6
NL
Geen waterstralen gebruiken
en de motor en de elektrische
gedeelten niet natmaken.
Geen bijtende middelen ge-
bruiken om het chassis schoon
te maken.
Bij twijfel of indien u iets niet duidelijk is, aarzelt u dan niet om contact op
te nemen met uw Dealer.
7. IDENTIFICATIE VAN DE PROBLEMEN
PROBLEEM
OORZAAK
OPLOSSING
De motor stopt
tijdens het gebruik
of
De motor valt stil
tijdens het gebruik
De stekker van de kabel
is losgekomen uit het
stopcontact
Verbind de stekker
correct aan het
stopcontact
De kabel is gesneden
of gebroken
Herstel of vervang
de kabel
De beschermingsinrich-
ting van de motor springt
af wanneer:
– het mes stopt wanneer
het een hindernis te-
genkomt;
– de motor oververhit
geraakt
Wacht tot de bescher-
mingsinrichting weer her-
steld is (ongeveer 1 uur)
– verwijder, met losge-
koppelde kabel, alle
hindernissen rond het
mes
– wacht tot het mes
afgekoeld is
De schakelaar is defect
Contacteer
de verkoper Honda
De motor is defect
Het gras wordt niet
afgesneden of er is
niet voldoende
vermogen om te
maaien
of
Het veld ziet er
slecht uit na het
maaien
of
De grasopvangbak
wordt niet
voldoende gevuld
De snijhoogte is te laag
afgesteld
Te veel gras afgesneden
in een enkele keer
Stel de snijhoogte af
of
Verminder de breedte
van de snijbeurt
Het mes is versleten,
gebroken of niet correct
gemonteerd
Vervang het mes en/of
de grasopvangbak.
Verwijder het gemaaide
gras en reinig de snijcar-
ter, het kanaal en de
grasopvangbak
Het gemaaide gras heeft
zich in de snijcarter en in
de grasopvangbak
opgehoopt
Overdreven
trillingen
Het mes is defect
Vervang het met een
nieuw mes
Het mes is geplooid
Het mes is niet correct
gemonteerd
Hermonteer
het mes correct
8. ONDERHOUDSPUNTEN
TE CONTROLEREN ELEMENT
VÒÒR
HET
GEBRUIK
Controleer de bevestiging van het mes en verzeker u ervan
dat er op het mes geen tekens zijn van abnormaal gebruik,
vervorming of beschadiging
*
Controleer of het stopcontact, de stekker en de kabel
niet beschadigd zijn
*
Controleer of de grasopvangbak schoon en niet beschadigd is
*
Controleer of de koelluchttoevoeren van de motor schoon zijn
en niet verstopt door gras of afval
*
Controleer de condities voor de rotatie van de motor
op aanwezigheid van abnormale geluiden.
*
Controleer en reinig de buitenkant van de machine volledig
*
10. TRANSPORT EN VERPLAATSING
Telkens wanneer de machine verplaatst, geheven, vervoerd of overgeheld
moet worden, is het noodzakelijk:
– stevige werkhandschoenen te dragen;
– neem de machine vast op punten waar u een stevige grip hebt, rekening
houdend met het gewicht en de spreiding van het gewicht;
– doe een beroep op een toereikend aantal personen die het gewicht van
de machine kunnen heffen, volgens de kenmerken van het transportmiddel
of de plaats waar de machine opgenomen of opgesteld moet worden.
Bevestig de machine tijdens het vervoer goed met touwen of kettingen.
11. BESCHERMING VAN DE OMGEVING
De bescherming van de omgeving moet een belangrijk en prioritair aspect
vormen voor het gebruik van de machine, ten gunste van de civiele sa-
menleving en de omgeving waarin we leven.
– Wees geen storend element.
– Volg nauwkeurig de lokale normen op voor de afdanking van het snijaf-
val.
– Volg nauwgezet de plaatselijke normen voor het verwerken van de ver-
pakking, olie, benzine, batterijen, filters, versleten delen of eender welk
element met een sterke invloed op de omgeving; deze afval mag niet met
de huisafval weggeworpen worden, maar moet gescheiden worden en aan
speciale verzamelcentra toevertrouwd worden, die de recyclage van de
materialen zullen verzorgen.
– Bij het uit bedrijf stellen van de machine, mag deze nooit in het milieu ach-
tergelaten worden maar moet ze naar een opvangcentrum gebracht wor-
den, volgens de geldende locale normen.
MODELLEN
HRE410
Frame zak
CG81006430H0
Weefsel zak
CG81002140H1
Mes
CG81004396H0
9. ACCESSOIRES