15
NL
MOGELIJKE STORINGEN EN TOEGESTANE REMEDIES
4
STORING
OORZAAK
REMEDIE
Afname van het rendement. Veelvuldig starten.
Lage drukwaarden.
Overmatige vraag naar prestaties of eventuele
lekkage uit koppelingen en/of leidingen.
Mogelijkheid verstopt aanzuigfilter.
Vervang de pakkingen van de koppelingen of
vervang het filter.
De compressor stopt en start na enkele minuten
weer zelfstandig op.
Ingreep van de thermische beveiliging i.v.m.
oververhitting van de motor.
Reinig de luchtdoorvoeropeningen in de toevoer.
Lucht de werkruimte.
De compressor stopt na enkele startpogingen.
Ingreep van de thermische beveiliging i.v.m.
oververhitting van de motor (verwijdering
stekker tijdens bedrijf, lage voedingsspanning).
Bedien de stopschakelaar. Lucht de werkruimte.
Wacht enkele minuten en de compressor zal
zelfstandig weer opstarten. Verwijder eventuele
verlengsnoeren van de stroomkabel.
De compressor stopt niet en de veiligheidsklep
grijpt in.
Abnormale werking van de compressor of breuk
van de pressostaat.
Neem de stekker uit en breng het apparaat naar
het servicecentrum.
Alle overige werkzaamheden moeten door de erkende Servicecentra worden uitgevoerd, waarbij originele onderdelen gebruikt moeten worden. Zelfstan-
dig de machine proberen te repareren kan de veiligheid in gevaar brengen en maakt sowieso de garantie ongeldig.
Garantie en reparatie.
In geval van goederen met defecten of als reservedelen nodig zijn, dient u contact op te nemen met het verkooppunt waar u het toestel gekocht heeft.
kan de luchtdruk geregeld worden om het gebruik van pneumatische
gereedschappen te optimaliseren.
•
De ingestelde waarde kan op de manometer gecontroleerd worden (ref. 6).
•
De afgestelde druk kan op de snelkoppeling (ref. 5) worden ontnomen.
•
Controlleer of het luchtgebruik en de maximum druk van de te
proberen luchtdrukwerktuigen geschikt zijn met de aangetekende
druk op de drukregelaar en met de hoeveelheid lucht geleverd door de
compressor.
•
Schakel de machine na gebruik uit, neem de stekker uit het stopcontact en
leeg het reservoir.
SCHOONMAKEN EN ONDERHOUDEN
3
Let op!
Trek vóór alle schoonmaak- en onderhoudswerkzaamheid de netstekker
uit het stopcontact.
Let op!
Wacht tot de compressor helemaal is afgekoeld! Gevaar om brandwonden
op te lopen!
Let op!
Vóór alle schoonmaak- en onderhoudswerkzaamheden dient de ketel
drukloos te worden gemaakt.
Reinig de machine en zijn onderdelen niet met oplosmiddelen, ontvlambare
of giftige vloeistoffen. Gebruik uitsluitend een vochtige doek en controleer of
de stekker uit het stopcontact is genomen.
Aftapreservoir
Na circa 2 uur gebruik moet het condenswater dat zich in de tank vormt
afgetapt worden. Blaas eerst alle lucht af met behulp van het aangesloten
accessoire.
Het condenswater moet dagelijks worden afgelaten door de aflaatklep (ref.
3) open te draaien (bodemkant van het drukvat).
Zo voert men het condenswater van het reservoir af (correct gebruik van
de afvoerkraan - Afb. 3):
1. Controleer dat de compressor uit is.
2. Pak de compressor bij het handvat en zet hem dan schuin, zodat de
afvoerkraan zich in de laagste positie bevindt.
3. Open de afvoerkraan.
4. Houd de compressor in de schuine stand totdat al het condenswater
uit het reservoir is gelopen.
5. Sluit de afvoerkraan.
Let op!
Condenswater dat niet wordt afgetapt kan de tank doen roesten, waardoor
de inhoud afneemt en de veiligheid in gevaar komt.
De VERWERKING van het condenswater moet gebeuren met respect
voor het milieu en overeenkomstig de geldende wettelijke voorschriften,
aangezien het om een vervuilend product gaat.
De verkoop van de compressor moet gebeuren voor de leidingen die
geschikt zijn en overeenstemmen met de eisen van de lokale wetgeving.
Veiligheidsklep
De veiligheidsklep is afgesteld op de maximaal toegestane druk van de
druktank. Het is niet toelaatbaar de veiligheidsklep te verstellen of de
verzegeling ervan te verwijderen. Om te verzekeren dat de veiligheidsklep,
indien nodig, naar behoren werkt, dient u de klep van tijd tot tijd in werking te
stellen. Trek flink aan de ring tot perslucht hoorbaar wordt afgeblazen (Afb.
4). Laat daarna de ring weer los.