De instelling wordt op permanente wijze opgeslagen
in het niet-vluchtige geheugen.
F)
Configuración de la modalidad
de funcionamiento de la tecla micrófono
Es posible modificar el comportamiento del botón [
5
]
transformándolo de simple botón pulsador (configuración de
fábrica) a tecla interruptor (con retención).
Esto permite al operador poder hablar sin tener que mantener
pulsado el botón de llamada.
Para activar esta opción es
necesario mantener pulsadas las teclas 7 y ALL: es
mostrado el estado de activación de la función (LED 9
encendido > función desactivada, botón pulsador; LED
1 encendido > función activada, tecla de retención.)
Para cambiar el estado de la opción es necesario
mantener la tecla 7 pulsada y con las y -
activar y/o desactivar la opción. La configuración es
memorizada de manera permanente en la memoria
no volátil.
G)
Geheugen van de functietoetsen
Met elk van de functietoetsen
F1
en
F2
, kunnen één of
meerdere luisterzones worden geassocieerd, voor een snellere
selectie.
Als men bijvoorbeeld enkele luisterzones met toets
F1
[
12
]
wenst te associëren dient u als volgt te handelen:
g1)
houd toets
F1
ingedrukt, net zolang totdat de luidspreker
[
9
] een geluidssignaal (BEEP) uitzendt.
De led van toets
F1
begint te knipperen en op het display
gaan de leds van de zones-groep die met die toets is
geassocieerd voortdurend branden.
g2)
Druk, om deze selectie ongedaan te maken, op toets
0
:
de led’s houden op met branden om aan te geven dat er
op dit moment geen enkele luisterzone in verbinding staat
met toets
F1
.
Verondersteld dat we nu toets
F1
met de geluidszones
1
,
3
,
6
,
en
24
willen associëren.
De operator dient dus:
g3)
Achtereenvolgens De toetsen
1
,
3
,
6
en
24
(
2-
>
4
) in te
drukken: de betreffende led’s gaan branden;
g4)
Opnieuw toets
F1
in te drukken: de luidspreker zendt nu
een dubbel signaal uit (BEEP), waarmee wordt
aangegeven dat de selectie in het geheugen is
opgeslagen.
Herhaal de stappen
g1
),
g2
),
g3
) en
g4
) voor het instellen
van de overige functietoetsen.
G)
Memorización de las teclas función
Con cada teclas función
F1
y
F2
, se pueden asociar una o
varias zonas de escucha a fin de hacer más rápida su selección.
Por ejemplo, se desea asociar algunas zonas de escucha con la
tecla
F1
[
12
]; es necesario pues efectuar las siguientes
operaciones:
g1)
mantener pulsada la tecla
F1
hasta que el altavoz [
9
]
emite una señal sonora (BEEP).
El LED de la tecla
F1
empieza a destellar y en el display se
encienden fijos los LED correspondientes al grupo de
zonas actualmente asociado con la tecla.
g2)
Para anular esta selección, pulsar la tecla
0
: los LED se
apagan para señalar que en este momento con la tecla
F1
no hay asociada ninguna zona de escucha.
Supongamos que se quiera asociar ahora con la tecla
F1
las
zonas de sonorización
1
,
3
,
6
, y
24
.
El operador debe:
g3)
Pulsar en secuencia las
1
,
3
,
6
y
24
(
2-
>
4
):
los LED correspondientes se encenderán;
g4)
Pulsar de nuevo la tecla
F1
: el altavoz emite ahora una
doble señal (BEEP) que indica la efectiva memorización
de la selección.
Repetir los pasos
g1
),
g2
),
g3
) y
g4
) para configurar también
las demás teclas función.
a
b
Para anular la
selección
Om de selectie
ongedaan te maken
Para confirmar
la selección
Om de selectie
te bevestigen