2.
Stop de pomp en verwissel twee fasen in de
voedingskabel.
3.
Schakel de pomp opnieuw in en meet de
hoeveelheid vloeistof of de persdruk.
4.
Schakel de pomp uit.
5.
Vergelijk de resultaten van stappen 1 en 3. De
aansluiting die de grootste hoeveelheid vloeistof
of de hoogste druk geeft, heeft de juiste
draairichting.
Procedure 2:
1.
Laat de pomp hangen aan een hijsapparaat
zoals de ketting die wordt gebruikt om de pomp
in de put te laten zakken.
2.
Schakel de pomp in en uit en bekijk de beweging
(reactie) van de pomp.
3.
Als de pomp correct is aangesloten, trekt deze
tegen de klok in.
4.
Wanneer de draairichting verkeerd is, wisselt u
twee van de fasen in de voedingskabel om.
Reactierichting
6.4 De pomp resetten
U kunt de pomp resetten door de voedingsspanning
gedurende een minuut uit te schakelen en daarna
weer in te schakelen.
7. Het product opslaan
Indien de pomp wordt opgeslagen, dient te worden
gezorgd voor bescherming tegen vocht en hitte.
Na een periode van opslag inspecteert u de pomp
voordat u deze in bedrijf stelt. Zorg ervoor dat de
waaier vrij kan draaien. Let op de staat van
asafdichtingen, O-ringen en kabeldoorvoeren.
Laat de beschermers van de
kabeluiteinden op de stuurstroomkabels
zitten, totdat u begint met het uitvoeren
van de elektrische aansluiting. Geïsoleerd
of niet, het vrije uiteinde van de kabel mag
nooit worden blootgesteld aan vocht of
water. Als dit niet wordt nageleefd, kan de
motor beschadigd raken.
Als de pomp langer dan een maand wordt
opgeslagen, draait u de waaier ten minste
elke maand om te voorkomen dat de
afdichtingsvlakken van de onderste
mechanische asafdichting vastlopen.
Zo niet, dan kan de asafdichting
beschadigd raken wanneer de pomp wordt
ingeschakeld.
Als de waaier niet kan worden gedraaid,
neemt u contact op met Grundfos of een
erkend servicebedrijf.
WAARSCHUWING
Beknellingsgevaar
Dood of ernstig persoonlijk letsel
‐
Draai de waaier niet met de hand.
Gebruik altijd geschikt gereedschap.
8. Onderhoud en service
8.1 Onderhoudsschema
Voor de eerste start of na een langere opslagperiode:
•
Controleer de isolatieweerstand.
•
Controleer het vulniveau in de afdichtingskamer.
•
Controleer op mogelijke schade aan de axiale
afdichting.
Maandelijks:
•
Bewaak het opgenomen vermogen en het
voltage.
•
Controleer de gebruikte schakelinstallaties op
weerstand en regeling van de afgedichte ruimte.
Elke zes maanden:
•
Inspecteer de voedingskabel.
•
Inspecteer de kabelhouder en bedrading.
•
Inspecteer de accessoires, zoals de ophanging
en hijswerktuigen.
Na 3000 bedrijfsuren:
•
Voer een visuele controle van de pomp uit en
inspecteer de slijtring.
•
Controleer het oliepeil en de conditie van de olie.
Ververs de olie. Vervang de asafdichting in geval
van binnendringend water of olielekkage.
•
Controleer de hydraulische componenten en de
slijtring op slijtage. Vervang indien nodig.
Na 8000 bedrijfsuren of twee jaar:
•
Controleer de isolatieweerstand
•
Maak de lekkamer leeg. Niet beschikbaar voor
alle modellen. Neem voor meer informatie
contact op met Grundfos.
•
Inspecteer alle veiligheids- en
besturingsapparaten.
•
Controleer de coating en werk zo nodig bij.
Na 15.000 bedrijfsuren of vijf jaar:
246
Nederlands (NL)
Summary of Contents for AP100 Series
Page 2: ......