5.2 Sensoren
De thermische schakelaar in circuit 1 (T1-T3) en
circuit 2 (T1-T2) onderbreekt het circuit bij een
temperatuur van ongeveer 140 °C in de wikkelingen.
Deze thermische schakelaar moet altijd worden
aangesloten.
AP80-100
Thermische beveiliging
Ingesloten in motorwikkeling, vereist externe regeling
via de signaaldraden van de voedingskabel.
Oliekamer voor afdichtingssonde
Vereist externe besturing via de signaaldraden van de
voedingskabel.
5.3 CU 100 besturingskast
De CU 100 bevat een motorbeveiliging en is
verkrijgbaar met niveauschakelaar en kabel.
5.4 Niveauregelaars
Het vloeistofniveau kan worden geregeld door de
Grundfos LC niveauregelaars.
Geschikte niveauregelaars:
•
LC 231: compacte oplossing met gecertificeerde
motorbeveiliging voor uitvoeringen met enkele en
dubbele pomp.
•
LC 241: kastoplossing die modulariteit en
maatwerk biedt voor uitvoeringen met enkele en
dubbele pomp.
In de volgende beschrijving kunnen
"niveauschakelaars" belvormige niveaumelders,
vlotterschakelaars of elektroden zijn, afhankelijk van
de geselecteerde pompregelaar.
Afhankelijk van de beveiligingsniveaus en het aantal
pompen kunnen niveauschakelaars worden gebruikt
in de volgende opstellingen:
•
Drooglopen (optioneel)
•
Stop
•
Start pomp 1 (versie met één pomp)
•
Start pomp 2 (uitvoering met twee pompen)
•
Hoog niveau (optioneel)
Er kunnen analoge niveau-opnemers worden gebruikt
en alle niveaus kunnen worden aangepast. Er kunnen
niveauschakelaars worden gebruikt met niveau-
opnemers, voor droogloopbeveiliging en
hoogwateralarm.
De pomp mag niet drooglopen. Installeer
een extra niveauschakelaar om er zeker
van te zijn dat de pomp wordt
uitgeschakeld in het geval dat de
uitschakelniveauschakelaar niet werkt.
5.4.1 Niveauschakelaars installeren
Let op de volgende punten bij het installeren van de
niveauschakelaars:
•
Om aanzuiging van lucht en trillingen te
voorkomen, installeert u de
uitschakelniveauschakelaar zodat de pomp wordt
uitgeschakeld voordat het vloeistofniveau wordt
verlaagd tot in het midden van het motorhuis.
•
Installeer de niveauschakelaar voor inschakelen,
zodat de pomp op het vereiste niveau wordt
ingeschakeld. De pomp moet altijd inschakelen
voordat het vloeistofniveau de onderste
instroomleiding bereikt.
•
Installeer de alarmschakelaar voor hoog niveau
altijd ongeveer 10 cm boven de
niveauschakelaar voor inschakelen. Het alarm
moet echter altijd worden gegeven voordat het
vloeistofniveau de instroomleiding bereikt.
Zie de installatie- en bedieningsinstructies van de
geselecteerde niveauregelaars voor verdere
instellingen en informatie.
6. Inschakeling
Voorafgaand aan het inschakelen van het
product:
•
Zorg dat de zekeringen zijn
verwijderd.
•
Verifieer dat alle beschermende
onderdelen correct aangesloten zijn.
•
Controleer het oliepeil.
•
Test de isolatieweerstand.
VOORZICHTIG
Beknelling van de handen
Gering of beperkt persoonlijk letsel
‐
Steek uw handen of gereedschap niet
in de inlaat of uitlaat van de pomp
nadat de pomp is aangesloten op de
voedingsspanning, tenzij de pomp is
uitgeschakeld door de zekeringen te
verwijderen of de hoofdschakelaar uit
te schakelen.
‐
Zorg ervoor dat de voedingsspanning
niet per ongeluk kan worden
ingeschakeld.
243
Nederlands (NL)
Summary of Contents for AP100 Series
Page 2: ......