126
Nederlands (Vertaling van de originele instructies)
GEVAAR
Nooit de motor starten voordat u zaagblad, ketting,
deksel, aandrijfkastdeksel en koppelingstrommel hebt
gemonteerd. Zonder alle delen op de juiste plaats,
kan de koppeling eraf vliegen of exploderen waardoor
de gebruiker bloot komt te staan aan mogelijk ernstig
letsel.
WAARSCHUWING
Om ernstig lichamelijk letsel te voorkomen, dient u alle
veiligheidsaanwijzingen in dit hoofdstuk te lezen en
begrijpen.
1. Zet de schakelaar altijd in de stop-stand “O” voordat u
aan de zaag gaat werken.
2. Zorg ervoor dat de kettingrem niet ingeschakeld is
door de kettingremhendel/handbescherming naar de
voorste handgreep te trekken in de stand DRAAIEN.
3. Draag handschoenen wanneer u omgaat met de
ketting en het zaagblad. Deze onderdelen zijn scherp
en kunnen bramen hebben.
4. Verwijder met een combinatiesleutel (C) of een
steeksleutel (5/8") de bevestigingsmoeren (B) van het
zaagblad.
5. Verwijder de koppelingsdeksel (D) en de buitenste
zaagbladplaat (E).
6. Leg de nieuwe zaagketting in een lus en verwijder
mogelijke kinken. De snijschakels moeten in de
draairichting van de ketting wijzen. Als deze naar
achteren wijzen, moet u de lus omdraaien.
7. Plaats de kettingaandrijvingsschakels in de
zwaardgroef.
8. Plaats de ketting dusdanig dat er aan de achterzijde
van het zaagblad een lus is.
9. Houd de ketting in positie op het zwaard en plaats de
lus rond het kettingwiel
10. Plaats het zwaard vlak tegen het montage-oppervlak
zodat de zwaardbouten zich in de lange slot van het
zwaard bevinden.
OPMERKING:
Wanneer u het zaagblad op
zaagbladbouten plaatst, dient u ervoor te zorgen dat
de instelpen (L) zich in het kettingspannergat bevindt.
11. Vervang de buitenste zaagbladplaat waarbij u ervoor
moet zorgen dat de boutsleuf in het zaagblad zich
onderaan bevindt en de boven- en onderrand schuin
van het zaagblad af wijzen.
12. Plaats de koppelingsdeksel en de bevestigingsmoeren
van het zaagblad terug.
13. Draai de bevestigingsmoeren van het zaagblad
alleen met de hand vast. Het zaagblad moet kunnen
bewegen voor het afstellen van de kettingspanning.
14. Span de ketting door de kettingspannerschroef
(M) rechtsom te draaien tot de ketting strak tegen
het zaagblad ligt met de aandrijfschakels in de
zaagbladsleuf.
15. Til de neus van het zaagblad op om te controleren of
de ketting gespannen (N) is.
16. Laat de neus van het zaagblad los en draai de
kettingspannerschroef een 1/2 slag rechtsom. Herhaal
dit proces tot de ketting geen speling meer heeft.
17. Til de neus van het zaagblad op en draai de
bevestigingsmoeren (O) van het zaagblad stevig vast.
De ketting heeft de juiste spanning wanneer de ketting
niet meer slap hangt onder het zaagblad en de ketting
strak staat maar zonder haperen met de hand kan worden
gedraaid. Zorg ervoor dat de kettingrem niet ingeschakeld
is.
OPMERKING:
Als de ketting te strak staat, kan deze niet
meer draaien. Draai de zaagbladmoeren iets los en draai
de spannerstelschroef een 1/4 slag linksom. Til de neus
van de zaagblad en draai de zaagbladmoeren opnieuw
stevig vast. Controleer of de ketting zonder haperen kan
draaien.
DE KETTINGSPANNING AANPASSEN
Zie afbeelding 48 - 50.
WAARSCHUWING
Nooit de ketting aanraken of instellen terwijl de motor
draait. De zaagketting is zeer scherp. Draag altijd
beschermende handschoenen tijdens het uitvoeren van
onderhoud aan de ketting.
1. Zet de motor af voordat u de kettingspanning instelt.
2. Zorg ervoor dat de zaagbladmoeren tot handvast
worden losgedraaid, draai de kettingspanner rechtsom
om de ketting te spannen.
OPMERKING:
De koude ketting heeft de juiste
spanning wanneer de ketting niet meer slap hangt
onder het zaagblad en de ketting strak staat en zonder
haperen met de hand kan worden gedraaid.
3. Span de ketting opnieuw wanneer de zijschakels van
de aandrijfschakels uit de zaagbladsleuf hangen.
OPMERKING:
Tijdens normaal gebruik van de
zaag, zal de temperatuur van de ketting stijgen.
De aandrijfschakels van een juist gespannen,
warme ketting hangen circa 1,25 mm (0,050 ") uit
de zaagbladsleuf. Om de juiste spanning van een
warme ketting te bepalen, gebruikt u de punt van de
combinatiesleutel (C) als voelermaat.
OPMERKING:
Nieuwe kettingen hebben de neiging uit
te rekken. Controleer de kettingspanning regelmatig
en span de ketting zonodig.