120
Nederlands (Vertaling van de originele instructies)
Brandstof mengen
■ Dit apparaat wordt aangedreven door een
tweetaktmotor en hiervoor moet vooraf benzine en
tweetaktolie worden gemengd. Meng vooraf ongelode
benzine en tweetaktmotorolie in een schone container
die goedgekeurd is voor benzine.
■ Deze motor is officieel geschikt verklaard voor
het gebruik van ongelode autobenzine met een
octaangetal van 91 ([R + M] /2) of hoger.
■ Gebruik nooit een voorgemengde benzine/olie-mix van
tankstations. Waaronder de voorgemengde benzine/
olie-mix die bedoeld is voor gebruik in bromfietsen,
motorfietsen, enz.
■ Gebruik uitsluitend synthetische tweetaktolie.
■ Meng 2% olie door de benzine. Dat is een verhouding
van 50:1.
■ Meng de brandstof zorgvuldig en doe dit elke keer
voordat u bijtankt.
■ Meng kleine hoeveelheden. Meng niet meer dan
binnen een periode van 30 dagen kan worden
verbruikt. Wij raden u aan om een synthetische
tweetaktolie te gebruiken die een brandstofstabilisator
bevat.
De tank vullen
Zie afbeelding 6.
Raadpleeg “Specifieke veiligheidsvoorschriften –
Bijtanken” eerder in deze handleiding voor aanvullende
veiligheidsinformatie.
1. Maak het gebied rond de brandstofdop schoon om
vervuiling te voorkomen.
2. Draai de brandstofdop voorzichtig los.
3. Giet het brandstofmengsel voorzichtig in de tank.
Voorkom dat u morst.
4. Voordat u de brandstofdop terugplaatst, afdichtring
schoonmaken en controleren.
5. Plaats de brandstofdop meteen terug en draai deze
handvast. Veeg eventueel gemorste brandstof weg.
Ga op 9 m (30 voet) afstand van de brandstofvulplaats
staan voor u de motor start.
OPMERKING:
Tijdens en na het eerste gebruik van
een nieuwe motor kan er rook worden uitgeblazen.Dit
is normaal.
KETTINGOLIESYSTEEM
Zie afbeelding 7.
Gebruik zaagblad- en kettingolie van Homelite. Deze
is ontwikkeld voor kettingen en kettingsmeersystemen
en is dusdanig samengesteld dat de olie binnen een
breed temperatuurbereik voldoet zonder dat verdunning
noodzakelijk is. De kettingzaag dient gemiddeld een tank
olie per elke tank brandstof te gebruiken.
OPMERKING:
Gebruik geen vuile, gebruikte of anderszins
verontreinigde oliesoorten. Hierdoor kan schade aan de
oliepomp, het zaagblad of de ketting ontstaan.
1. Giet de zaagblad- en kettingolie voorzichtig in de tank.
2. Vul de olietank elke keer wanneer u brandstof bijvult.
DE MOTOR STARTEN
Zie afbeelding 8.
WAARSCHUWING
Houd uw lichaam links van de zaaglijn. Houd de zaag
of de ketting nooit scheef en leun niet over de zaaglijn.
1. Plaats de kettingzaag op een vlakke ondergrond en
zorg ervoor dat er geen voorwerpen of obstakels in
de directe omgeving zijn die in contact kunnen komen
met zaagblad en ketting.
2. Houd de voorste handgreep stevig vast met de
linkerhand en plaats uw rechtervoet op het onderste
gedeelte van de achterste handgreep.
EEN KOUDE MOTOR STARTEN
Zie afbeelding 3. Zie afbeelding 8 - 14.
1. Zorg ervoor dat de kettingrem zich in de stand draaien
(A) bevindt door de hendel/handbeschermer terug te
trekken.
2. Zet de contactschakelaar in de stand DRAAIEN (I).
3. Druk de BRANDSTOFBALG (4) 10 maal volledig in.
4. Trek de CHOKEhendel (5) geheel UIT in de volledige
choke-stand (E). De halfgas-stand wordt automatisch