background image

 

nv 

Niko

 sa    Industriepark West 40, BE-9100 Sint-Niklaas, Belgium — tel. +32 3 760 14 70 — fax +32 3 777 71 20 — e-mail: [email protected] — www.niko.be 

PM005-70700R07154

05-707

Proficiat met uw aankoop van dit product uit het dimmergamma van 
Niko.

1. WETTELIJKE WAARSCHUWINGEN

- Lees de volledige handleiding vóór installatie en ingebruikname.
- De installatie dient te worden uitgevoerd door een bevoegd persoon en 

met inachtname van de geldende voorschriften.

- Deze handleiding dient aan de gebruiker te worden overhandigd. Zij moet 

bij het dossier van de elektrische installatie worden gevoegd en dient 
te worden overgedragen aan eventuele nieuwe eigenaars. Bijkomende 
exemplaren zijn verkrijgbaar via de Niko-website of -supportdienst.

- Bij de installatie dient rekening gehouden te worden met (lijst is niet 

limitatief):

  - de geldende wetten, normen en reglementen;
  - de stand van de techniek op het ogenblik van de installatie;
  - het feit dat een handleiding alleen algemene bepalingen vermeldt en dient 

gelezen te worden binnen het kader van elke specifieke installatie;

  - de regels van goed vakmanschap.
- Bij twijfel kan u de supportdienst van Niko raadplegen of contact opnemen 

met een erkend controleorganisme.

    Support België:  

Support Nederland: 

    tel. + 32 3 760 14 82 

tel. + 31 183 64 06 60

    website: http://www.niko.be 

website: http://www.niko.nl

    e-mail: [email protected]  

e-mail: [email protected]

In geval van defect kan u uw product terugbezorgen aan een erkende 
Niko-groothandel samen met een duidelijke omschrijving van uw klacht 
(manier van gebruik, vastgestelde afwijking…).

2. BESCHRIJVING

Intensiteitsregeling (dimming) van alle dimbare belastingen behalve flu-
orescentielampen.
Resistieve belastingen: gloeilampen, 230V halogeenlampen...
Inductieve belastingen: ferromagnetische transformatoren
Capacitieve belastingen: elektronische transformatoren...

3. WERKING EN GEBRUIK

Deze dimmer (05-707) werkt met vermogentransistoren i.p.v. triacs. Op die 
manier kan zowel in faseaansnijding als faseafsnijding geschakeld worden. 
Bij faseaansnijding wordt de dimmer uitgeschakeld bij de nuldoorgang en 
voordien ingeschakeld. Deze schakeltechniek is aangewezen bij inductieve 
belastingen (ferromagnetische transformatoren). Bij faseafsnijding wordt de 
dimmer ingeschakeld bij de nuldoorgang en nadien uitgeschakeld. Deze 
schakeltechniek is aangewezen bij:
- capacitieve belastingen (elektronische transformatoren dimbaar via 

230V)

- resistieve belastingen
- gemengde belastingen (bovenve inductieve belastingen) aan-

gesloten op dezelfde dimmer.

Doordat de ontstoring volledig elektronisch is en er geen spoelen gebruikt 
worden, zijn deze dimmers totaal geruisloos en tot 30% lichter dan de 
klassieke dimmers.
De gebruikte technologie laat toe de dimmer elektronisch te beveiligen 
tegen kortsluiting, overstroom en overspanning.
Deze dimmer wordt op afstand gestuurd via een analoog signaal of via 
potentiaalvrije N.O.-contacten (bv. 07-000). De sturing is galvanisch van 
het net gescheiden. Zowel de analoge als de druktoetsbedrading gebeurt 
onder zeer lage spanning. Een lamp die aangesloten is via dimmers kan 
niet tot de max. lichtintensiteit gedimd worden. De lichtopbrengst zal 
steeds kleiner zijn dan die van een identieke lamp die rechtstreeks op 
het net aangesloten is.

3.1 Analoge sturing

 (bv. via Nikobus 05-007-02)

Deze dimmer (05-707) kan met om het even welk toestel dat beantwoordt 
aan de internationale standaard 0-10V (spanningssturing) of de 1-10V 
(stroomsturing) op afstand bestuurd worden. De werking gebeurt analoog 
(0V = uit, 10V = max. uitsturing). Analoge sturing en signaalkabels worden 
via de dimmer galvanisch van het net gescheiden. De bedrading wordt 
uitgevoerd in ZLS (zeer lage spanning). 

3.2 Druktoetsbediening

Om het even welk potentiaalvrij N.O.-contact kan de dimmer bedienen. Kort 
drukken voor aan/uit, lang drukken voor opdimmen/neerdimmen (fig. 1 & 2). 
De druktoetsen worden via de dimmer galvanisch van het net gescheiden. 
De bedrading wordt uitgevoerd in ZLS (zeer lage spanning).

3.3 Waarschuwingen bij gebruik

- Deze toestellen zijn niet geschikt voor het regelen van motoren, tenzij 

de specifieke veiligheidseisen door externe systemen gewaarborgd 
worden (automatisch herstarten na netonderbreking is in dit geval niet 
toegelaten).

- Dit toestel is uitsluitend geschikt voor DIN-rail montage en moet in een 

gesloten verdeelkast geplaatst worden.

- Dit toestel mag enkel onder spanning geplaatst worden na montage van 

de nodige afdekkingen in de verdeelkast.

4. INSTELLINGEN DIP-SWITCHES

Nummer

ON

OFF

1

faseAANsnijding

faseAFsnijding

2

druktoetsbediening

analoog signaal

3

0-10V-spanningsturing

1-10V-stroomsturing

4

automatische selectie

manuele selectie

Gemengde belastingen dimmen en de dimmer opstarten

Een gemengde belasting bestaat uit gewikkelde transformatoren (inductieve 
lasten) en elektronische transformatoren (capacitieve lasten) die aange-
sloten zijn op éénzelfde dimmer. Lampen zonder voorschakelapparaat 
(bv. gloeilampen) zijn resistief en vormen een neutrale belasting. Indien 
de belasting niet gemengd is, zie 4.1 en 4.2.

Opgelet:

 bij gemengde belasting moet de dimmer ingesteld worden 

in faseafsnijding. Gemengde belastingen mogen niet gedimd worden 
in faseaansnijding. Indien de overspanningbeveiliging actief wordt in 
faseafsnijding (rode LED nr. 4 licht op), moet de inductie gecompenseerd 
worden. Inducties van gewikkelde transformatoren worden gecompenseerd 
op dezelfde manier als ballasten van fluorescentielampen: plaats een 
condensator van categorie X-2 tussen fase en neuter aan de primaire 
zijde van de transformator. Waarde: ± 1µF per 50VA. 
Volg onderstaande procedure als u twijfelt over het type belasting.
Stel de dimmer in voor faseafsnijding (dimmen van elektronische trans-
formatoren en/of resistieve lasten) door DIP-switch 1 in de OFF-stand te 
zetten (4.2). Als er geen rode LED’s oplichten, betekent dit dat de belasting 
overwegend capacitief is en dat de instelling juist is.
Als één of meerdere rode LED’s oplichten en/of de dimmer niet werkt (dim-
mer in beveiliging), betekent dit dat de belasting overwegend inductief is. 
Wijzig in dit geval de stand van DIP-switch 1 naar ON (= faseaansnijding 
voor inductieve belastingen, 4.1). Druk op de reset-knop of regel het 
analoog signaal naar 0V om de dimmer te herstarten. Resistieve lasten 
zijn neutraal en moeten in faseafsnijding gedimd worden.

4.1 Faseaansnijding: 

DIP-switch 1 instellen op ON

In deze mode kunnen enkel inductieve lasten (gewikkelde transformatoren) 
gedimd worden. Alle andere belastingen, incl. resistieve lasten, moeten in 
faseafsnijding gedimd worden (4.2). Bij selectie van deze mode licht de 
gele LED 1 op ter controle (5.1).

4.2 Faseafsnijding: 

DIP-switch 1 instellen op OFF

In deze mode kunnen enkel resistieve en capacitieve lasten gedimd worden. 
Deze mogen gemengd worden. Sluit nooit enkel inductieve lasten aan in 
deze mode (4.1). Gebruik ook deze mode voor gemengde belastingen 
(ind capacitief).
Opgelet: elektronische transformatoren van meer dan 105VA zijn niet 
geschikt voor dimming. Deze transformatoren kunnen zorgen voor onstabiel 
licht (knipperen). Als de belasting enkel capacitief is, moet de dimmer min. 
belast worden door:
- 2 of meerdere elektronische transformatoren;
- of  1  elektronische  transformator  +  1  elektronische  voorbelasting 

(09-016-10).

Zet de dimmer in deze mode als u twijfelt over het type belasting. 

4.3 Druktoetsbediening: 

DIP-switch 2 instellen op ON

Deze instelling laat bediening via N.O.-contacten toe. Een korte druk voor 
inschakelen/uitschakelen. Een lange druk voor opdimmen/neerdimmen. Bij 
lang drukken wordt na elke onderbreking de richting omgekeerd (opdimmen 
-> stop -> neerdimmen -> stop -> opdimmen -> ...). Het laatste niveau 
wordt al dan niet in een geheugen opgeslagen (4.9).

4.4 Analoge sturingen: 

DIP-switch 2 instellen op OFF

Deze instelling laat toe de dimmer via analoge stuursignalen te sturen (4.8).

4.5 Automatische selectie van het type stuursignaal (0-10 of 1-10V):

 

DIP-switch 4 instellen op ON
In deze stand zal de dimmer het type stuursignaal automatisch onderschei-
den en zelf de instelling kiezen (in tegenstelling tot de manuele instelling 
beschreven in 4.6). Deze instelling gebeurt enkel bij het inschakelen van de 
voeding. Voorwaarden voor gebruik van de automatische selectie:
Gebruik enkel de manuele instelling als meerdere dimmers met dezelfde 
stuuruitgang verbonden zijn. Het gebruik van verschillende types dimmers 
kan de detectie storen. Als dimmers 05-707 verdeeld zijn over verschillende 
zekeringen, moeten alle zekeringen binnen 10s. ingeschakeld worden om 
storing van de detectie te vermijden.

4.6 Manuele instelling van het stuursignaal: DIP-switch 4 inge-

steld op OFF 

In deze stand wordt het type stuursignaal (0-10 of 1-10V) manueel bepaald 
door de instelling van DIP-switch 3 (4.7 en 4.8).

4.7 Manuele instelling van het stuursignaal op 0-10V: DIP-switch 

3 ingesteld op ON

Om deze functie te kunnen gebruiken moet:
- DIP-switch 4 eerst op OFF ingesteld worden (manuele instelling van het 

stuursignaal: zie 4.6.)

- de DIP-switch 2 op OFF ingesteld staan (analoge sturing).
Bij selectie van deze mode licht de gele LED 2 op ter controle. In deze positie 
zal de dimmer een spanningsstuursignaal van 0 tot 10V aanvaarden volgens de 
IEC 61131-2 norm. Van 0 tot 10V is lichtregeling mogelijk van 0,1% tot max. 
Bij 1V wordt de dimmer uitgeschakeld (functioneert als solid-state relais).

4.8 Manuele instelling van het stuursignaal op 1-10V:

 DIP-switch 

3 ingesteld op OFF
Om deze functie te kunnen gebruiken moet:
- DIP-switch 4 eerst op OFF ingesteld worden (manuele instelling van het 

stuursignaal: zie 4.6). 

- DIP-switch 2 op OFF ingesteld staan (analoge sturing).
In deze positie werkt de dimmer via een stroomstuursignaal van 1 tot 10V 
volgens de EN60929-norm (zie ook 4.7). Van 0 tot 1V is er geen lichtregeling. 
Van 1 tot 10V is lichtregeling mogelijk van 0,1% tot max. Bij 1V wordt de 
dimmer uitgeschakeld (functioneert als solid-state relais).

4.9 Druktoetsbediening met geheugen: 

DIP-switch 4 instellen op ON. 

Als de dimmer via een druktoets bediend wordt (4.3), kan u kiezen voor de 
werking met geheugen (DIP-switch 4 ON) of zonder geheugen (DIP-switch 
4 OFF). Zonder geheugen schakelt de dimmer in op max. Met geheugen 
schakelt de dimmer in op de laatst ingestelde waarde. Na inschakeling 
van de voedingsspannning schakelt de dimmer in op 20%.

5. BEDRIJFS- EN FOUTCONTROLE MET BEHULP VAN LED’S

Deze dimmer is voorzien van een visuele controlefunctie door middel van 4 
LED’s die na installatie zichtbaar blijven aan de voorkant van de dimmer.

Van links naar rechts (fig.4):

5.1 Aanduiding van werking in faseaansnijding:  

LED 1 licht op (geel)

Symbool inductieve belasting boven LED 1. Deze LED licht op bij instelling 
van DIP-switch 1 op stand ON.

5.2 Aanduiding selectie stuursignaal in spanningsturing: 

LED 2 licht op (geel)

Symbool geregelde voeding boven LED 2. Deze LED licht op bij instelling 
van DIP-switch 3 op stand ON en DIP-switches 4 en 2 op stand OFF.

5.3.1 Overstroom:

 

LED 3 licht op (rood)

Symbool I boven LED 3 en vermelding ‘overcurrent’ links van LED 3. 
Deze beveiliging wordt ingeschakeld als
- de dimmer overbelast is;
- een kortsluiting aanwezig is in de belastingskring.
Als de rode LED oplicht, is de beveiliging in werking getreden. Dit kan 
gebeuren in geval van inschakelpieken of kortsluiting.
In geval van kortsluiting zal de dimmer automatisch uitgeschakeld worden. 
Nota: alle beveiligingssystemen zijn actief bij het inschakelen van de 
netvoeding. Gedurende enkele seconden worden ze 1 na 1 uitgeschakeld. 
De dimmer reageert niet op het signaal van de afstandsbediening zolang 
deze controle niet succesvol beëindigd is. 
Nadat de fout verholpen werd, kan de dimmer als volgt heringeschakeld 
worden:
- druk op de reset-knop;
- regel het stuursignaal naar min. niveau (0 resp. 1V).

Opgelet:

 deze beveiliging is geen beveiliging voor personen. Een externe 

beveiliging (automatische zekering) moet steeds voorzien worden.

5.3.2 Eerste thermische beveiliging:

 

LED 3 knippert (rood)

Als de temperatuur van het koelvlak 105°C overschrijdt, wordt deze 
beveiliging geactiveerd en:
- knippert de derde LED (rood);
- wordt het vermogen van de dimmer beperkt tot 20% (het licht is regelbaar 

tot max. 20%).

Zodra de temperatuur gedaald is, dooft de LED en is de dimmer weer 
normaal regelbaar.

5.4 Overspanningsbeveiliging: 

LED 4 licht op (rood)

Overspanningsbeveiliging (symbool U boven LED 4 en vermelding ‘over-
voltage’ links van LED 4).
Deze beveiliging wordt ingeschakeld als een overspanning (hoger dan 
480V gedurende meer dan 100µs.) optreedt. Een overspanning kan 
meerdere oorzaken hebben:
- al dan niet tijdelijke storing op het 230V-net;
- magnetische transformator met een te hoge inductie te wijten aan bv. 

onvoldoende belasting (min. belasting van magnetische transformatoren 
75%);

- magnetische transformator met verandering in de belasting (defecte 

lampen niet tijdig vervangen);

- de dimmer is niet ingesteld in de juiste mode, bv. dimmen van inductieve 

belastingen in faseafsnijding i.p.v. faseaansnijding (zie 3).

Indien de beveiliging optreedt, wijst dit op een abnormale situatie. Indien 
de dimmer in beveiliging blijft, moet de fout opgezocht en verbeterd 
worden.
Nadat de fout verholpen werd, kan de dimmer op volgende wijze herin-
geschakeld worden:
- druk op de reset-knop;
- of regel het stuursignaal naar het minimumniveau (respectievelijk 0 of 

1V).

5.5 Aanduiding gelijkstroombeveiliging of thermische beveiliging: 

LED's 3 + 4 lichten op 

Aanduiding gelijkstroombeveiliging of thermische beveiliging.

5.5.1 Gelijkstroombeveiliging

Als een assymetrie van meer dan 1,5V gemeten wordt, zal de dimmer in 
beveiliging gaan. Dit is vooral belangrijk voor het dimmen van inductieve 
belastingen. Indien de dimmer per vergissing in faseafsnijdingsmode 
inductieve belastingen dimt, zal deze beveiliging in werking treden. Een te 
hoge assymetrie zorgt voor gebrom, opwarming en tenslotte verbranding 
van transformatoren en lampen.

5.5.2 Tweede thermische beveiliging

De tweede thermische beveiliging is zelfherstellend. Bij oververhitting 
wordt het toestel uitgeschakeld vanaf 115 °C op het koelvlak. Zolang 
de thermische beveiliging ingeschakeld is, zal de dimmer niet reageren 
op het stuursignaal. Als de temperatuur terug gedaald is, schakelt de 
dimmer terug in.

6. NETAANSLUITINGEN

6.1 bovenaan van links naar rechts

L: 230V fase (voeding)
N: 230V neuter (voeding)
N: 230V neuter (belasting) intern doorverbonden

: geregelde fase (belasting)

De neuter van de belasting moet met de dimmer verbonden worden. Indien 
de neuter rechtstreeks met het net verbonden wordt, is de werking van de 
dimmer niet gegarandeerd.
Opgelet: voor het inschakelen controleren of alle verbindingen goed aan-
gespannen zijn. Bij onderhoud van de installatie moet men de spanning 
op de klemmen nazien. 

6.2 Sturingsaansluitingen: analoog signaal

Sturing met analoog signaal (onderaan):
'-' klem: massa van het stuursignaal (0V) 
'+' klem: stuursignaal: analoge regeling van 0 of 1 tot 10V 

Opgelet: 

dezelfde klemmen worden zowel gebruikt voor 0-10V-span-

ningsturing als 1-10V-stroomsturing en druktoetsbediening. De polariteit 
dient gerespecteerd te worden. Bij doorverbinding van meerdere dimmers 
aan eenzelfde stuuruitgang nooit de '-' en '+' verwisselen.
De stuuringang is galvanisch gescheiden. De isolatie binnen de dimmer 
staat borg voor een sturing in zeer lage spanning.
De 1-10V-stroomsturing is beschreven in de Europese standaard EN60929. 

Summary of Contents for 05-707

Page 1: ...chtingomgekeerd opdimmen stop neerdimmen stop opdimmen Het laatste niveau wordt al dan niet in een geheugen opgeslagen 4 9 4 4 Analoge sturingen DIP switch 2 instellen op OFF Deze instelling laat toe...

Page 2: ...belasting is hoofdzakelijk afhankelijk van de omge vingstemperatuur g 3 Bijzondere opmerking i v m inductieve lasten ferromagnetische gewikkelde transformatoren moeten voor min 75 belast zijn het ver...

Page 3: ...kelen Voeding inschakelen Voeding inschakelen OK Inductieve lasten Overbelasting ferromagnetische transformatoren Voeding uitschakelen Ga naar stap 2 Belasting verminderen Voeding inschakelen Stap 2 I...

Page 4: ...vous doutez du type de la charge 4 3 Commande par bouton poussoir DIP switch 2 r gl sur ON Cette position autorise la commande au moyen de contacts N O Une pression br ve pour allumer teindre et une p...

Page 5: ...que importante pour charges inductives lestransformateursferromagn tiques bobin s doiventtoujoursfonctionner min 75 de leur charge la consommation de ceux ci est fonction du facteur de puissance cos p...

Page 6: ...tection active surcharge transformateurs ferromagn tiques D branchez l alimentation Proc dure n 2 R duire la charge Branchez l alimentation Proc dure N 2 Choix du type de commande D branchez l aliment...

Page 7: ...immer muss in diesem Modus eingeschaltet werden wenn nicht eindeutig ist welcher Belastungstyp vorliegt 4 3 Drucktastenbedienung Dip Schalter 2 auf ON stellen Diese Einstellung erm glicht eine Bet tig...

Page 8: ...osinus phi erh ht werden bei Verwendung von Ringkerntransformatoren ist die H chstbelastung auf 450W be grenzt 11 WARTUNG Diese Ger te sind f r eine Verwendung unter folgenden Bedingungen ausgelegt ei...

Page 9: ...en OK Induktive lasten berlast gewickelte Transformatoren Netzversorgung ausschalten Weiter mit Schritt 2 Last vermindern Netzversorgung einschalten Schritt 2 Einstellen Steuerung Netzversorgung aussc...

Page 10: ...is only made when the power supply is switched on Conditions for the use of automatic selection Only use the manual setting if several dimmers are connected to the same control output The use of diffe...

Page 11: ...rculation with regard to the total dissipated power If the natural air circulation is limited a fan must be provided in the cabinet or in the room Nominal ambient temperature 20 C 9 INTERFERENCE SUPPR...

Page 12: ...pply on Switch on power supply OK Inductive loads Overload ferromagnetic transformers Switch off power supply Go to step 2 Reduce load Switch on power supply Step 2 Choice of remote control Switch off...

Page 13: ...interrupci n subir parada bajar parada subir etc El ltimo nivel luminoso puede ser me morizado 4 9 4 4 Mando anal gico DIP switch 2 ajustado en OFF Esta posici n admite que se controle el regulador po...

Page 14: ...nte de la temperatura ambiente gura 3 Observaci n importante para cargas inductivas los transformadores ferromagn ticos bobinados deben funcionar siempre como m nimo al 75 de su carga el consumo de st...

Page 15: ...ivas Protecci n activa sobrecarga transformadores ferromagn ticos Desconectar la alimentaci n Procedimiento n 2 Reducir la carga Conectar la alimentaci n Procedimiento N 2 Elecci n del modo de mando D...

Page 16: ...on 600 W ta 35C 230V 50Hz 1 2 3 4 ON DIP 14 CEBEC R L C I U reset L N N 05 707 overcurrent overvoltage DC protection 600 W ta 35C 230V 50Hz 1 2 3 4 ON DIP 14 CEBEC R L C I U reset L N N 05 707 overcur...

Reviews: