8
NEDERLANDS
BIJTANKEN
Deze motor is goedgekeurd voor gebruik met loodvrije benzine met
een octaangetal van 86 of hoger voor sneeuwruimers (‘onderzoeks’
octaangetal van 91 of hoger).
Vul de tank bij op een goed geventileerde plaats terwijl de motor uit
staat. Laat de motor eerst afkoelen als deze heeft gedraaid. Vul de
motor nooit binnen waar de benzinedampen in contact kunnen komen
met vlammen of vonken.
U kunt normale loodvrije benzine gebruiken met maximaal 10
volumeprocent ethanol (E10) of 5 volumeprocent methanol.
Daarnaast moet methanol cosolvents en corrosievertragers bevatten.
Gebruik van benzine met hogere percentages ethanol of methanol
dan hier aangegeven kan problemen veroorzaken met starten en/of
de prestaties. Tevens kan het de metalen, rubber en plastic
onderdelen van het brandstofsysteem beschadigen. Beschadiging
van de motor en problemen met prestaties die het resultaat zijn van
gebruik van benzine met een percentage ethanol of methanol dat
groter is dan hier aangegeven, vallen niet onder de garantie.
Gelieve als uw apparaat gebruikt zal worden op occasionele of
periodieke basis het onderdeel brandstof te raadplegen in het
hoofdstuk OPSLAG (pagina 11), voor aanvullende informatie met
betrekking tot de kwaliteitsafname van brandstof.
Gebruik nooit oude of verontreinigde benzine of een mengsel van olie
en benzine. Zorg dat er geen vuil of water in de brandstoftank komt.
1. Verwijder de brandstoftankdop voor het bijvullen van brandstof en
vul de tank tot de vulhals [1] met benzine. Vul voorzichtig bij om
morsen van brandstof te voorkomen. Niet teveel vullen.
2. Na het bijvullen de brandstofdop stevig dichtdraaien.
Gemorste brandstof veroorzaakt niet alleen brandgevaar maar tevens
schade aan het milieu. Ruim gemorste brandstof direct op.
Beweeg de sneeuwruimer ten minste 3 meter van de brandstofbron
en -locatie vandaan voordat u de motor start.
MEDEDELING
Brandstof kan verf en plastic beschadigen. Wees voorzichtig dat u bij
het vullen van uw tank geen brandstof morst. Beschadiging door
gemorste brandstof wordt niet gedekt door de garantie.
MOTORONDERHOUD
Controle van het oliepeil
Controleer het peil van de motorolie
terwijl de motor van de sneeuwruimer
is uitgeschakeld en hij horizontaal
staat.
1. Verwijder de olievuldop/peilstok en
veeg deze schoon.
2. Steek de peilstok in en verwijder
deze zonder de peilstok in de
vulhals te schroeven.
3. Mocht het oliepeil laag [1] zijn, vul
dan met de aanbevolen olie bij tot
aan de rand van de vulopening [2]
(pagina 9).
4. Plaats de olievuldop/peilstok weer
terug.
MEDEDELING
De motor laten lopen met een laag oliepeil kan motorschade tot
gevolg hebben.
Verversen
motorolie
Tap de olie af terwijl de
motor nog warm is
zodat de olie snel
helemaal wegstroomt.
1. Zet de sneeuwruimer
op een horizontaal
oppervlak.
2. Plaats een geschikte
bak onder de
aftapbout om de
oude olie op te
vangen en verwijder
de olievuldop/peilstok [1] en de aftapplug [2] en ring.
3. Wacht totdat alle oude olie is afgetapt en plaats de aftapplug dan
terug en draai hem goed aan.
MEDEDELING
Onjuiste lozing van motorolie kan schadelijk zijn voor het milieu.
Als u zelf de olie ververst, zorg dan dat u de oude motorolie naar
behoren afvoert. Doe de olie in een afgesloten houder en breng
hem naar een kringloopcentrum. Gooi de olie niet in de afval en
giet hem niet op de grond of door een afvoer.
4. Vul terwijl de motor horizontaal staat met de aanbevolen olie bij tot
aan de buitenrand van de olievulopening (pagina 9).
MEDEDELING
De motor laten lopen met een laag oliepeil kan motorschade tot
gevolg hebben.
5. Schroef de vuldop/peilstok van de olie stevig vast.
WAARSCHUWING
Benzine is zeer ontvlambaar en explosief.
U kunt brandwonden oplopen of ernstig gewond raken bij
het omgaan met brandstof.
• Zet de motor af en houd hitte, vonken en open vuur op
een afstand.
• Werk alleen buiten met brandstof.
• Ruim gemorste brandstof direct op.
[1]
[1]
[2]
[1]
[2]
POM39V10622 HS550E.book Page 8 Thursday, April 26, 2012 9:07 AM
Summary of Contents for HS550E
Page 88: ......